Van zorgmedewerker tot zorgbestuurder, iedereen hoopte dat dit zou beklijven. Zodat we makkelijker nieuwe problematiek het hoofd konden bieden. Zoals de zorgen rond de dagbesteding in de gehandicaptenzorg. Maar de goede bedoelingen van iedereen ten spijt, het stelsel is zó complex dat bijna niemand het begrijpt en dus steken overal oude reflexen de kop op.
Effect inzet ‘meerkosten’
We merkten dit toen we het probleem rond de dagbesteding voor mensen met beperkingen wilden oplossen. Door de coronamaatregelen lukt het niet voor iedereen dagbesteding te organiseren zoals het vóór corona was. De eis van anderhalve meter gooit roet in het eten, want er kunnen veel minder mensen tegelijkertijd in een ruimte. Wordt er wél binnen de anderhalve meter gewerkt, dan moeten de groepen klein gehouden worden, om de besmettingsrisico’s te beperken.
Ook met de inzet van ‘meerkosten’ lukt het niet om de pre-corona prestatie te halen. Dat heeft twee gevolgen: mensen krijgen niet de dagbesteding waar ze aanspraak op maken en zorgaanbieders worden financieel geraakt, waardoor compensatie nodig is.
Beroering en onrust
Dit probleem werd acuut nu er vanwege alle verruimingen per 1 augustus een einde komt aan de tijdelijke maatregelen. Het bericht dat alternatieve invulling niet meer toegestaan zou zijn en compensatie voor omzetderving zou worden stopgezet, leidde tot veel beroering en onrust. Het beeld bij de beleidsmakers was dat het weer business as usual was. Maar zoals gezegd, dat is vanwege de coronamaatregelen zeker niet het geval. Een eerste indicatie was confronterend: door dit beleid zou een kwart van de cliënten die er aanspraak op maken niet langer in aanmerking komen voor dagbesteding.
Toen er begrip ontstond voor dit probleem, begon het zoeken naar een oplossing. De VGN wilde vooral ruimte om alternatieve vormen van dagbesteding te blijven inzetten. Door bijvoorbeeld een andere locatie – zoals de woning – te mogen gebruiken, door digitale vormen van dagbesteding in te zetten in combinatie met de oorspronkelijke vorm etc. Dankzij deze ruimte in de regels kunnen we voldoen aan de bedoeling van de dagbesteding en zouden we ook, zoals dat heet, ‘de prestatie mogen declareren’.
Een ingewikkelde, lelijke oplossing
Helaas was het niet zo simpel. De snelheid en grootsheid waarmee we in het begin van de crisis problemen wisten op te lossen, hebben weer plaats gemaakt voor betrokken deskundigen die met goede bedoelingen een worsteling aangaan met de details in de regelgeving. De experts raakten alle posities: de ruimte is er al, de ruimte is er helemaal niet, of de ruimte is er soms wel/soms niet.
Uiteindelijk bleek de laatste positie kloppend, denken we nu. Deze uitleg van de beleidsregels aangevuld met een bestuurdersverklaring, zorgen er nu voor dat voor de komende maanden een uitweg is. Een ingewikkelde, lelijke oplossing, maar goed: het is een oplossing. En dat telt.
Geleerde les
Wat leert ons dit? Het was een hele vreemde gewaarwording om weken te lobbyen voor ruimte in de regelgeving die er deels al was. Die regelgeving is dermate verfijnd, dat zelfs de deskundigen het niet meer wisten. Door dit besef ontstaat er een uitgelezen kans om beleidsregels tegen het licht te houden. Eigenlijk wil iedereen die hierbij betrokken was beleid dat innovatieve ontwikkelingen in de dagbesteding niet belemmert en zo mogelijk stimuleert. De soms onverwachte nieuwe vormen en inzichten moeten we vasthouden en gebruiken om te versnellen, in plaats van te vertragen, als we weer naar de pre-corona situatie gaan.
Zo ontaardt een lelijke oplossing misschien in een mooie opstap naar iets nieuws. Never waste a good crisis… Ach, onderhandelingen kunnen soms moeizaam verlopen. Dat zagen we onlangs ook in Brussel, waar 27 regeringsleiders zo’n beetje non stop 90 uur nodig hadden om een akkoord over een herstelfonds en de begroting te bereiken. Daar werd ook iets mooi van lelijkheid.
Frank Bluiminck Directeur Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland