Dat het steeds schrikken is als de boodschappen worden afgerekend in de supermarkt, om van de gestegen energierekening maar niet te spreken. Die financiële sores van onze medewerkers gaan ons aan het hart. We willen er heel graag wat aan doen. En tegelijk voelt dat als bijna onmogelijk. Want onze financiële situatie is zo dat we het zelf bijna niet redden. We zijn hoe dan ook uit alle macht op zoek naar mogelijkheden om onze medewerkers wél soelaas te bieden.
Zo’n honderd ggz-aanbieders zijn lid van de Nederlandse ggz. En allemaal hebben ze medewerkers met financiële zorgen. Dat horen collega’s, maar ook het management. Het raakt ons, want het zijn de medewerkers die elke dag opnieuw klaar staan voor de medemens. Zij geven met hun professionaliteit, hun ervaring, hun aandacht de beste behandeling, begeleiding of ondersteuning. Zonder mensen geen zorg.
Bij al deze organisaties proberen ze de ruim honderdduizend medewerkers de waardering te geven die ze verdienen. Voor werkplezier, professionele autonomie en (mede)zeggenschap bijvoorbeeld is continu aandacht nodig. Voor de meeste ggz-medewerkers is de belangrijkste drive het bijdragen aan mentale gezondheid van cliënten, maar daar hoort natuurlijk ook een passende financiële waardering bij.
Onze zorgen
Voor beweging in het salaris is financiële ruimte nodig. En dat is een moeilijke zoektocht. Want ook zorginstellingen zelf hebben te maken met de inflatie en gestegen energiekosten. Daarnaast zijn er door het personeelstekort hogere kosten voor inzet van externe krachten, die ook nog eens hun tarieven verhogen. We zien dat geld liever naar onze medewerkers gaan, maar helaas is het nodig voor het opvangen van de arbeidsmarktkrapte en een hoger ziekteverzuim. Die druk op de financiële positie is herkenbaar in de gehele zorg.
Maar de ggz-sector heeft daarbovenop nog met éxtra financiële druk te maken: de invoering van een nieuw bekostigingsstelsel, het zorgprestatiemodel. Ook in de jeugdzorg zijn er bij een aantal gemeenten schrijnende situaties. Deze overgang, de naweeën van corona en het personeelstekort zorgen ervoor dat een groot aantal ggz-aanbieders in 2022 een miljoenenverlies leden. De NZa onderzocht dit en bevestigde eind 2022 onze zorgen: het gemiddeld bruto-omzetverlies voor geïntegreerde aanbieders is maar liefst 6,2%. Voor ambulante instellingen is de daling van de bruto omzet gemiddeld 3,3%. De omzetdaling verschilt sterk per aanbieder; voor sommige is het verlies zelfs 12 procent. En de financiële situatie was al niet florissant: in het Trimbos-onderzoek dat begin februari verscheen staat dat het geld dat voor de ggz beschikbaar is sinds 2009 maar met 11% is gestegen, terwijl het aantal mensen dat een beroep doet op de ggz in die tijd is gegroeid met 53%.
De actualiteit haalt ons in
De cao van de ggz-sector loopt tot eind 2024. In het najaar van 2021 maakten we in de situatie van toen goede afspraken: in 3 jaar 6 procent tot 9 procent salaris erbij en er zijn aanvullende afspraken gemaakt over extra beloning bij werk- en roosterdruk. Zo is er een jaarlijks balansbudget van 500 euro dat door medewerkers kan worden ingezet voor opleidingen, verlof of als extra salaris kan worden uitgekeerd. Ook is een generatiepact afgesproken: zo kunnen medewerkers met een belastende functie met behoud van salaris voorafgaand aan het pensioen minder gaan werken.
De actualiteit heeft ons echter ingehaald. De wereld is sinds december 2021 flink veranderd en met het oog op de situatie van nu zouden we de lonen heel graag willen verhogen. Dat verdienen onze medewerkers. Alleen redden de meeste ggz-aanbieders het financieel maar net. Er is natuurlijk niet alleen de plicht om goed voor hun medewerkers te zorgen; hun organisatie moet ook financieel gezond blijven om de zo broodnodige geestelijke gezondheidszorg te kunnen blijven bieden voor patiënten. Dat geeft op dit moment een onmogelijke spagaat. Dus kort gezegd: we hebben het niet. De tarieven bieden helaas geen ruimte voor extra beloning voor de medewerkers zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit en continuïteit van de zorg. Dus zijn we achter de schermen heel hard op zoek naar wat er wél mogelijk is om onze medewerkers soelaas te bieden.
Overheid en politiek: zij zijn het waard
Tijdens het debat over de arbeidsmarkt in de zorg afgelopen zomer gaf minister Helder aan dat er geen geld komt voor extra salaris voor verpleegkundigen en andere medewerkers in de zorg. Toch vragen wij dringend aan de overheid en de politiek om dit standpunt te herzien, zodat al die mensen die behandeling, begeleiding en ondersteuning nodig hebben, kunnen blijven rekenen op al die onmisbare medewerkers met hart voor de ggz. Ze zijn het allemaal waard.
Ruth Peetoom
Voorzitter van de Nederlandse ggz
peterhulst
Beste Ruth,
Ik begreep dat de NZA de tarieven voor de GGZ jaarlijks aanpast nav de in het het jaar geldende inflatie, dus is het eigenlijk niet zo dat de GGZ zelf wel inflatiecorrectie vanuit de NZA krijgt, de loonkostenindexering van de NZA is bijna 5% voor 2023, Lijkt mij niet meer dan redelijk dit ook te gebruiken om de medewerkers in dienst te compenseren… Eigenlijk krijgt de GGZ dus gewoon ca 5% hogere tarieven, bedoeld voor hogere loonkosten…