Onlangs was ik bij een bijeenkomst voor interim-managers in de zorg. De conclusie van de avond was dat de zorg van ‘samen werken’ toe moet naar ‘samenwerken’. Op papier een verschil van één spatie, maar in de praktijk betekent dit veel meer.
Het betekent overleggen over hoe het werk het beste gedaan kan worden, wie dat het beste kan doen en wat u kunt doen om dubbel werk te voorkomen. Sinds 2006 hebben we een stelsel waarin aanbieders elkaar horen te beconcurreren op prijs en kwaliteit. Het huidige stelsel heeft veel oude problemen opgelost, maar er zijn nieuwe weeffouten ontstaan. En door die weeffouten gaan steeds vaker stemmen op om dit stelsel ook weer bij het oud vuil te zetten.
Samenwerken is het nieuwe toverwoord. Ziekenhuizen moeten gaan samenwerken en kunnen vervolgens de aandoeningen onderling verdelen. Maurice van den Bosch, voorzitter raad van bestuur van het OLVG, stelt in het interview in dit Skipr magazine zelfs dat we het niet meer over marktwerking moeten hebben. “Ik gebruik liever het woord segmentering: samen de optimale patiëntenzorg dienen.”
De commissie Werken in de Zorg adviseert zorgorganisaties samen op te trekken in hun personeelsbeleid en afspraken te maken om elkaars personeel niet te werven. Dit klinkt allemaal heel verstandig, maar mag het ook? De Autoriteit Consument & Markt stelt dat samenwerking tussen concurrenten mag. Bijvoorbeeld om gezamenlijk onderzoek te doen of nieuwe producten te ontwikkelen.
Concurrenten mogen echter geen klanten of werkgebieden onderling verdelen of afspraken maken om géén personeel van elkaar over te nemen. En dat is wel wat er in toenemende mate gebeurt.
Velen vinden de zorg is geen markt, maar we spreken wel van gereguleerde marktwerking. Dat heeft voors en tegens, zoals u in het nieuwste Skipr magazine kunt lezen. Maar er lijkt zich nu zo langzamerhand een nieuw fenomeen op te werpen: namelijk dat van gereguleerde kartelvorming.
Hoofdredacteur Skipr, Zorgvisie en Qruxx