Het gemak waarmee het Nationaal zorgfonds als dé oplossing wordt gepositioneerd, en ons huidige zorgverzekeringsstelsel aan de kant wordt geschoven, wekt verbazing. Juist nu er duidelijke tekenen van vooruitgang zijn.
Een diverse groep bestaande uit politici, zorgverleners, tv-persoonlijkheden maakte zich in het NRC Handelsblad sterk voor een Nationaal zorgfonds. Een bekend pleidooi: concurrerende, op winst gerichte zorgverzekeraars hebben geen oog voor kwaliteit en werken inefficiëntie in de hand, zo luidt het. Wij verbazen ons hierover.
Ten eerste weten we dat nationale zorgsystemen niet per definitie beter scoren. De veelgeprezen National Health Service (NHS) in Groot-Brittannië kent weliswaar relatief lage kosten, maar de tekorten nemen dramatisch toe, wachtlijsten zijn twee keer zo lang als in Nederland en er is sprake van een verlammende bureaucratie.
Kostengroei
Ten tweede valt er veel af te dingen op de stelling dat ons stelsel faalt. De kostengroei ligt op het laagste niveau van de afgelopen 35 jaar en Nederland doet het met haar zevende plaats op de lijst van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) veel minder slecht dan voorheen. De groei wordt bovendien voornamelijk nog gedreven door langdurige zorg, waar budgetten direct door de overheid worden beheerd, en de beheerskosten zijn vandaag relatief lager dan ten tijde van het oude systeem.
Wachttijden zijn in Nederland significant teruggebracht sinds 2006. Voor veelvoorkomende ingrepen zoals een heupvervanging is de wachttijd met meer dan 10 procent gedaald. Ook in de ggz, waarover berichten verschijnen dat de wachttijden oplopen, stelt de Nederlandse Zorgautoriteit vast dat er juist sprake is van een afname in wachttijd over een langere periode sinds 2010. Het onderzoeksinstituut NIVEL trekt eenzelfde conclusie voor eerstelijns psychologie.
Aantoonbaar beter
We zien tenslotte ook geen signalen dat het systeem verbetering van zorgkwaliteit in de weg staat. Meer dan 90 procent van de patiënten waardeert de geboden zorg positief, wat aansluit bij het rapport van de European Consumer Health Index, waar Nederland al jarenlang bovenaan staat. Ook de OESO laat zien dat Nederland hoog scoort op diverse kwaliteitsindicatoren, en zorgkwaliteit is ook aantoonbaar beter geworden over de afgelopen tien jaar; zo is het 30-dagen sterftecijfer voor patiënten met een hartaanval met 42 procent gedaald.
Natuurlijk kan ons huidige systeem altijd beter. Maar juist de laatste jaren zien we dat hier grote stappen ingezet worden door zorgverleners, zorgverzekeraars en patiënten. Zo heeft Achmea concrete kwaliteitsindicatoren gedefinieerd waarop het in de toekomst wil gaan sturen en zetten VGZ en CZ met succes in op kwaliteitsallianties met zorgverleners, om overbehandeling en zinloze zorg uit te bannen. Laten we deze koers voortzetten en geen stap terugzetten door energie te verspillen aan een nieuw risicovol stelsel.
Sander Visser en Jan Kremer en coauteurs Lucas van Rossem en Charlotte Broek