Het onlangs door de regering gepubliceerde preventieakkoord benoemt een groot aantal maatregelen die gezondheidswinst moeten opleveren en gezondheidsproblemen moeten voorkomen. Ook zorgverzekeraars zijn deelnemer aan de uitvoering van het akkoord en kunnen een belangrijke rol spelen bij het succes daarvan.
De verzekeraars zullen ook wel moeten vanwege de maatschappelijke druk om iets aan preventie te doen. Probleem is alleen dat investeren in preventie voor zorgverzekeraars lastig – want economisch weinig interessant – is.
Kosten
Waarom is preventie voor verzekeraars weinig interessant? Investeren in preventie betekent dat zorgverzekeraars de kosten moeten doorberekenen in de premies. Die wordt dus hoger dan de premie van de concurrent die daar minder in investeert. De effecten van de kostbare maatregelen kunnen pas na langere periode merkbaar zijn. Bovendien zullen verzekerden met weinig klachten eerder kiezen voor een goedkopere verzekeraar. Zie daar het dilemma: investeren in preventie kost verzekerden.
Is daar wat aan te doen? Dat is lastig. Een mogelijke oplossing zou kunnen liggen in de aanpassing van het systeem van nacalculatie. Hoe werkt dat dan?
Big data
Voor 2012 werden verzekeraars door de overheid voorzien van budgetten gebaseerd op een voorcalculatie en een nacalculatie. Het vereveningssysteem, dat nog steeds bestaat, voorkomt dat verzekeraars, die een acceptatieplicht hebben, onevenredig worden benadeeld als zij veel verzekerden met grote risico’s hebben. Op basis van parameters (onder meer leeftijd, geslacht, woonplaats, inkomen, medicijngebruik) krijgen zij vooraf (ex ante) compensatie. Naderhand (ex post) vond er tot 2012 een afrekening plaats op basis van de werkelijk gerealiseerde kosten. Toen is besloten de nacalculatie ex post af te bouwen om verzekeraars meer risico te laten lopen en daardoor doelmatiger zorg in te kopen. Daardoor kunnen zij zich meer onderscheidend van elkaar opstellen, zo was de gedachte. Voor wijzigingen in aantallen en soort verzekerden vindt nog wel een naverrekening plaats, de ex-post verrekening op verzekerdenniveau. Maar bij de criteria wordt geen rekening gehouden met de effecten van preventiemaatregelen.
Als de nacalculatie wordt ingericht op een andere manier, dan kan deze worden toegespitst op de effecten van preventiemaatregelen en kunnen zorgverzekeraars die daarin investeren worden beloond. Van belang in dit verband is dat:
• zorgverzekeraars voorstander zijn van uitkomstgebonden bekostiging en het meetbaar maken van de kwaliteit van zorg ten behoeve van de zorginkoop;
• big data daarbij een steeds belangrijker rol spelen.
Onderscheiden op uitkomsten
Waarschijnlijk is het nu al mogelijk om parameters zodanig in te richten dat de effecten van gezondheidsbevorderende maatregelen kunnen worden gemeten. In elk geval zal dit op korte termijn het geval zijn vanwege de snelheid van de ontwikkelingen op dit terrein. Door de mogelijkheid te creëren de effecten van deze maatregelen voor de toekomst te meten en financieel mee te laten wegen, kan de zorgverzekeraar die investeert in preventie daar ook zelf de vruchten van plukken. Resultaat: macro economisch lagere zorgkosten (en daarmee premies) omdat verzekerden op termijn gezonder zullen zijn.
Zodra verzekeraars de uitkomsten van preventiemaatregelen kunnen meten via big data – en mogelijk is dat nu al – kan herinvoering van een op preventie toegespitste nacalculatie, die meetbare resultaten beloont, immers niet alleen stimuleren dat verzekeraars meer maatregelen gaan nemen, maar ook ervoor zorgen dat de verzekeraar die de meest effectieve maatregelen neemt daarvoor wordt beloond en niet alleen gezondere verzekerden heeft, maar ook lagere premies. Zo kun je je ook onderscheiden.
Wellicht een leuk idee om mee te nemen in dit nieuwe jaar.