Aan het eind van het jaar was het weer tijd voor de zorgverzekeraars om met de nieuwe zorgpremies te komen. Interessant was een recent interview met bestuurders van de vier grootste zorgverzekeraars.
Een algemene indruk is dat ze allemaal praten over de zorg, maar geen onderscheid maken in curatieve zorg en langdurige zorg. Er is wel degelijk een verschil. Belangrijkst is dat met de curatieve zorg 24 miljard en met de langdurige zorg 66 miljard gemoeid is. Onze indruk is dat de bestuurders het voornamelijk hebben over de curatieve zorg.
Het aandeel van hoogbejaarden is groot en zal naar verwachting verder toenemen. Leuk idee om die groep thuis te laten wonen, maar hierin heeft de participatiewet gefaald. Een deel zal best wel alleen willen wonen, maar op een gegeven moment is dat niet meer verantwoord. Door sluiting van bejaarden- en verpleeghuizen kunnen hoogbejaarden zich thuis nauwelijks staande houden en leven ze in een labiel evenwicht. Er is onvoldoende mantel- en wijkzorg voor de meesten en niet te vergeten de eenzaamheid. De huisarts speelt een cruciale rol rondom de kwetsbare ouderen. Ook bij huisartsen neemt de werkdruk enorm toe.
Marktwerking
Marktwerking heeft op een groot aantal punten gefaald. Ten eerste door de toename van heel veel verschillende zorgaanbieders in de markt: dit heeft geleid tot versnippering van de zorg. Ten tweede door het structureel drukken van de vergoedingen in de zorg. Voor dezelfde zorgactiviteit zijn verschillende tarieven en die verschillen ook nog eens per zorgverzekeraar. Gevolg van de marktwerking en het drukken van de prijzen is dat we een structureel tekort aan personeel hebben. Direct gevolg van de enorme versnippering is dat er wel bedden zijn, maar geen handen.
Een ander aspect van marktwerking is zorgbemiddeling door zorgverzekeraars in geval van wachttijden. Het lijkt een service, maar de oorzaak is onvoldoende inkoop van zorg in de regio door de zorgverzekeraar zelf. Het geld voor deze bemiddeling kan bij goede inkoop dus bespaard worden.
Mondiger patiënt
Vergeet niet dat de patiënt mondiger is geworden en door internet denkt te weten hoe hij het beste behandeld kan worden. Je bent een slechte dokter als je geen MRI-onderzoek laat uitvoeren terwijl daarvoor geen medische reden is. Het niet willen aannemen van het advies van een behandelaar leidt tot second opinions die zelden tot een andere diagnose leiden, maar wel geld kosten en energie van de zorgmedewerkers om het een en ander te regelen. Volgens de Patiëntenfederatie dient de wens van de patiënt voorop te staan en uitgevoerd te worden. Begrijpelijk van hun kant, maar niet realistisch gezien de kosten die het met zich meebrengt.
Op het gebied van de versnippering van de zorg is er wel lucht. We hebben goede ziekenhuizen en daar zijn met de Zorgverzekeringswet een heleboel zelfstandige behandelcentra (ZBC’s) bij gekomen. Dat brengt ons terug bij versnippering.
Samenwerking
De ZBC’s beschikken vaak, weliswaar op kleinere schaal, over dezelfde faciliteiten als gewone ziekenhuizen, maar zijn onvoldoende geoutilleerd voor spoedopvang en zorg voor iets complexere patiënten. Nauwe samenwerking zou beter zijn geweest dan alleen de krenten uit de pap.
In plaats van de vinger steeds naar een ander te wijzen moeten we ook de hand in eigen boezem steken. We hebben elkaar immers nodig. Het kan niet zijn dat de zorgverlener de enige oorzaak is van de stijgende kosten: er zijn meerdere stakeholders. Technologische vooruitgang heeft helaas ook zijn kosten, voor kwaliteit moet je nu eenmaal betalen. Gezondheid is ook een maatschappelijk probleem en preventie (lees: opvoeding) wordt steeds belangrijker. Hierin ligt ook een taak voor de overheid en zorgverzekeraars.
Kostenbewustzijn
Een ander punt is om de patiënt kostenbewust te maken. Dit kan door een andere toepassing van het eigen risico. In een keer 385 euro aftikken als je maar één voet in een ziekenhuis hebt gezet is absurd en draagt blijkbaar niet bij aan het kostenbewust zijn. Men zou bij een ziekenhuisbezoek 200 euro eigen risico kunnen vragen, indien een operatie volgt dan heeft dat een eigen risico van 100 euro. Een second opinion kost 100 euro. In een keer 385 euro extra moeten betalen leidt tot een shopgedrag, omdat de patiënt dan maximaal van de zorg gebruik wil maken.
Een zorgverzekeringspas is immers geen museumjaarkaart.
San Oei
Orthopedisch chirurg in het Rode Kruis Ziekenhuis
Christy Niemeijer
Huisarts en directeur SALT