Ik vind de zomer bij uitstek het moment om eens wat langer stil te staan bij de vraagstukken die veel van ons raken. In deze blog een beschouwing op de gezondheidszorg in Nederland.
In de Telegraaf van 10 juli 2015 lees ik dat 4,3 procent van de mensen geen gezondheidsklachten heeft. Dit betekent dat zo’n 96 procent van de mensen ten minste één klacht of beperking heeft. Bijna iedereen loopt dus rond met een pijntje of een aandoening of loopt helemaal niet rond, en heeft een aanzienlijke beperking.
Ik kijk om me heen bij het zwembad. Een kind met een visuele en verstandelijke beperking, een kind met epilepsie en een ander kind met een lekkende hartklep. Pfff, en dat zijn dan nog maar de drie van wie ik het weet. Het is dus niet de vraag óf we zorg (care en cure) nodig hebben, want dat hebben we. De vorm en het niveau van de zorg zoals die in Nederland beschikbaar is, is over het algemeen ruim voldoende.
Ruim 16 miljoen mensen
Op het moment dat ik deze blog schrijf, staat de teller van het aantal inwoners van Nederland op 16.925.600. Als de cijfers van de Telegraaf kloppen, hebben ruim 16 miljoen mensen dus gezondheidsklachten. Dit maakt de gezondheidszorg – na de voedingsmiddelenindustrie – de ’tak van sport’ met de meeste klanten. Ik vind het niet vreemd dat daar een aanzienlijk kostenplaatje aan hangt. Moeten we niet gewoon accepteren dat de gezondheidszorg ons een rib uit het lijf kost?
Een groot deel van de mensen die in of voor de zorg werken, krijgt een matig tot een normaal salaris. Dat zijn echter wel heel veel mensen, waardoor de kosten aanzienlijk zijn. Een ander deel van de mensen die in en voor de zorg werken, verdient ruim boven gemiddeld. Dat is bijvoorbeeld ook zo in de farmacie. Als daar nog eens een slag in gemaakt wordt, is de rek er wel uit en zullen we moeten accepteren dat als we de gezondheidszorg op niveau willen houden, de kosten hiervan navenant zullen zijn en blijven.
Productmanager VVT en jeugdzorg bij Centric