Om deze positieve impuls daadwerkelijk te laten slagen, geven we de minister en de bovenregio’s mee: bovenregionale expertisecentra kunnen het tij alleen keren als er écht wordt geïnvesteerd in inhoudelijke expertisenetwerken en in de mensen die de hulp verlenen.
Daarnaast moeten professionals en ervaringsdeskundigen over de domeinen organisatiegrenzen heen daadwerkelijk de ruimte krijgen om samen te werken met het netwerk van kinderen en ouders aan betere jeugdhulp ten behoeve van snellere, betere en effectievere hulp.
Ten slotte moeten de aangewezen bovenregio’s de administratieve procedures daadwerkelijk in dienst stellen van deze doelstellingen.
Draagvlak
Het realiseren van expertisecentra vereist draagvlak. Van ouders en kinderen die zoeken naar passende hulp, van leden van de Tweede Kamer die het afgelopen jaar uiterst kritisch waren richting de minister en ‘het veld’, van gemeenten, waarvan sommigen voelen dat er iets ‘afgepakt’ wordt en van een veld van jeugdhulp dat met beperkte middelen doet wat ze kan.
Het gevaar schuilt er in dat met de expertisecentra een organisatie wordt toegevoegd met muren, indicatie-orgaan en mandaten, een nieuwe valkuil in het proces van specialiseren, opschalen en controleren.
We zien in de brief verhaallijnen die het oude verhaal herhalen, maar we zien ook hoopvolle lijnen naar nieuwe verhalen. Zo geeft de minister aan dat de centra ingericht moeten worden als netwerken. Als het lukt om kennis en vaardigheden fluïde samen te brengen in bovenregionale expertisenetwerken voor en met jongeren, ouders, zorgprofessionals, ervaringsdeskundigen, wetenschap, gemeenten, onderwijs etc., dan is de kans op ‘leren en verbeteren’ en steeds minder kinderen in complexe probleemsituaties het grootst. Zorg en ondersteuning worden beter en betaalbaar.
Tips
Vanuit onze betrokkenheid en drive en vanuit het besef dat we dankzij het amendement Westerveld/Klaver op het kantelpunt staan om dat te bereiken, willen we dit meegeven aan het gesprek dat gevoerd gaat worden in de Tweede Kamer en in het jeugdhulpveld:
- Zorg voor een goede en directe verbinding met inhoudelijk deskundigen bij de vormgeving van netwerken, in de vorm van een inhoudelijk boegbeeld in de regio of een groep van inhoudelijke ‘trekkers’ op een specifiek thema.
- Denk in het gesprek niet vanuit ‘stenen’ en structuren maar vanuit de inhoud. Verwoord de stip op de horizon (bijvoorbeeld:, we willen ooit nul uithuisplaatsingen), bedenk met elkaar wat op kortere en langere termijn bereikt moet worden, bied sturingsruimte aan de degenen die het werk doen en bevorder en stimuleer hun samenwerking zodat aan die gezamenlijk geformuleerde doelen gewerkt kan worden.
Kostbare gevolgen
Maar liefst 75 procent van de psychische problemen begint voor het 25e levensjaar en mentale gezondheid onder jongeren is volgens de Wereld Gezondheidsorganisatie de grootste publieke gezondheidsuitdaging van het moment. Elke vertraging van effectieve preventie en hulp heeft langdurige, ernstige en kostbare gevolgen.
In de knoop
De jongeren over wie het hier gaat, verwoorden hun gevoelens vaak als ‘verknipt’ of ‘in de knoop’. Ouders en zorgprofessionals gebruiken dezelfde woorden voor het zorgsysteem. Dat door financieringssystemen met de bijbehorende regelgeving, maar ook door – weliswaar waardevolle – specialisering verknipt is geraakt. Gezinnen en goed bedoelde jeugdhulp raken er door in de knoop. Dit is op persoonlijk én maatschappelijk niveau pijnlijk.
We hebben nu de kans om met de jeugdhulp de ontwikkelstap te zetten van een verknipt systeem naar effectieve netwerken waarin de bestaande kennis vanuit de wetenschap, ervaring van gezinnen én ervaring van professionals samen wordt gebracht. Netwerken waarin kokers plaatsmaken voor knopen waarin expertise samenkomt en snel verbonden kan worden aan dat éne gezin met een specifieke mix van hulpvragen. Laten we voor grote doelen gaan voor kinderen en gezinnen, duurzaam vooruit in kleine stappen, steeds beter, van verknipt naar verknoopt.
Door Peter Dijkshoorn, Monika Scholten en Arne Popma