Iemand met hoorproblemen bezoekt een audicien en krijgt het hoortoestel dat hij via zijn verzekeraar vergoed krijgt. Iemand anders die meer te besteden heeft, komt met dezelfde hoorproblemen bij dezelfde audicien. Die kan zich een hoortoestel permitteren dat beter past bij zijn of haar leven. Alleen valt dit niet binnen de verzekerde hoorcategorie en wordt het dus niet of slechts deels vergoed.
Door het huidige zorgsysteem loopt de hoorzorg in ons land onnodig achter ten opzichte van andere landen in de wereld. Slechthorenden krijgen niet de zorg die ze nodig hebben. Het aantal slechthorenden dat afziet van vergoeding neemt sterk toe; de ‘adequate hoorzorg’ die zij geboden krijgen, biedt onvoldoende uitkomst.
Geen keuzevrijheid
Een van de oorzaken is dat er binnen de huidige vergoeding alleen gewerkt kan worden met verouderde hoortoestellen. Ook zijn audiciens beperkt in hun mogelijkheden om hun cliënten maatwerk te bieden. Bovendien hebben de cliënten geen keuzevrijheid. Slechthorenden die geen genoegen nemen met de opties die hun zorgverzekeraars bieden, moeten de volledige kosten van het hoortoestel én de bijkomende hoorzorg zelf betalen. Aangezien dit alleen mogelijk is voor de ‘happy few’, tekent zich in de hoorzorg een tweedeling af.
Stringent inkoopbeleid
Zorgverzekeraars hebben in afgelopen jaren een stringent inkoopbeleid gevoerd binnen de audicienmarkt. Als gevolg daarvan is het prijsniveau extreem verlaagd. Tussen 2012 en 2015 is het prijsniveau gemiddeld met maar liefst 60 procent afgenomen. Dit heeft de lucht volledig uit de sector geperst. Veel audiciens hebben grote moeite om hun hoofd boven water te houden.
Ondanks dat voelen zij zich door de zorgverzekeraars gedwongen om verder mee te gaan met nieuwe prijsverlagingen. Doen zij dit niet, dan prijzen ze zich volledig uit de markt. Meedoen kan alleen door concessies te doen aan de tijd en aandacht voor de patiënten.
De zorgkwaliteit lijkt op papier dan wel voldoende te zijn gewaarborgd en vastgelegd in contracten en protocollen, maar wordt in de praktijk nauwelijks gecontroleerd door zorgverzekeraars. Het STAR kwaliteitskeurmerk overweegt de in de praktijk geleverde kwaliteit te gaan toetsen, maar zover is het nog niet.
Revalidatiezorg
Hoorzorg is een vorm van revalidatiezorg waarbij het gehoor tot een jaar tijd nodig heeft om zich enigszins te herstellen. Patiënten hebben die tijd nodig om te wennen aan een hoortoestel. Daarom moet een hoortoestel in het begin elke drie maanden worden bijgesteld. Dit is een zorgvuldig proces waarin met tientallen verschillende parameters rekening wordt gehouden.
Veel slechthorenden realiseren zich niet dat met de aanschafprijs van een hoortoestel tevens de kosten worden gedekt voor hun hoorzorg gedurende een periode van vijf jaar; de gemiddelde periode dat een hoortoestel meegaat. Eigenlijk zouden audiciens ongeveer 75 procent van die aanschafprijs voor dat doel dienen te reserveren.
In de praktijk nemen lang niet alle audiciens dat even nauw en doen zij concessies aan de kwaliteit van hun hoorzorg. Slechthorenden zijn zich daarvan niet bewust en zijn daarom ook niet in staat om eigen afwegingen en keuzes te maken.
Verouderde hoortoestellen
Zorgverzekeraars hebben in afgelopen jaren voornamelijk aandacht gehad voor het verlagen van de prijzen binnen de hoorzorg. Hierdoor zijn in de praktijk concessies gedaan aan het leveren van ‘adequate hoorzorg’. Slechthorenden krijgen alleen toegang tot verouderde hoortoestellen, die vaak ouder zijn dan drie jaar. De nieuwste hoortoestellen worden door de fabrikanten niet op de Nederlandse markt geleverd vanwege deze lage prijzen. Deze nieuwe hoortoestellen worden in de ons omringende landen wel vergoed.
Professionaliteit
Het is daarom hoog tijd dat de praktische gevolgen van het huidige beleid onder ogen worden gezien en dat daarnaar wordt gehandeld. Dit dient niet alleen het persoonlijke belang van mensen met hoorproblemen, maar ook de professionaliteit van de audicien. Als we op de huidige manier blijven doorgaan, zal de tweedeling binnen de hoorzorg verder toenemen. Dit is iets waaraan Beter Horen niet wil meewerken.
Peter Peters
Algemeen directeur Beter Horen