KWF Kankerbestrijding financiert veel onderzoeken die de gehele breedte van de kankerbestrijding beslaan. Bij onderzoeken met cel- en gentherapie zien we dat knellende regelgeving de invoering van bepaalde nieuwe behandelingen afremt.
Cel- en gentherapie is een spannende, veelbelovende tak van kankeronderzoek. Het gaat daarbij om behandelingen waarin cellen of organismen worden aangepast om kanker aan te pakken. Denk aan aanpassingen die afweercellen van patiënten in staat stellen om kankercellen op te sporen én aan te vallen. Of genetische modificatie van virussen die zich daardoor heel specifiek op de tumor richten. Onderzoeken met als doel een effectievere behandeling van kanker met minder bijwerkingen.
Waar knelt het?
De ontwikkelingen gaan aan de onderzoekskant snel, maar we zien dat de doorstroom naar toepassingen voor de patiënt stokt. Volgens de Europese richtlijnen zijn er twee soorten regimes voor het werken met genetisch gemodificeerde organismen. Een lichte variant voor experimenten in een afgesloten ruimte (‘Ingeperkt gebruik’) en een zwaardere voor het geval er een milieurisico is (‘Introductie in het milieu’).
In Nederland wordt standaard uitgegaan van een milieurisico en dus de zwaardere variant. Als reden wordt opgevoerd dat de genetisch gemodificeerde organismen via bijvoorbeeld urine in het milieu kunnen komen. Tot onbegrip van artsen en onderzoekers die stellen dat dergelijke producten niet overleven buiten het lichaam. De regelgeving beperkt onderzoekers hun bevindingen in Nederland snel te kunnen doorontwikkelen naar toepassingen voor de patiënt. Klinische studies naar de effectiviteit van deze nieuwe geneesmiddelen worden steeds minder in Nederland maar in Duitsland, België of het Verenigd Koninkrijk gedaan waar op basis van dezelfde EU-regels gekozen is voor het lichtere regime.
Neem hindernissen weg
Terwijl heel Nederland zich afgelopen week massaal achter zwemheld Maarten van der Weijden schaarde om kankeronderzoek te faciliteren, is nu de politiek aan zet. KWF is niet tegen toetsing op milieurisico’s, maar die toetsing moet wel reëel zijn.
De tijd is nu rijp om de regels omtrent klinisch onderzoek met genetisch gemodificeerde organismen aan te passen. De wet moet daarvoor niet aangepast worden. Dat zou ook te lang duren en kankerpatiënten kunnen daar niet op wachten. Een aanpassing van lagere milieuregelgeving (Besluit GGO en Regeling GGO) op korte termijn is goed mogelijk, zodat ook in ons land voor dit soort geneesmiddelen een lichter beoordelingsregime gaat gelden, tenzij in een uitzonderlijk geval wordt aangetoond dat er daadwerkelijk sprake is van een milieurisico.
Ik roep politici op om tijdens het overleg van woensdag 3 juli de minister van Infrastructuur en Waterstaat hiertoe te bewegen, en zo de hindernissen voor moderne behandelingen voor kankerpatiënten weg te nemen.