Rond de jaarwisseling krijgt acute schade aan het oog veroorzaakt door vuurwerk, even flink aandacht. De absurditeit rond deze maatschappelijk totaal onverantwoord inluiden van het nieuwe jaar wordt breed belicht en de verontwaardiging over het effect is altijd weer groot.
Het Oogziekenhuis Rotterdam wordt dan het trieste middelpunt van de belangstelling, met veelal als resultaat een onacceptabel aantal blinde of zeer ernstig beschadigde ogen. Partijen die geconfronteerd worden met deze effecten proberen na zo’n jaarwisseling de discussie hierover levend te houden. Echter ebt die aandacht in de loop van het jaar weer weg en komt er geen nationaal verbod en aan het eind het jaar laait de discussie wederom op. Maar visueel gezien is er meer aan de hand.
Effectiviteit
Tien jaar geleden lanceerde Het Oogziekenhuis Rotterdam en het Oogzorgnetwerk de OOGbussen. Middels een geavanceerde mobiele organisatie wisten de vijf OOGbussen gedurende vijf jaar meer dan 140 duizend 55-plussers te bereiken, in samenwerking met enkele zorgverzekeraars. Het betrof bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen, alsmede degenen die binnen datzelfde postcodegebied woonden. In een onderzoek naar de effectiviteit van deze mobiele oogzorg werden nut, noodzaak, kwaliteit, effect en maatschappelijke winst aangetoond. Iedere vijf screeningen in de OOGbus leidden tot één cliënt met aantoonbare gezondheidswinst.
Helaas bleek dat onvoldoende grond voor verdere financiering. Vanuit haar ondernemerschap en heilig geloof in dit concept gingen de initiatiefnemers op zoek naar nieuwe vormen van financierbare, vroegtijdige screening van vermijdbare blindheid of slechtziendheid. Geëxperimenteerd werd met een systeem van zelfbetalers tot exportproposities naar onder meer China, Singapore en België.
Screening
Inmiddels is gestart met screening van beroepsgroepen vanaf 45 jaar. In die beroepsgroepen wordt zo’n 6 tot 7 procent vermeenbare pathologie gevonden, welke intramuraal vervolgonderzoek verlangt. Bij een van die beroepsgroepen is veel aandacht voor beschermbrillen op sterkte en wordt er nauwelijks doorverwezen naar de optiek. Bij de andere beroepsgroep wordt een substantieel deel verwezen naar de optiek voor aanpassing (meer dan 15 procent).
Oogarts Richard Zegers van het Diakonessenhuis in Utrecht/Zeist nam zelf ook een keer de proef op de som door een beperkt veldonderzoek naar de visuele rijvaardigheid bij 65-plussers. Hij parkeerde een OOGbus bij een supermarkt in Wijk bij Duurstede en onderzocht 36 personen met een gemiddelde leeftijd van 72 jaar. Het bleek dat een aanzienlijk deel van de onderzochte chauffeurs niet voldeden aan de landelijk vastgestelde visuele eisen voor rijgeschiktheid.
Onvoldoende bewust
Resumerend kan dus gesteld worden dat uit verschillende onderzoeken en ervaringen van de afgelopen tien jaar met de OOGbussen een substantieel deel van de Nederlandse bevolking zich onvoldoende bewust is van hun slechte visus. Zij begeven zich in het verkeer onder meer op e-bikes of veroorzaken risicovolle situaties tijdens hun werkzaamheden. Hoe krijgen we dit probleem op het netvlies van de Nederlander, als ze nog steeds elke jaarwisseling voor miljoenen de lucht in schieten (geld is dus geen probleem) en het aantal verloren ogen blijkbaar voor lief nemen?
Directeur van het Oogzorgnetwerk