Haiku over ouderen(zorg):
De dood is een weg
Ons leven is reisgezel
Met de ziel als gids
In de vorige blog bleek dat sommige partijen de relatie leggen tussen eenzaamheid en stervenswens. Dat verband bestaat inderdaad maar is verdrietig en onwenselijk. De laatste levensfase is lastig bespreekbaar en omgeven met maatschappelijke en ethisch-normatieve vraagstukken. Het is voor het huidige kabinet een duidelijke worsteling. Onlangs klapte CU uit de school tijdens een verkiezingsbijeenkomst door te stellen dat met D66 was afgesproken niet te stemmen over initiatiefwet van Pia Dijkstra over ‘voltooid leven’, ofwel euthanasie zonder medische noodzaak. Pechtold, toenmalig D66-onderhandelaar over het coalitie-akkoord, deed dat meteen af als onzin. Zo’n wezenlijk maatschappelijk vraagstuk verdient echter serieuze aandacht.
Visies op laatste levensfase
PvdA, SP, PVV, DENK, LHK schrijven niet over euthanasie, palliatieve sedatie en dergelijke. FvD, JA21 en PvdD willen de huidige euthanasiewetgeving handhaven, maar steunen expliciet het recht van mensen om zelf te bepalen wanneer ze sterven, op een waardige manier en na een zorgvuldig traject. D66 houdt vast aan haar bestaande wetsvoorstel, zodat het voor mensen vanaf 75 jaar mogelijk wordt het leven te beëindigen als zij dat zelf voltooid achten. GL, VVD en 50PLUS gaan verder en willen stervenshulp zónder leeftijdsgrens. GL: “Bij individuele vrijheid hoort zelfbeschikking bij het levenseinde. Hierbij weegt het eigen oordeel over het lijden en niet meer willen leven zwaar. Dit verankeren we in de wet: iedereen die ondraaglijk en uitzichtloos lijdt, lichamelijk of geestelijk, kan een beroep doen op het recht op zelfbeschikking.”
CDA is conservatiever en pleit voor goede zorg, ondersteuning en aandacht in de laatste levensfase van ouderen: “Die kwetsbaarheid hoort bij het leven en juist dan moeten we er voor ouderen zijn met goede zorg, ondersteuning en aandacht voor zingevingsvragen.” CU is expliciet tégen: “Wij vinden dat artsen nooit gedwongen mogen worden om euthanasie als normaal onderdeel van hun beroep te beschouwen.” SGP wil de euthanasiewet intrekken en het criterium ‘uitzichtloos en ondraaglijk lijden’ veel duidelijker begrenzen. Zolang die wet er nog wel is, aldus SGP, moet alles op alles worden gezet om euthanasie minder toe te passen en alleen door de behandelend arts, met veel transparantere toetsing.
Palliatieve zorg
De partijen zijn zelden concreet over de inrichting van palliatieve zorg. Dat moet in de komende kabinetsperiode nou eindelijk geregeld worden. CDA pleit voor “meer ruimte en tijd voor het gesprek tussen ouderen, hun familie en mensen in de zorg over de vraag welke zorg het beste is”, want kwaliteit van leven reikt veel verder dan alleen het medische domein. Waarom valt hier nou niet de term “advance care planning”, ofwel proactieve zorgplanning? SGP weidt een heel hoofdstuk aan “beschermwaardig leven” en wil vooral focus op de onderliggende vragen: “Ouderen met een doodswens worstelen vaak met veel fysieke en mentale problemen.” En: “Eenduidige, persoonsvolgende financiering van palliatieve zorg is hard nodig.” Taboes bespreekbaar maken wil ook VVD: “Tegelijkertijd speelt ook de vraag of er geen grenzen zijn aan het leven en of alles wat medisch kan wel zou moeten. Dat zijn moeilijke en heftige vraagstukken, die vaak raken aan de kern van het leven en de dood.” VVD wil dat “iedereen samen met zijn of haar huisarts afspraken kan vastleggen over de laatste levensfase, zoals het wel of niet behandelen, wel of niet reanimeren of vrijwillig levenseinde. Deze schriftelijke wilsverklaring biedt voldoende grond voor artsen om later naar te handelen.” Maar dan moeten we wel in gesprek durven, mogen en kunnen gaan. Immers, “Mensen zien op tegen de (aller)laatste levensfase en zouden die het liefst willen overslaan. De angst voor ouderdom, eenzaamheid of aftakeling kan groot zijn.” Moge dit inzicht, verwoord door SGP, aansporen tot voor veel meer maatschappelijke en politieke ruimte voor groeiende aantallen steeds kwetsbaarder ouderen. Proactieve zorgplanning stelt mensen in staat om doelen, wensen en behoeften te bespreken voor toekomstige behandelingen, zorg en ondersteuning aan het levenseinde. Start er vroeg mee, zet het gesprek voort tijdens het hele ziekteproces en evalueer minstens twee keer per jaar, samen.
Robbert Huijsman
Hoogleraar management en organisatie van ouderenzorg (Erasmus Universiteit) en directeur/bestuurder van Geriant