Er is veel kennis beschikbaar en er zijn veel succesvolle innovaties op allerlei gebied. Elke week worden aansprekende verbeteringen gepubliceerd hoe de zorg beter, veiliger, meer patiëntgericht en doelmatiger kan zijn. Je zou denken dat alle professionals en bestuurders deze optimale zorg direct zouden overnemen. Quod non! Dat gebeurt niet en we hebben in ons land ook geen gestructureerd proces om deze verworvenheden systematisch te implementeren en breed te verspreiden.
In Medisch Contact van 2 mei pleiten wij niet voor landelijke blauwdrukken of het opleggen van best practices. Zorg verbetert alleen als regionale/lokale partners zelf om de tafel gaan zitten, hun zorgprocessen analyseren en ambitieuze doelen stellen. En vervolgens samen met patiënten deze zorgprocessen herontwerpen om deze doelstellingen te bereiken. Daarbij kunnen ze heel goed gebruik maken van de vele goede voorbeelden van innovaties, verbeteringen en best practices die beschikbaar zijn.
Regionale invulling
Als Nederlanders kopiëren we echter niet, maar willen we toch het liefst zelf het wiel weer uitvinden. Bij herontwerpen van de wijze waarop de zorg wordt verleend speelt de eigen context een belangrijke rol en de uitkomsten van dit proces kan er dus per regio anders uitzien met behoud van ambitieniveau. Dus geen landelijke blauwdruk!
Wat naar onze mening essentieel is om daadwerkelijk regionale en lokale implementatie en opschaling tot stand te brengen is competentie. Herontwerp van zorg gaat niet vanzelf. Intrinsieke motivatie om het belang van de patiënt te dienen is basisvoorwaarde. Deze is eigenlijk altijd aanwezig, maar dat blijkt toch niet voldoende. Om de brede groep van professionals en bestuurders in beweging te krijgen zijn incentives nodig, wegnemen van belemmeringen, voldoende faciliteiten en vooral beantwoording van de vraag: ‘What is in it for me?’
Noodzakelijke competenties
Zelfs als aan deze voorwaarden is voldaan zal het opnieuw ontwerpen van de zorg niet vanzelf gaan. Waar halen professionals en bestuurders de competentie vandaan om dit effectief te kunnen doen? Zoals het toepassen van kwaliteitsinstrumenten als meten, verbeteren, borgen en het gebruik maken van belangrijke hulpmiddelen als een stroomdiagram, pareto-analyse en een oorzaak-gevolg-diagram. Maar ook het maken en beoordelen van regelkaarten en het toepassen van korte verbetercycli. Of het betrekken van professionals en patiënten en het omgaan met weerstanden. En dan gaat het ook nog om cultuurverandering, leiderschap, onderling vertrouwen, einde vrijblijvendheid, omgaan met dwarsliggers, enz..
Train de trainer
In onze rondgang door het land in gesprekken met bestuurders, professionals en leidinggevenden blijkt steeds weer dat deze competenties niet vanzelfsprekend aanwezig zijn. Daarom wordt er vaak wel met veel goede bedoelingen begonnen, maar bij ontbreken van competenties is mislukking en frustratie ingebouwd. Het ‘wat’ en ‘waarom’ zijn wel duidelijk, maar het ‘hoe’ en ‘door wie’ ontbreken. Juist daarom pleiten wij voor een landelijke initiatief om via landelijke ondersteuning regionale teams competent te maken en te werken via het ’train de trainer’-principe.
Dit ’train de trainer’-principe is tussen 2000 en 2010 door het CBO succesvol toegepast bij de landelijke thematische ‘Doorbraakprojecten’ en bij het integrale programma voor ziekenhuizen ‘Sneller Beter’ (24 ziekenhuizen). In de care wordt deze aanpak nog steeds succesvol uitgevoerd in de door Vilans landelijk ondersteunde programma’s ‘Zorg voor Beter’ en ‘Waardigheid en Trots’ (168 verpleeghuizen!).
Landelijke ondersteuning essentieel
Met de nadruk op regionale/lokale uitvoering, waarbij rekening wordt gehouden met de eigen context, is landelijke ondersteuning onmisbaar om de ambitieuze doelstellingen waar te maken van de Hoofdlijnenakkoorden (‘Juiste Zorg op de Juiste Plaats’). Maar ook om de resultaten van het mooie programma van het Zorginstuut (‘Zorgevaluatie en Gepast Gebruik’) breed te implementeren. Net als de resultaten van het NFU-programma Citrienfonds (‘Juiste Zorg Juiste Informatie Juiste Plek’) en Santeonprogramma’s zoals ‘Value-Based-Healthcare’ en het programma ‘Meetbaar Beter’ voor hartziekten. En niet te vergeten de kwaliteitsinitiatieven van zorgverzekeraars, talrijke E-health innovaties en dergelijke.
Hieronder geven wij aan wat moet gebeuren op nationaal niveau en wat binnen regio’s.
Wat moet er nationaal gebeuren?
• Vaststellen van de urgentie
• Bepalen van het ambitieniveau
• Formuleren van een visie
• Formuleren van doelstellingen
• Aanreiken van kaders
• Afspraken maken met veldpartijen
• Aanreiken van faciliteiten en financiën
• Bieden van positieve incentives
• Wegnemen van belemmeringen
Wat moet er regionaal/lokaal gebeuren?
• Lokaal leiderschap, bestuurlijk en professioneel
• Regionale stuurgroep
• Formuleren van een regiovisie
• Ambitie en doelen vertalen naar eigen context
• Eigen prioriteitsstelling
• Programmatische aanpak
• Gebruik maken van landelijke ondersteuning
• Borging van resultaten regelen
• Cashen van doelmatigheid
• Successen vieren
• Einde vrijblijvendheid
Wie neemt het initiatief?
Sleutelvraag is nu: Wie neemt landelijk het initiatief voor het (opnieuw) opzetten van een landelijke ondersteuningsstructuur om een gestructureerd proces van regionale/lokale implementatie en brede verspreiding van excellente zorg mogelijk te maken? Toch een opdracht voor onze Minister?
Wim Schellekens, voormalig huisarts, ziekenhuisbestuurder, directeur CBO, hoofdinspecteur
Guus Schrijvers, oud-hoogleraar Public Health bij het UMC Utrecht