Onlangs presenteerde directeur Inge de Weerdt van de Nederlandse Diabetes Federatie (NDF) aan Paul Huyts, directeur-generaal van het ministerie van VWS, het addendum Geïndiceerde Preventie bij Diabetes. “Het betekent dat preventie definitief is verankerd in de zorgketen. Dat is een mijlpaal voor de hele zorgsector, niet alleen diabetes”, zei De Weerdt bij deze gelegenheid.
Addendum
Blij, blij, blij, natuurlijk, om zoiets te lezen. Daar snakken wij mensen van de preventie naar. Maar we willen wel het naadje van de kous weten van dit Addendum! Dan komen de vragen.
Indicatie
Het addendum Geïndiceerde Preventie bij Diabetes gaat uitgebreid in op het verschil tussen selectieve preventie (de zorgverlener zoekt actief naar mensen die een verhoogd risico zouden kunnen hebben) en geïndiceerde preventie (mensen komen zelf met een vraag bij de zorgverlener). Geïndiceerde preventie valt onder verzekerde zorg; selectieve preventie niet. Het College Voor Zorgverzekeringen (CVZ) onderstreepte deze definitie op een vraag van de NDF. De enige ruimte voor initiatief van de hulpverlener is er als een risicopatiënt met een andere vraag bij de hulpverlener komt; dan mag de hulpverlener ook gaan onderzoeken of er Diabetes Mellitus (DM) is. Maar er is niets nieuws onder de zon, argumenteert het CVZ.
Risico op diabetes bij normale glucosewaarde
Als er bij een patiënt door middel van een aantal vragen een verhoogd risico op diabetes wordt vastgesteld, wordt een glucosewaarde in het bloed bepaald. Als die normaal is, dan “kan de professional de clie?nt op weg helpen naar een gezonde leefstijl door het geven van individuele leefstijladviezen.” Gelukkig kan iedere huisarts nu al aan een dikke patiënt met een hoge bloeddruk en diabetes in de familie leefstijladviezen geven, of bezien of de patiënt onder een andere zorgstandaard valt. Het Addendum Geïndiceerde Preventie bij Diabetes verbetert preventie voor deze groep niet.
Risico op diabetes bij gestoorde glucosewaarde
Als nu de glucosewaarde boven een bepaalde afkapwaarde (5,6 mmol/l) is, spreken we van ‘gestoorde nuchtere glucosewaarde’ en treedt volgens het Addendum een behandelprogramma in werking. De NHG standaard diabetes stelt de diagnose DM bij een glucosewaarde boven 6,0 mmol/l. Dus het gaat in het Addendum over een groep mensen, die een bloedglucose hebben net onder de arbitraire grens van de diagnose diabetes. Ze hebben – zeg maar – bijna-diabetes.
Mijlpaal?
Het Addendum beschrijft keurig alle stappen voor de behandeling, de organisatie eromheen, kwaliteitsindicatoren, etc. Niets mis mee. Maar wie de NHG standaard Diabetes Mellitus type 2 leest, vindt – weliswaar veel beknopter – dezelfde instructies als in het Addendum bij de diagnose diabetes. Het zorginkoopdocument van Achmea 2012 voor ketenzorg voor diabetes type 2 vergoedt voor diabetespatiënten ook dezelfde activiteiten als in het Addendum worden genoemd. Het Addendum zet nog eens duidelijk op een rijtje wat we al weten.
Minipaal?
Het blijft bij me knagen, wat is nu de mijlpaal, waar de NDF over spreekt? Eigenlijk wordt geïndiceerde preventie slechts een heel klein beetje opgerekt. Inge de Weerdt is “ervan overtuigd dat preventie de sleutel is tot een toekomstbestendige zorg. Ook om die reden zeggen we, preventie is de vrijblijvendheid voorbij.” Daar ben ik het natuurlijk van harte mee eens.
Nog even met de NDF gebeld: “Ja, in de diabeteswereld is het een mijlpaal, omdat nu al bij bijna-diabetes actie ondernomen kan worden en – als de zorgverzekeraars instemmen – meer vergoed worden uit het basispakket”.
Vanuit mijn gezichtpunt blijft het een minipaal, want waarom wachten tot bijna-diabetes wordt vastgesteld, terwijl de risicofactoren duidelijk zijn? Ik wacht nog op de mijlpaal, dat selectieve preventie onderdeel wordt van de reguliere zorg. Dank NDF, voor het bereiken van deze opening. Selectieve preventie is duidelijk een punt dat meegenomen moet worden in het convenant dat de regering met zorgverzekeraars gaat sluiten over preventie. Pas dan spreek ik van een mijlpaal.