Het gaat bijvoorbeeld om de vraag: wat heeft deze client of patiënt daadwerkelijk nodig (passende zorg)? En hoe betrekken we daar de familie en naasten echt bij? En ook: wat hebben zorgmedewerkers nodig om hun werk goed en met plezier te kunnen (blijven) doen? Op organisatieniveau betekent omzien naar elkaar: elkaar meer opzoeken in de regio, samenwerken in netwerken en over domeinen heen om te komen tot een integraal antwoord (dus niet een aanbod). Dit alles is nodig als we vooruitkijken naar de toekomst van de zorg.
Waarom inzetten op lerende, reflexieve organisaties?
Dit vraagt wel wat van organisaties. In het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg bijvoorbeeld worden het ‘lerende organisaties’ genoemd: organisaties die streven naar de best mogelijke zorg en ondersteuning voor cliënten en de beste werkomstandigheden voor medewerkers. Hiervoor is het nodig om samen met alle betrokkenen, medewerkers, vrijwilligers, de organisatie en haar samenwerkingspartners, permanent te blijven leren en ontwikkelen. Deelname van 225 organisaties in het programma Waardigheid en Trots (circa 40% van alle verpleeghuisorganisaties) laat zien dat een deel van deze organisaties dat erg lastig vindt. Maar zeker wel wil en ermee aan de slag gaat. Het vereiste leren is namelijk geen leren in de traditionele zin van het woord en ook geen doel op zich. Het gaat eigenlijk om een innovatie-klimaat te bewerkstellingen. Permanent leren en ontwikkelen moet leiden tot organisaties die zijn afgestemd op wat de omgeving of context van hen vraagt (responsiviteit), waarin medewerkers op alle niveaus initiatief, regie en verantwoordelijkheid nemen (proactiviteit) en er in alle lagen van de organisatie bewust en gezamenlijk wordt geleerd van eerdere ervaringen (reflexiviteit). In het bedrijfsleven en in de Engelstalige literatuur spreekt men wel over High Performance Organizations: blijvend en aantoonbaar goed presteren en zo goede kwaliteit leveren en een aantrekkelijke werkgever zijn.
Lerende organisaties als de systeem innovatie opgave
Het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg is inmiddels aan herijking toe: passend in de huidige tijd, met arbeidsmarktkrapte en een grote innovatie opgave. Maar de focus op ‘leren’ blijft staan en is ook door de zorgorganisaties zelf positief ontvangen na een periode waarin de focus veel op zorginhoudelijke indicatoren, detail verantwoording en een te hoge administratieve last lag. De visie op kwaliteit ontwikkelt door en om echt verder te komen probeert iedere zorgorganisatie op zijn eigen manier vorm te geven aan continu leren en verbeteren. Ruim drie kwart van de verpleeghuizen die deelnemen aan Waardigheid en trots heeft bijvoorbeeld continu leren en verbeteren en het ontwikkelen van een lerende organisatie als aandachtpunt benoemd.
Het ontwikkelen van een lerende organisatie blijkt dus makkelijker gezegd dan gedaan. Het zou dan ook meer gezien moeten worden als een “lerende systeem innovatie”: verschillende factoren hangen met elkaar samen en interacteren met elkaar. Deze factoren kunnen het continu leren en reflecteren faciliteren of juist belemmeren. Het gaat om visie en leiderschap, om systemen en processen, om communicatie en vaardigheden, om betrokkenheid en regelruimte, om beschikbaarheid van data en het leren van data (AI) en niet onbelangrijk om de organisatiecultuur en heersende waarden. Het ontwikkelen van lerende organisaties is daarom een complexe opgave waarbij de weg ernaar toe wordt gekenmerkt door onzekerheid en onenigheid, want waar te beginnen? Een startpunt is reflexiviteit in al het handelen; reflectie tussen professionals onderling en met het bestuur, waar kwaliteit niet precies gedefinieerd kan worden maar wel altijd bediscussieerd. Dat is wat er gebeurt in de kwaliteitsgesprekken die de deelnemers voeren in het kader van hun deelname aan Waardigheid en trots op locatie. Het samen reflecteren op kwaliteit is een essentieel startpunt voor meer kwaliteitsbewustzijn, het luisteren naar en waarderen van elkaars perspectief en het creëren van een gezamenlijk beeld van te nemen stappen. Reflexiviteit is ook wat we zagen in en na de eerste coronagolf waarbij zorgorganisaties proactief op zoek gingen naar werkwijzen en inspiratie om een antwoord te geven op de uitdagingen waarvoor zij werden gesteld en de aanpak steeds evalueerden. Het onderzoeksparadigma in een reflexieve benadering heeft dan ook ruimte voor professionaliteit en wijsheid en rijkt verder dan ‘evidence based’.
Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst én ruimte maken voor de weg daarnaar toe
Het regeerakkoord 2017-2021 was uniek voor de verpleeghuissector. Er werden middelen beschikbaar gesteld om te voldoen aan de nieuwe normen voor goede zorg. In de afgelopen vier jaar is er hard gewerkt aan verbetering van de verpleeghuiszorg en de zorg thuis. Dat heeft tot aantoonbare resultaten geleid. In de huidige tijd zullen betaalbaarheid, passende zorg met minder menskracht de norm worden, ook voor de langdurige zorg. Een herziening van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg lijkt passend -blijven herijken is óók wat reflexiviteit vraagt- om te zien wat normen voor kwaliteit kunnen zijn en wat realistisch is in de huidige context.
Met de focus op passende zorg en betaalbaarheid ontstaat een risico dat teruggegrepen wordt naar het oude verantwoordingsparadigma waarin prijs en kwaliteit centraal staan. Kwaliteit is echter een subjectief begrip dat afhankelijk is van het perspectief de betrokkenen. Meer passend zou het daarom zijn dat ook partijen als toezichthouders en zorgverzekeraars erkennen dat het ontwikkelen van lerende organisaties de echte innovatie opgave is. Daarbij zouden zij – als gezamenlijk lerend systeem- met zorgorganisaties kunnen reflecteren op de weg daarnaar toe en gezamenlijk kunnen zoeken naar prikkels die organisaties stimuleren stappen te zetten richting high performance. De -al doende lerende- weg die is ingeslagen met het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg is zo gek nog niet; lerende organisaties zullen juist door hun responsiviteit, proactiviteit en reflexiviteit passende zorg kunnen bieden en meer aantrekkelijke werkgevers zijn. Omzien naar elkaar kan zo aan kracht winnen als lerende organisaties hun aanpassingsvermogen vergroten. Een complexe, maar mooie toekomstgerichte ambitie gericht op een innovatieklimaat voor de ouderenzorg en ver daarbuiten.
Bellis van den Berg, senior adviseur
Mirella Minkman, raad van bestuur
Vilans, kennisorganisatie voor zorg en ondersteuning