Langer thuis met dementie leidt tot de zorgval: méér betalen voor mínder uren én verlies van casemanager. Dat overkomt veel ouderen als ze op de wachtlijst komen voor een verpleeghuis of daarvan extramurale pakketten gaan afnemen. Alles gaat dan over van Wmo en Zvw naar Wlz. Zondagavond bracht het programma De Monitor de zorgval in beeld en hield een enquête onder zo’n 460 casemanagers.
Twee derde van de casemanagers geeft aan dat de overgang naar de verpleeghuiszorg (zeer) problematisch verloopt. De zorgval ontstaat als zorg en ondersteuning uit de Wmo of Zvw worden overgezet naar een van de extramurale Wlz-pakketten (VPT, MPT) of wanneer ter overbrugging van de wachttijd verpleeghuiszorg in natura thuis moet worden gefinancierd.
In de driedeling van ons zorgsysteem betalen de gemeenten de huishoudelijke hulp, individuele begeleiding en dagbesteding en de zorgverzekeraars o.a. de wijkverpleging en casemanagement dementie. Zodra ouderen 24 uur per dag begeleiding met toezicht nodig hebben, komen ze echter onder de hoede van zorgkantoren via de Wet langdurige zorg.
Voor gemeenten is de Wlz de ‘voorliggende voorziening’ en dat leidt volgens 45 procent van casemanagers vaak tot afwijzing van een Wmo-aanvraag. Ook de RVS signaleerde al dat zorgverzekeraars en gemeenten aandringen op een Wlz-indicatie voor thuiszorgklanten die bovengemiddeld zorg nodig hebben. Maar wat ‘bovengemiddeld’ is, varieert per gemeente en verzekeraar.
Gevolgen van zorgval
Ouderen die thuis nog méér zorg nodig hebben of op de wachtlijst komen voor het verpleeghuis, krijgen in de gefixeerde en vaak te krappe zorgzwaartepakketten van de Wlz juist minder uren zorg, minder dagbesteding of andere begeleiding. Een derde van de casemanagers maakt dat minstens tien keer per jaar mee, slechts 10 procent nooit. De gemiddelde terugval is ruim 5 uur per week. Daarvoor moeten de ouderen dan wel méér eigen bijdragen betalen, zelfs als het product dat eerst via Wmo of Zvw kwam niet verandert. En tenslotte, als de oorspronkelijke thuiszorgorganisatie geen Wlz-erkenning heeft, kunnen ouderen met dementie ook nog hun casemanager verliezen als vast aanspreekpunt.
Het passen en meten binnen het CIZ-zorgprofiel voor VPT en MPT, leidt er vaak toe dat de casemanager niet meer betaald kan worden en voor de cliënt niet meer gratis is (zoals in de Zvw). Volgens de Monitor-enquête treft dat ruim 1.500 ouderen. Zo hapert de continuïteit in zorg en persoon, die juist bij toenemende dementie nog belangrijker is. Met schadelijke gevolgen voor de gezondheid van cliënt én mantelzorger, aldus 90% van de casemanagers. Die dragen zelf de administratieve last rondom de Wlz, gemiddeld zes tot acht uur per keer. Ik schat het aantal ouderen met dementie dat dit meemaakt op 4.000 à 5.000, maar harde gegevens ontbreken.
Mogelijke aanpassingen
Integrale en persoonsgerichte dementiezorg voor de cliënt is erg ingewikkeld door het opknippen in drie stelsels met elk hun eigen regime, indicatiestelling, financiering en dynamiek. In het Actieplan casemanagement dementie was al eerder gekeken naar de zorgval. Voor mensen die thuis wonen zouden twee wetten moeten volstaan; daartussen zitten al voldoende afstemmingsissues. De Wlz kan zich dan beperken tot intramurale verblijf.
Dit vergt wetsaanpassing en enige parlementaire tijd. In de tussentijd moeten voor de extramurale Wlz in ieder geval de eigen bijdragen en de uren/budget-restrictie worden herzien, om te voorkomen dat ouderen keuzes maken op financiële gronden in plaats van zorgbehoeften. Nu speelt dat bij 90 procent, aldus de casemanagers. Ook moet het casemanagement dementie onveranderd kunnen doorgaan zolang iemand thuis woont. Die inzet moet bovendien flexibeler worden, want een cliënt heeft het ene moment heel intensief en een ander moment juist minder begeleiding nodig. Wellicht met aanvullende financiering van de Wmo, zoals sommige gemeenten nu al doen. Dat wordt wel lastig combineren van potjes, maar er is geen draagvlak voor één aparte prestatie casemanagement over de drie stelsels heen.
Tenslotte: waar ligt het economische omslagpunt tussen wel of niet alle zorg thuis? Dat is wellicht een heikele discussie maar nodig voor een toekomstbestendige dementiezorg.
Hoogleraar Management & Organisatie van Ouderenzorg en projectleider Actieplan casemanagement dementie (EUR); programmaleider Dementiezorg voor Elkaar (Vilans).