De kwaliteit van de Nederlandse medische zorg gaat achteruit in vergelijking met die in de ons omringende landen. Hoe komt dat?
Ruim een jaar geleden schreef ik hier twee blogs over de kwaliteit van ons medisch zorgstelsel in vergelijking met andere moderne Europese landen. Mijn conclusie was toen dat de kwaliteit van de Nederlandse medische zorg onder het gemiddelde niveau ligt en dat de kosten hoog zijn. Een schokkende vaststelling, die niet te rijmen viel met de prachtige jaarlijkse topnotering van Nederland in de European Health Consumer Iindex.
Marktwerking
Nadien heb ik mijn onderzoek uitgebreid op basis van alle OESO-publicaties vanaf 2007. Ik heb een studie gemaakt van de ontwikkeling van medische kwaliteitsindicatoren van de 14 Europese landen vanaf 2007 naar het heden.
Mijn belangrijkste conclusie is dat sinds de invoering van het systeem van gereguleerde marktwerking de kwaliteit van onze medische zorg in internationaal perspectief is verslechterd, terwijl de kosten juist disproportioneel zijn gestegen.
Afgelopen vrijdag verscheen Health at a Glance 2017. De OESO heeft hierin met de nieuwste gegevens de medische kwaliteitsindicatoren van de 14 landen vanaf 2007 naar het heden geactualiseerd. De eerdere vaststelling dat de kwaliteit van de Nederlandse medische zorg verhoudingsgewijs achteruit gaat is opnieuw bevestigd.
Cultuur en structuur
Hoe kan dit? Het Nederlandse zorgstelsel functioneert niet omdat het geconstrueerd is op inherent tegengestelde principes: wantrouwen en concurrentie moeten samengaan met vertrouwen en samenwerking. Dit is heel moeilijk in een land waarin iedereen gelijk is en iedereen vrij wil zijn van betutteling en zijn eigen wiel uitvindt. Dit is de culturele dimensie.
Om deze tegengestelde krachten in toom te kunnen houden is een zeer verfijnd systeem van checks en balances nodig, een hybride, complexe zorgmachinerie. Dit leidt onvermijdelijk tot heel veel controles (bureaucratie) en ondoorzichtigheid, het tegenovergestelde van transparantie. Met torenhoge indirecte kosten, waardoor minder geld beschikbaar is voor de zorg. Dit is de structurele dimensie.
Een patiënt is geen consument (cultureel). Het hybride, marktgedreven zorgstelsel legt de prikkels verkeerd en benadert de patiënt niet holistisch maar als een gedefragmenteerd wezen waaraan gesleuteld (en verdiend) kan worden. Defragmentatie geeft verdienmodellen. Het stelsel is omzet-gedreven en niet zorgkwaliteit-gedreven. Het driehoekig marktenconstruct heeft de arts-patiëntrelatie uit het zicht doen raken. De RVS heeft deze conclusie inmiddels ook getrokken, zie mijn vorige blog.
Blinde vlek
Ons marktgedreven zorgstelsel kent een blinde vlek voor noodzakelijke centrale planning, de coördinatie van investeringen in zorgvoorzieningen. De zorg is een technisch hoogwaardige, dynamische en complexe infrastructuur, die vraagt om coördinatie en samenwerking bij investerings- en desinvesteringsbeslissingen. Deze regiefunctie is een publieke verantwoordelijkheid, maar ze is bij wettelijk tot onderlinge concurrentie verplichte zorgverzekeraars neergelegd.
Tenslotte, de overtuiging dat markten het moeten regelen laat kostbare know-how weglekken, kennis en expertise die met publieke middelen is opgebouwd maar in private handen verdwijnt (denk ook aan de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen).
Gevolg van dit alles is dat de medische zorg in Nederland terrein verliest in vergelijking tot andere moderne Europese landen. Een meerderheid (54 procent) van alle Nederlanders is dan ook ontevreden over het zorgstelsel en wil dat er fundamentele veranderingen komen, men wil minder markt en meer overheid.
Hoe we ons zorgstelsel kunnen verbeteren met behoud van het goede is het onderwerp van een volgend artikel.
Adviseur marktwerking gezondheidszorg en publicist