Nederland staat bekend om haar poldermodel. Deze werkwijze gericht op samenwerking en consensus zien we terug in diverse sectoren, waaronder de zorg.
Ik ben ervan overtuigd dat we de Juiste Zorg op de Juiste Plek alleen kunnen realiseren als alle partijen elkaar vinden. Regionale netwerken schieten daartoe als paddenstoelen uit de grond. We zijn continu met elkaar in gesprek. Maar leiden deze gesprekken ook tot resultaat?
Begin april viel het me opnieuw op dat netwerken steeds belangrijker worden. Zowel de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) als de Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (SAZ) overhandigden Minister Bruins een rapport. Beide organisaties willen verandering van zorg realiseren met regionale netwerken en claimen hierbij een regierol. Het wordt druk aan het hoofd van de tafel.
Taai
Als inkoopmanager bij Menzis en voorheen als (transmuraal) manager van een ziekenhuis ben ik regelmatig betrokken bij (regionale) netwerken. En ik moet eerlijk zeggen: soms zijn die overleggen behoorlijk taai. Niet zelden is het perspectief van de patiënt en de dokter ver weg. Er ontbreekt vaak een duidelijk of haalbaar doel, er is onvoldoende bestuurlijk commitment of aanwezigen hebben geen mandaat. Daarnaast ontbreekt soms gebrek aan urgentie. In deze gevallen is de impact van dit soort netwerken beperkt. Een hoop gepraat, zonder resultaat.
De minister benoemde het pijnlijk treffend, bij het ontvangen van het NFU-rapport: “Ik zie uit naar de gesprekken om iets van voortgang of resultaat te krijgen, en laten we daar niet jaren mee wachten”. “Iets van voortgang” kunnen we ons niet permitteren: de urgentie van Juiste Zorg op de Juiste Plek vraagt nú om verbetering en om effectieve netwerken.
Netwerken
Ook ik voel me aangesproken. Want ook wij als zorgverzekeraar vinden overleg in de regio van cruciaal belang. En we praten dus wat af. Ik probeer me hierbij continu af te vragen, of dit overleg effectief is. Een mooi voorbeeld is onze betrokkenheid bij de transformatie van de zorg in Drenthe en Zuidoost-Groningen met meerdere zorgaanbieders en zorgverzekeraars, in gesprek met gemeenten en burgers. Ook zijn we recent met het ZGT het traject ‘Zorg voor morgen: waardegerichte zorg in de regio’ gestart. Aan de tafel zitten niet alleen ZGT en Menzis, maar ook de huisartsen en de VVT: op bestuurlijk niveau sturen we hier maandelijks op concrete resultaat. Ook gemeenten en provincies sluiten zich steeds vaker aan in netwerken bij zorgorganisaties rondom de problematiek van bijvoorbeeld kwetsbare ouderen. Met elkaar zijn we het aan onze patiënten en verzekerden verplicht om tot echte resultaten te komen. En hoe sneller hoe beter.
Ik stel mezelf daarom de volgende vragen voor ik ja zeg tegen een nieuw netwerk:
– Is het te bereiken doel duidelijk (of is het netwerk het doel op zich)? Zo’n doel mag best spannend zijn, om voldoende urgentie te krijgen. En moet altijd gericht zijn op waarde voor de patiënt of verzekerde.
– Is het te bereiken doel realistisch (een luchtkasteel van ambities staat mooi op papier, maar is praktisch niet haalbaar)
– Is er een planning en wordt de voortgang gemonitord (en door wie wordt er ingegrepen als de voortgang onvoldoende is, en werken we “agile”?)
– Zijn er soortgelijke netwerken en is bekend wat hun ervaringen zijn (voorkom dat je het wiel opnieuw uitvindt en bespaar kostbare tijd door niet dezelfde fouten te maken)
– Is er commitment en het juiste mandaat van alle betrokken partijen en personen?
En last but not least: Zitten de juiste mensen aan tafel (de juiste mensen op de juiste plek)? En kunnen wij als zorgverzekeraar een zinnige bijdrage leveren in het versnellen of de kans van slagen van trajecten?
Gelijkwaardigheid
Hierbij geldt: Maak als organisatie geen halszaak van het claimen van de ‘regiefunctie’. Een stevig netwerk kenmerkt zich door de gelijkwaardigheid van de partners aan de tafel. Er is niet één partij die hier de overhand in heeft. Waar het bij de een ophoudt, begint het voor de ander. Afhankelijk van het doel zal de participatie van een UMC in een netwerk heel gewenst zijn, soms juist niet. Soms zal een regionaal ziekenhuis een netwerk initiëren, soms een VVT-organisatie. Soms kan een zorgverzekeraar een verbindende rol spelen, soms is dit niet nodig. Het initiatief om een netwerk te starten is cruciaal, maar voor het succes van het netwerk is de bevlogenheid van de andere partijen net zo belangrijk.
In alle gevallen worden succesvolle netwerken gekenmerkt door visie en ambitie. Daar is volgens mij geen tekort aan. Laten we samen de verwachtingen van de minister overtreffen!