Het is te hopen dat de NZa de prestatiebeschrijving voor 2016 zodanig aanpast dat de contracteereis om prestaties te mogen declareren komt te vervallen.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft een belangrijke uitspraak gedaan op 1 december 2015. Het CBb heeft bepaald dat de NZa niet de verplichting op mag leggen dat bepaalde prestaties, bijvoorbeeld het plaatsen van een spiraaltje, niet gedeclareerd mogen worden als de huisarts geen contract heeft met de verzekeraar. Het CBb heeft de NZa opgedragen binnen drie maanden een nieuwe prestatiebeschrijving vast te stellen waar dit goed in is geregeld.
Wat heeft de NZa sindsdien gedaan? Op de website van de NZa staat niet dat zij heeft besloten op bezwaar. Dus dat besluit zal dus nog wel komen. De NZa heeft nog tot 1 maart de tijd. Toch is er een vreemde ontwikkeling. De NZa heeft namelijk op 8 december 2015 en 1 februari 2016, dus na de uitspraak van het CBb, de prestatiebeschrijving voor 2016 gewijzigd. In de gewijzigde prestatiebeschrijving voor 2016 zijn nog steeds de bepalingen opgenomen waarvan het CBb had aangegeven dat deze gewijzigd zouden moeten worden.
Nu kan dit technisch juridisch bezien nog wel, want de procedure bij het CBb ziet op de prestatiebeschrijving voor het jaar 2015, maar op z’n zachts gezegd is het wel opmerkelijk dat de NZa voor 2016 wederom een prestatiebeschrijving vaststelt met bepalingen waarvan het CBb voor 2015 heeft aangegeven dat dit niet door de beugel kan.
Gewraakte contracteis
Wat betekent dit? Wil de NZa voor 2016 en de jaren daarna vasthouden aan een koers die volgens het CBb niet kan? Dat is niet duidelijk. De vaststelling van de prestatiebeschrijving voor 2016 staat op zich los van het besluit op bezwaar met betrekking tot de prestatiebeschrijving 2015. Strikt formeel moet tegen deze nieuwe prestatiebeschrijving voor 2016 zelfs opnieuw bezwaar ingesteld worden, want het gaat om een andere periode. Wordt dat nagelaten, dat wordt deze uitspraak verondersteld juist te zijn (formele rechtskracht) en dit kan betekenen dat huisartsen – ondanks de uitspraak van het CBb – voor 2016 toch vastzitten aan de door het CBb gewraakte contracteis voor bepaalde prestaties. Dat zou een uitermate merkwaardige uitkomst zijn.
Wellicht dat de NZa bij haar besluit op bezwaar voor het jaar 2015 gelijk ook de prestatiebeschrijving voor 2016 opnieuw aanpast. Maar als zij dat van plan is, waarom heeft zij dat bij de wijziging op 1 februari 2016 dan nog niet gedaan?
Weeffout
De problematiek wordt complexer omdat eenzelfde weeffout ook voorkomt buiten de huisartsenzorg zelf. Voor zowel de prestatiebeschrijving van huisartsen als verloskundigen geldt dat een bevalling in een geboortehuis alleen in rekening gebracht mag worden als daarvoor een overeenkomst is gesloten met de zorgverzekeraar. De aanvullende vergoeding voor lachgassedatie in een geboortehuis kan ook weer alleen gedeclareerd worden als specifiek daarvoor een overeenkomst is gesloten met een verzekeraar.
Dit kan dus betekenen dat bepaalde verzekerden niet kunnen bevallen (met lachgassedatie) in een geboortehuis omdat hun verzekeraar daar geen overeenkomst voor wilde aangaan. Als daarbij in aanmerking genomen wordt dat je bij een bevalling niet altijd kunt bepalen in welk geboortehuis je bevalt (omdat er niet altijd plek is) is dit extra bezwaarlijk.
Ook voor de farmacie geldt al jarenlang dat de opslag voor zorg tijdens diensturen alleen voor gecontracteerde dienstwaarneming gedeclareerd mag worden. Dit betekent voor dienstapotheken dat zij zonder contract met de verzekeraar deze toeslag niet in rekening mogen brengen.
Het is afwachten of de NZa als zij alsnog op het bezwaar van de huisartsen beslist en een nieuw besluit neemt over de prestatiebeschrijving 2015, ook de prestatiebeschrijving voor 2016 zal aanpassen. Het lijkt onvermijdelijk dat de NZa dit wel doet. Want met iedere andere beslissing die zij neemt legt zij de facto de uitspraak van het CBb naast zich neer. Het is te hopen dat de NZa wel alsnog de prestatiebeschrijving voor 2016 aanpast en gelijk ook andere prestatiebeschrijvingen zodanig aanpast dat de contracteereis om prestaties te mogen declareren komt te vervallen.
Partner bij Eldermans|Geerts