Het Nederlandse transparantieregister blijft de gemoederen bezig houden. Opgezet als een poging meer duidelijkheid te bieden over betalingen van farmaceutische bedrijven aan voorschrijvers, lijkt het eerder een schietschijf geworden van de media.
Eerst werd ‘onthuld’ dat artsen in 2015 36 procent meer betaald kregen dan in het jaar daarvoor (maar dat was vooral het gevolg van uitbreiding van het register). Men sprak er schande van. En onlangs berichtte de Volkskrant dat bedrijven oneigenlijke constructies zouden gebruiken om sommige betalingen te verhullen. Door commerciële nascholingsbureaus in te huren doen de bedrijven niet zelf betalingen aan sprekers en deelnemers van cursussen, maar gaat dat via de tussenorganisatie. Dat hoeft niet gemeld te worden in het transparantieregister en de nationale veroordelingen stonden alweer klaar. Een paar koppen: ‘farmabedrijven spekken artsen via omweg’ ‘farmaceutische industrie omzeilt transparantieregister bij betalen artsen’ en: ‘farmaceutische bedrijven betalen artsen via sluiproute’
Onzin
De term ‘sluiproute’ suggereert dat de bedrijven ons doelbewust willen misleiden. Dat is onzin, zij willen zelf ook graag duidelijkheid over die betalingen. Maar de spelregels die afgesproken zijn tussen de deelnemende partijen in het transparantieregister, betreffen vooral rechtstreekse betalingen aan individuele voorschrijvers. Het gebruik van gespecialiseerde organisaties die nascholingen organiseren lijkt me vanuit een oogpunt van efficiëntie uiterst logisch. Ook specialistenverenigingen maken gebruik van dergelijke bureaus. Het inschakelen daarvan is dan ook nauwelijks te kenschetsen als een sluiproute. Alsof de bedrijven er het grootste plezier in scheppen artsen stiekem te spekken met grote sommen geld.
De artsen-, huisartsen- en specialistenorganisaties doen allemaal mee met het transparantieregister. Het is zelfregulering en geen wet inclusief boetes zoals in de Verenigde Staten waar de zogenaamde Sunshine Act bestaat en binnenkort ook in het Verenigd Koninkrijk. Maar wel een zelfregulering waar het initiatief vooral ligt bij de Nederlandse bedrijven. Die moeten er behoorlijk in investeren om al die betalingen netjes door te geven. En dan krijgen ze nog op hun kop omdat ze ‘sluiproutes’ zouden bewandelen.
Als wij zo graag willen dat het register alle informatie bevat, waarom spreken we dan de artsenorganisaties en werkgevers van artsen niet aan? Laat artsen zelf hun neveninkomsten melden. Of willen die niet met de billen bloot? Ik heb het Nederlandse Huisartsengenootschap, de Federatie Medisch Specialisten en de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst er nog niet over gehoord. Terwijl het mij veel logischer lijkt dat de ontvanger transparant is in plaats van de gever. Dat levert een completer beeld op omdat dan ook andere neveninkomsten duidelijk worden, niet alleen die van Nederlandse farmaceutische bedrijven, maar wellicht ook van verzekeraars, overheidsinstellingen, patiëntenorganisaties enzovoorts.
Artsen
Veel Nederlandse artsen, zeker de gerenommeerde, krijgen betalingen van de hoofdkantoren van internationale bedrijven. Ook die hoeven niet opgegeven te worden. Volgens de website van het register wordt in deze gevallen een beroep gedaan op de artsen zelf, omdat de Nederlandse affiliaties onvoldoende zicht hebben op deze betalingen. Ik heb dit bij een paar dokters gecheckt waarvan ik weet dat ze internationaal advieswerk doen. Het staat niet in het register. Dit is dus geen ‘sluiproute’ van bedrijven, maar onwil, onwetendheid of slordigheid van de betreffende artsen.
Bedrijven hebben adviseurs nodig om adequaat geneesmiddelen te ontwikkelen. Dat daar een marktconform honorarium tegenover staat lijkt me redelijk. Blijkbaar willen we graag weten wie het zijn en hoeveel ze daarvoor betaald krijgen. De bedrijven zijn daar heel transparant over en volgen de tussen alle partijen overeengekomen spelregels. Het wachten is op een heldhaftiger standpunt en actievere houding van de artsenorganisaties die nu de indruk wekken het ‘vuile’ werk over te laten aan hun geldschieters.
Arts en visiting professor aan de University of Sunderland