Het artikel in de Volkskrant van 19 april met de opwindende titel ‘Deze artsen voeren een revolutie aan’ laat mij niet los. Het is zeker een mooi voorbeeld van hoe intensieve samenwerking tussen huisartsen en medisch specialisten de kwaliteit voor de patiënt kan verhogen en tegelijkertijd de zorgkosten verlaagt. Ab Klink, bestuurder van VGZ, wordt als een van de geestelijke vaders van het plan genoemd. Maar het is niet revolutionair, zoals door de Volkskrant wordt gesuggereerd.
Er zijn in de loop der jaren in het hele land al vele pilots uitgevoerd op het vlak van substitutie tussen de tweede en de eerste lijn. Zo liepen er begin jaren ’90 al ‘revolutionaire’ projecten in onder meer Maastricht. Het ging hier om de invoering van de consultfunctie cardioloog-huisarts, waarbij de cardioloog samen met de huisarts spreekuur hield in een aantal huisartsenpraktijken. Het project leidde tot hogere kwaliteit, want de cardioloog en de huisarts spraken samen de patiënt, minder ziekenhuisbezoek voor de patiënt en gedegen kennisuitwisseling tussen cardioloog en huisarts.
Een aantal landelijke organisaties hoopte dit en andere goede voorbeelden uit te kunnen rollen, met als inzet: hogere kwaliteit en lagere premies. VGZ (!) steunde dit initiatief. Landelijk zaten de partijen echter niet op één lijn (lokaal wel!) en het plan om goede voorbeelden landelijk uit te rollen werd gestopt. Reden was dat partijen niet dezelfde inhoudelijke en financiële belangen hadden. Ook was de Rijksoverheid al teruggetreden.
Samenwerking niet vanzelfsprekend?
Waarom goede samenwerkingstrajecten in de zorg de afgelopen decennia niet gebruikelijk zijn, heeft volgens mij te maken met de ondoorzichtige en complexe financiering van de zorg, concurrerende zorgaanbieders, de sterke positie van zorgverzekeraars en vooral met een Rijksoverheid die geen overzicht heeft en weinig regie uitvoert over de samenwerking in de zorg.
Sinds de invoering van de marktwerking is de overheid de regie langzamerhand kwijtgeraakt. In plaats daarvan probeert zij de transparantie, die geldt als noodzakelijke voorwaarde voor marktwerking gestalte te geven door steeds weer nieuw geld te steken in de ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren. Dit gebeurt overigens zonder de uitwerking van bestaande kwaliteitsstelsels gedegen te evalueren en te verbeteren. Het gevolg hiervan is vooral een wildgroei aan kwaliteitsindexen en -keurmerken, niet een vergroting van de transparantie.
De innovaties van het Beatrixziekenhuis
Waarom worden de mooie samenwerkingsprojecten tussen het Beatrixziekenhuis en de huisartsen nu wel omarmd en door VGZ gefinancierd? Na wat speurwerk vallen mij twee punten op:
- Het ziekenhuis maakt onderdeel uit van een grotere organisatie, de Rivas Zorggroep, die onder meer ziekenhuiszorg, thuiszorg, revalidatie en ouderenzorg bied. De risico’s zijn dus wellicht meer gespreid dan bij andere ziekenhuizen.
- De Rivas Zorggroep biedt een voordeelpas voor korting op de zorgverzekering VGZ. Er is dus sprake van een andere relatie tussen een zorgverzekeraar en een zorginstelling dan gebruikelijk.
Vragen die dit alles oproept zijn:
- Wanneer de ziekenhuisproductie in het huidige stelsel daalt – VGZ denkt dat een kwart van de zorg in ziekenhuizen efficiënter en goedkoper kan – komt de financiering van vaste lasten en het aflossen van de hoge leningen in de knel. Wie betaalt dit?
- Hoe staat de NZa tegenover de samenwerking tussen de Rivas Zorggroep en VGZ? Hoe verhoudt deze bijzondere samenwerking zich tot de spelregels van de markt? Valt dit onder verticale integratie?
- Ab Klink was vanaf 2007 tot 2010 minister van VWS. Nu is hij bestuurder bij VGZ. De initiatiefnemers van het Beatrixziekenhuis zeggen dat het huidige stelsel verkeerde prikkels heeft. Vele partijen wijzen al sinds de invoering op de gevolgen van de productieverhogende DBC-systematiek. Ook wordt er al jaren voor gewaarschuwd dat concurrentie belemmerend werkt voor samenwerking en ketenafspraken tussen de verschillende zorgprofessionals. Hoe kijken de huidige ministers hier tegenaan?
Marktwerking leidt niet tot efficiency
De initiatieven van de artsen van het Beatrixziekenhuis zijn prima en zeer gewenst. Wie de jaarstukken van de Rivas Zorggroep bestudeert, ziet dat ook deze zorgaanbieder kampt met uitgevoerde DBC’s die nog vergoed moeten worden en leningen die dit moeten voorfinancieren. Kunnen ook andere ziekenhuizen binnen het huidige financieringsstelsel minder belastende systemen voor de patiënt invoeren? Dit betekent namelijk dat de productie van het ziekenhuis daalt, en de basis om leningen terug te betalen smaller wordt.
Is het niet raadzaam de huidige belemmeringen voor samenwerking tussen de verschillende disciplines te onderzoeken en weg te nemen? Alle premiebetalers hebben immers recht op zorg die gebaseerd is op een goede en professionele wederzijdse afstemming tussen huisartsen en medisch specialisten. Uit het artikel in de Volkskrant blijkt in ieder geval dat de marktwerking niet vanzelf leidt tot efficiency. Klinks oproep bewijst dat deuren tussen zorgverleners al een groot aantal jaren op slot zitten.
Marion Frissen
Adviseur Kwaliteit en Management in de zorg