In deze omstandigheden komen andersoortige vragen op. Bestuurlijke vragen over welke werkwijzen in de zorg effectief zijn, vragen van de cliënten over welke toegang tot de zorg er nog is en professionele vragen over hoe de zorg in de nabije toekomst het best kan worden verleend. Nu de acute coronanood is geledigd dringen deze vragen om voorrang. Voor een lerend systeem moeten die perspectieven bij elkaar komen.
Heikel draaipunt
De coronacrisis heeft in ieder geval het belang van coördinatie en onderlinge samenwerking getoond. We kunnen ook noteren dat de personeelsinzet in de zorg geen gesloten systeem is. Er is steeds instroom van buiten, denk aan de campagnes ‘Extra handen voor de zorg’, als ook aan ‘De Nationale zorgklas’. De zorgarbeidsmarkt ademt.
Toch blijft die personeelscapaciteit een heikel draaipunt, zonder voldoende toegeruste medewerkers is er geen adequate zorgverlening. Dit vraagstuk is allesbehalve nieuw, maar is door de crisis in een ander perspectief komen te staan. De ic-capaciteit is één, voldoende handen aan het bed in zorginstellingen is een andere. Het valt te voorspellen dat de onderbezetting die is ontstaan bij de laatste zijn repercussies gaat hebben.
Hakken met het zelfde bijltje
Voor je het weet zijn er geen personeelstekorten meer, maar personeelstops, omdat instellingen moeten bezuinigen. Enerzijds doordat de zorgvraag verandert, anderzijds door de aanstaande tekorten in de staatskas. Een administratieve werkelijkheid die een maatschappelijke realiteit overschaduwt, de clientèle zal immers niet verdwijnen. We komen daarmee op het terrein van ‘de onzekerheid van management in het managen van de onzekerheid’, zoals de Duitse hoogleraar Wolfgang Streeck het eens uitdrukte.
Dit vraagstuk speelt overigens niet alleen in de gezondheidszorg, ook andere publieke sectoren hakken met hetzelfde bijltje. Denk aan het lerarentekort dat lang geleden is aangekondigd en zich nu voltrekt in het onderwijs. Zie ook de veiligheidssectoren die te kampen hebben met krimp en openstaande vacatures.
Drie trends
In al deze ‘vitale’ publieke sectoren komen drie trends bij elkaar: het gebruik van nieuwe technologische toepassingen, de wendbare personeelsinzet binnen soms gestolde organisatiestructuren, en de noodzaak een intelligent antwoord te vinden op de demografische patronen van groei in de grote steden en krimp in de ommelanden.
Leren en ontwikkelen zijn binnen deze omstandigheden een noodzaak. Dat begint bij individuele medewerkers die hun leertaken én werktaken systematisch op elkaar moeten gaan betrekken. Dat gaat het beste als teams samen leren, dus de kennis van de werkvloer gezamenlijk ordenen. Dan kan ook de cliëntenvraag in de dienstverlening worden betrokken.
Kernpunt in het leerproces is de vraag hoe de professionele normen bij veranderende omstandigheden gedefinieerd moeten worden. Die normen kunnen in het leerproces worden bijgesteld, zeker als het leren en werken samen komen op de werkvloer. Het pragmatische en oplossingsgerichte werken van de afgelopen weken heeft dat wel geïllustreerd. Wat eerst niet kon, kan nu wel.
Wendbaar vakmanschap
Zo kunnen we komen tot een nadere vaststelling van de reikwijdte van wendbaar vakmanschap. Wat is de belasting en wat de belastbaarheid van medewerkers? Wat zijn de normen van de arbeidsinzet? Al gauw kunnen deze inzichten over een leven lang ontwikkelen leiden tot verdere professionalisering en sociale innovatie. Met een eigen normontwikkeling kunnen professionals hun dienstverlening nog slimmer organiseren en leren van de digitalisering die zich overal voltrekt. Het gaat steeds om de combinatie van plezier in het werk en de kwaliteit van dienstverlening. Met wat de Eindhovense hoogleraar beroepsonderwijs Johan van der Sanden ‘gewoon goed werk’ heeft genoemd.
Het komt me voor dat leentje buur spelen ook behulpzaam is. Hoe zitten die professionele normen in elkaar in aanpalende publieke sectoren? Niet iedere sector hoeft zijn eigen wiel uit te vinden, maar een landelijke aanpak waarbij inspirerende voorbeelden en organisatiewijzen uit verschillende sectoren tegen het licht worden gehouden is een forse stap vooruit. En systematische normontwikkeling helpt de onzekerheid voorbij.
Marc van der Meer Ambassadeur ‘leven lang ontwikkelen’ Actie Leer Netwerk