De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) bracht eerder dit jaar een rapport uit met de titel ‘Zonder context geen bewijs. Over de illusie van evidence-based werken in de zorg’. Klinkt sympathiek en is goed getimed, gelet op alle lopende discussies binnen de ggz, maar er zit toch een adder onder het gras en die bedreigt de waarde van bewezen zorg.
Veel professionals is het uit het hart gegrepen als de RVS zegt dat door het blindstaren op evidence-based werken het accent in de zorg is komen te liggen op externe verantwoording, transparantie, standaardisatie en controle. Zorgverleners moeten eerst het bewijs leveren voordat er sprake is van toepassen, betalen of inkopen. Angst regeert! Richtlijnen, protocollen, toezichtkaders, kwaliteitsindicatoren en zorgcontracten zijn hierbij de knellende banden. Er is een verstikkende praktijk ontstaan waar we onder andere binnen de ggz veel last van hebben.
De RVS beschuldigt vervolgens echter – naar mijn mening – het slachtoffer door de vraag te stellen of het wel waar is dat bewezen zorg ook altijd goede zorg is. Er is geen discussie over de bewezen effectiviteit van gedragstherapie, EMDR of systeemtherapie. Op deze manier belanden we in een zompig moeras van fundamentele twijfel over de waarde van wetenschappelijk onderzoek en of de professional het vervolgens in de praktijk überhaupt wel goed kan doen. Hiermee draaien we nog steeds om de hete brei heen.
Evidence-beest
We zullen dit proberen uit te leggen. Met P3NL, waarbij de VGCt is aangesloten, brengen we het perspectief van ruim 20.000 psychologen, psychotherapeuten en pedagogen in aan de bestuurlijke tafels van vooral de ggz. En er wordt heel veel over en binnen deze sector gesproken kan ik u verzekeren. De indruk wordt gewekt dat evidence-based werken het blind en monomaan toepassen van protocollen is. Het is echter niet zo dat de sector daarin doorslaat. Was het maar waar!
De zondebok die nu is aangewezen, leidt af van reële problemen die zorgprofessionals wél ervaren zoals administratieve lastendruk, maar die niets met evidence-based werken te maken hebben. Wij stellen dat evidence-based werken van de professionals is en moet blijven omdat het voor hen en vooral voor hun patiënten buitengewoon waardevol is. Maar omdat het in te veel en verkeerde handen is gekomen een ‘evidence-beest’ geworden dat gromt, bijt en blaft.
Laat ons eerst duidelijk maken wat wij verstaan onder evidence-based werken: dat is wetenschappelijke kennis hand in hand met de professionele ervaring en deskundigheid van de zorgverlener en de ervaringsdeskundigheid van de patiënt. Zo gedefinieerd en in praktijk gebracht, kun je daar niets op tegen hebben.
Deze driehoek levert de context waarbinnen dagelijks zorg geboden wordt. Deze zorg is vervolgens in zichzelf het bewijs en mag eerst en vooral door de patiënt beoordeeld worden. In zijn of haar leven blijkt immers of de zorg effectief is. Daar is een hele eenvoudige vraag voor: werkt het voor u? Of dat het geval is moeten we binnen de ggz ook durven laten zien. Als de resultaten tegenvallen, moet een zorgverlener kunnen aangeven of en waarom die van bijvoorbeeld richtlijnen en protocollen is afgeweken. Als de resultaten goed zijn, kunnen andere zorgverleners en patiënten daar wellicht van profiteren. Het is dus niet gek om transparant te zijn. Maar ja #hoedan?
Wandelstok
Binnen de ggz is heel wat af gediscussieerd over ROM’en. En terecht, want wat bedoeld was als wandelstok voor professionals en patiënten, werd een stok waar je mee geslagen kon worden. Vervolgens zijn we met z’n allen verdwaald in de perceptie van anderen: “Zorgverzekeraars doen altijd dit, zorgverleners kunnen nooit dat, patiënten willen alleen maar zo en beleidmakers denken aan niets anders dan zus.” Is de oplossing dan het weggooien van de stok? Of een discussie starten over de vraag of een stok wel het juiste hulpmiddel is zoals de RVS feitelijk doet?
Nee, de stok moet weer in handen komen van de professionals en patiënt. En dat is precies wat er recentelijk door alle betrokken partijen binnen de ggz met elkaar is afgesproken: er komt een kwaliteitsinstituut (NB: als iemand hier nog een iets minder bureaucratisch klinkende naam voor weet dan houden we ons aanbevolen) voor de ggz waarbinnen professionals en patiënten het voor het zeggen hebben.
We kunnen dus heel eenvoudig wegblijven uit het zompige moeras van de theoretische en existentiële twijfel van de RVS door de wetenschap als uitgangspunt te nemen, te vertrouwen op de deskundigheid van de professional en de patiënt serieus te nemen. Vanuit die houding krijgen richtlijnen, protocollen, toezichtkaders, kwaliteitsindicatoren en zorgcontracten het juiste gewicht en jagen we graag samen met de RVS het evidence-beest terug zijn hok in!
Voorzitter Vereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve Therapie (VGCt)
Directeur P3NL