Doordat we als mensen vooral gericht zijn op waar het niet goed gaat, verdween de aandacht voor de publieke gezondheidstaken van de GGD en zakten deze op het prioriteitenlijstje. Verschraling en versobering werden de norm.
GGD in de spotlights
Maar in 2020 ontstond er een crisis. De coronacrisis. En ineens stond de GGD in de spotlights. En tijdens een ‘aanval’ wordt duidelijk wat er gebeurt als je je verdedigingslinie verwaarloosd hebt. Ineens werd duidelijk dat onvoldoende investeren in de publieke gezondheid consequenties heeft.
Zeker: steeds als het nodig was stond de GGD er. Voor miljoenen coronatesten, bron- en contactonderzoeken en miljoenen vaccinaties. Maar afgelopen jaar werd ook duidelijk dat de GGD’en de gevolgen ondervonden van de jarenlange bezuinigingen. En dat voelde Nederland ook.
Omslag naar preventie
Dus het moet anders en ik deel graag de drie lessen die ik uit de afgelopen periode heb getrokken. De eerste spreekt voor zich: we móeten de publieke gezondheid in Nederland versterken. Niet alleen om meer armslag te hebben tijdens een volgende crisis, maar vooral omdat gezonde mensen weerbaarder zijn tijdens een pandemie. Zo moet er een basispakket aan gezondheids- en veiligheidsinterventies komen, waar iedere Nederlander op mag rekenen. In het bijzonder heeft elk opgroeiend kind recht op één integraal pakket aan jeugdgezondheidszorg, ongeacht de gemeente waarin het woont.
Mijn tweede les is er één van verbinding. Ik ben ervan overtuigd dat de verbinding tussen het behandelen en verzorgen van zieke mensen enerzijds en het voorkómen van ziekten anderzijds veel steviger moet worden. En ik sta daarin niet alleen. In een gesprek dat ik laatst had met een aantal ziekenhuisdirecteuren bleek dat zij ook zagen dat de aandacht voor curatieve zorg deels verplaatst moet worden naar de preventieve zorg. Als je ziet dat de obese patiënten sterk in de meerderheid waren op de IC, wat is dan logischer? Obesitas voorkomen of meer IC-bedden neerzetten voor te verwachten obese patiënten? Ik constateer dat ook zorgverzekeraars steeds meer bereid zijn de omslag naar preventie te maken.
Systemen koppelen
En mijn derde les betreft mijn eigen organisatie. Samen met de 25 Directeuren Publieke Gezondheid zijn we er de afgelopen periode in geslaagd om een mooie balans te vinden tussen individueel en collectief, tussen regionaal maatwerk en landelijke uniformiteit. Wat vooral belangrijk bleek is dat we een nieuwe vorm van collectief optreden hebben ontwikkeld naar de buitenwereld: Nederland leerde ons kennen als ‘de GGD’. Eenheid in verscheidenheid is het nieuwe mantra.
Een illustratie hiervan is de informatievoorziening. We hebben gezien hoe belangrijk data zijn. De GGD’en beschikken over heel veel data. En op basis hiervan moeten we in Nederland de juiste gezondheidskeuzes gaan maken: zowel landelijk als tot op wijkniveau. De juiste interventies op de juiste plek in samenwerking met de juiste regionale partners. En dat vraagt om nieuwe systemen, koppelen van systemen (ook met andere partijen) en om data-analisten. En dat vraagt weer om investeren.
Niet meer terug
De GGD’en en de GHOR-bureaus werken, behalve aan coronabestrijding, nog steeds aan de publieke gezondheid en veiligheid van Nederland. En ik vraag me af, nu de blik weer op de toekomst gericht wordt: hebben we onze les geleerd? Gaat het nieuwe kabinet daadwerkelijk de benodigde investeringen doen in de publieke gezondheid en veiligheid? Wordt bijvoorbeeld de infectieziektebestrijding nu op peil gebracht om klaar te zijn voor een volgende infectieziektecrisis? En krijgt de jeugdgezondheidszorg de mogelijkheid om élk kind een goede start te geven?
Ik wil niet meer terug naar de periode van vóór corona. Naar schrale publieke gezondheid en veiligheid. En dat wil ik permanent niet meer. We zijn de fase voorbij dat preventie een ‘projectje’ is en publieke gezondheid de sluitpost van de begroting. Laat dat de les zijn die we gezamenlijk trekken, in ons aller belang.
André Rouvoet
Voorzitter van GGD GHOR Nederland
mhkrijger@outlook.com
Er is een tijd geweest dat de verbinding tussen curatieve zorg, preventie en publieke gezondheid bestond, nl in het Kruiswerk. Hierin werd wijkgericht gewerkt aan thuisverpleging, jeugdgezondheidzorg en gezondheidsvoorlichting en -cursussen(GVO/preventie). Een structuur op landelijk, provinciaal en lokaal niveau maakte dat gegevens uit (wetenschappelijk) onderzoek hun weg naar de praktijk konden vinden en ook signalen van uit de wijken bottum up een plek kregen. Om gezondheid voor allen weer voorop te stellen zullen we anders naar marktwerking dienen te kijken. Het sociaal domein, 1e en 3e lijn hebben hierin een rol, naast de GGD en ziekenhuizen. Kansen liggen m.i. op het intersectorale vlak, gedeelde verantwoordelijkheid,professionele en politieke moed..