Sommige ontwikkelingen zijn zo groot en gaan zo geleidelijk dat je nauwelijks opmerkt dat ze op je afkomen. Totdat het vijf voor twaalf is. Klimaatverandering is er een van, de demografische ontwikkeling van Nederland een andere. De focus ligt op de korte termijn, op COVID en op allerlei urgente zaken waarvoor binnen één kabinetsperiode oplossingen gerealiseerd moeten worden. Begrijpelijk. Maar we moeten ons ook inzetten voor die andere, langetermijnvraagstukken, die vaak complex zijn. En ook daar moeten we vandaag mee beginnen.
Doemscenario
Van elke zes werknemers in Nederland werkt er momenteel al 1 in de zorg, volgens het CBS. Als we het huidige zorgniveau willen handhaven, moeten dat er straks 1 op de 3 worden. Over ruim 8 jaar, in 2030, zijn er ruim 2 miljoen ouderen van 75 jaar of ouder; 12 procent van onze bevolking. Dit is, als er niets verandert in onze ouderenzorg, voor een samenleving niet meer te dragen. Realiseren we ons voldoende welk doemscenario dreigt?
Rapporten en plannen
Gepraat en nagedacht wordt er genoeg. In 2018 verscheen het Pact voor de Ouderenzorg, een plan van zorgaanbieders, verzekeraars, gemeenten en bedrijven om ‘aan de slag te gaan’. In juni 2020 kwam de commissie Toekomst zorg thuiswonende ouderen onder leiding van oud-minister Wouter Bos met aanbevelingen.
Begin van het jaar 2021 startte het ministerie van VWS een consultatie over de toekomst van de ouderenzorg. Rond diezelfde tijd kwam een rapport uit, in opdracht van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, over hoe een aantal andere westerse landen hun vergrijzing aanpakt.
De tijd van verder zoeken is voorbij. In de optelsom van al die rapporten zijn de contouren van de gewenste acties al duidelijk: er wordt een veel en veel grotere bijdrage gevraagd van de samenleving om de ouderen een waardige oude dag te geven, en niet alleen in financiële zin. Het moet anders en daar moet de hele samenleving aan meehelpen.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) onderstreepte de urgentie in haar meest recente rapport vorige week. Kort samengevat: duidelijke keuzes van de overheid ontbreken, de gezondheidszorg is niet klaar voor de toekomst.
In actie komen
Een kleine en hoopgevende start is gelukkig al wel gemaakt, terwijl bijna niemand het opmerkte. In het debat rondom ouderenhuisvesting op 6 juli nam de Tweede Kamer nam een aantal moties aan over de toekomst van de ouderenhuisvesting.
Een groep experts bood op 13 september een serie concrete voorstellen aan de Tweede Kamer aan om de broodnodige volgende stappen nu te zetten. Daaronder het idee om alle leerlingen van het voortgezet onderwijs ‘maatje’ te laten worden van een oudere die niet familie van hem of haar is.
En een voorstel om de dienstplicht weer in te voeren voor mannen en vrouwen van tussen de 18 en 22 jaar, maar nu alleen en exclusief in te vullen in de ouderenzorg. En het voorstel om jongeren huurverlaging te geven als ze structureel informele zorg verlenen.
Maar het is niet alleen de politiek die in actie moet komen. Ook in de zorg zelf kunnen we meer doorpakken. Overal in Nederland zijn er in de ouderenzorg prachtige pilots’ en ‘proeftuinen’ opgezet. Er moet opgeschaald worden als iets werkt. Succes wordt nu onvoldoende gekopieerd, het wiel vaak opnieuw uitgevonden.
Offers brengen
En ook bij ouderen en de jonge generatie moet de knop om. De oudere generatie moet zich mentaal voorbereiden op mindere zorg dan wat nu gangbaar is. En niet alleen mentaal; ouderen kunnen zich bijvoorbeeld al voorbereiden door na te denken hoe aanpassingen in de eigen woning eruit moeten gaan zien. En de jonge generatie moet offers gaan brengen. Voor iedereen geldt: focus op gezondheid, op gezond oud worden, fit ziek worden, moet voorrang krijgen.
Onze ouderen hebben recht op een menselijke oude dag. Dat vraagt keuzes en inzet van ons allemaal, van de ouderen zelf, van de jongere generaties, van de politiek en van ‘de’ zorg. Iemand zei mij pas: “we survive cancer to suffer Alzheimer”. Moet dat echt zo, of kunnen we ons inzetten voor beide: cure en care? Ja, investeren in genezen én een waardige oude dag. Wie helpt mee?
Karien van Gennip
Voorzitter raad van bestuur VGZ