In een ecosysteem zien we de wijken en de buurten waarin we wonen als wat ze zijn: onze buurt. Het ecosysteem werkt door te denken vanuit de definitie van een ecosysteem: een bepaald gebied waar planten, dieren en elementen van elkaar afhankelijk zijn om te overleven. Door buurten en wijken te zien als gebieden waarin inwoners, met elkaar, met hun problematiek en met een breed scala aan oplossingen afhankelijk van elkaar zijn om samen gezond te leven.
Ecosysteem mentale gezondheid
Een goed voorbeeld hiervan is een ecosysteem mentale gezondheid. Mentale problemen zijn er genoeg, twintig procent van ons heeft er jaarlijks mee te maken. Deze problemen lossen we over het algemeen op met specialistische ggz. Dat zou nog goed kunnen als er genoeg specialistische ggz is, én het betaalbaar is. Maar die luxe is er niet, er is maar voor zeven procent van de inwoners capaciteit in specialistische ggz, de wachtlijsten zijn lang en we kunnen het eigenlijk ook niet betalen.
En dat terwijl in veel gevallen een oplossing laagdrempelig en in de buurt net zo goed is en misschien wel beter werkt. Een oplossing waarbij we mensen uit de wijk inzetten. Bijvoorbeeld met welzijnswerkers die kunnen helpen, met ervaringsdeskundigen die door hun perspectief en inlevend vermogen een heel belangrijke rol kunnen vervullen, en met groepsgericht aanbod in een wijkcentrum waar deelnemers samen en van elkaar leren. Zo organiseren we de zorg juist in een ecosysteem om de hulpvrager heen. Er blijft daarnaast hoogcomplexe problematiek waar hoogcomplexe hulp voor nodig is. Die moet ook blijven.
Een ecosysteem voor ouderen
Zo’n ecosysteem, waarin meer bronnen in de omgeving van een hulpvrager aangeboord worden dan specialistische zorg, zou je ook kunnen bouwen voor ouderen. Die soms hulp nodig hebben en soms hulp vragen waar eigenlijk contact nodig is. En contact vraagt veel minder specialistische kennis, dan wat we tot nu toe bieden.
Hoe organiseren we een ecosysteem?
Dat klinkt allemaal mooi, maar hoe organiseer en financier je zo’n ecosysteem? Dat is waar het botst, piept en kraakt. Want een ecosysteem financieren kunnen we eigenlijk helemaal niet. We zijn gewend te denken in gespecialiseerde zorg, in zorg per individu, in betaaltitels en in declaraties. En niet in investeringen in een ecosysteem die zich minder goed laten monetariseren en individualiseren.
Het Ministerie van VWS, de Nederlandse Zorg Autoriteit, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en verzekeraars, ze worstelen er allemaal mee. En dat is begrijpelijk want dit vraagt om een benadering van ons systeem die dermate anders is dan hoe we het ooit bedacht hadden. Maar we moeten wel, want we hebben weinig alternatieven om het anders te doen.
Laat het maar piepen en kraken!
Laat het maar piepen en kraken. Want dat geeft aan dat we werken aan een transitie. We breken iets af en bouwen tegelijkertijd iets op. En dat kost tijd. Er zullen zaken tijdelijk mislopen, we zullen tegen dingen aanlopen waar we niet aan hebben gedacht en er zullen partijen boos van tafel weglopen. Maar deze transitie van de zorg is onvermijdelijk en zal uiteindelijk leiden tot een betere en duurzamere inrichting van een gezondere maatschappij. Een fase van chaos hoort bij de transitie. Dat die er nu is, is een teken dat we op de goede weg zitten. Die ecosystemen, die komen er wel.
Philippe Sprenger
Directeur/Bestuurder Raedelijn