Haiku over ouderen(zorg):
Preventie op één
Dwars door domein en schot heen
Goed voor hart en brein!
Onlangs gooide NZa-bestuurder Marian Kaljouw de knuppel in het hoenderhok: “Iedereen is het eens over het belang van preventie en uitkomstgerichte zorg, maar er verandert al vijftien jaar niks. Met alleen polderen komen we er niet. Om knopen door te hakken is doorzettingsmacht nodig.” Voor duurzame ouderenzorg moeten we ons gaan richten op de bevordering van gezondheid, het voorkomen van (verergering van) kwetsbaarheid en ziekte, en daarmee ook het voorkomen van toekomstige zorgvraag. Het Zorginstituut en de NZa hadden eind vorig jaar al geadviseerd meer geld vrij te maken voor preventie, publieke gezondheidszorg en maatschappelijke ondersteuning: Het is tijd voor samenwerking op basis van harde afspraken.”
Preventie in lage dosering werkt niet
Bij het lezen van bijna 1.500 verkiezingspagina’s groeit het ongemak over de dunne voorstellen voor de échte uitdagingen in de ouderenzorg, zoals gezondheid en preventie.
Sommige partijen komen niet veel verder dan laagdrempelige preventie-spreekuren bij de huisarts (FVD, DENK, JA21). 50PLUS en VVD willen meer preventie bij zorgverzekeraars stimuleren door meerjarige zorgpolissen, zodat investeren in gezonde leefstijlinterventies aantrekkelijker wordt. CU, VVD en CDA willen versterkt verder met het Nationaal Preventieakkoord. Helaas blijft dat hangen bij de klassieke GLI-onderwerpen van diabetes, obesitas en hart- en vaatziekten, in handen van de huisarts. Het is verfrissend dat SGP wijst op het belang van preventie voor dementie. Het is aangetoond dat 35 tot 40% van dementie te voorkomen is door interventies op risicofactoren zoals bewegen, levenslang leren, gehoor, sociale contacten, depressie, alcohol en roken, overgewicht, maar ook luchtvervuiling!. Wat goed is voor hart en lijf, is goed voor het brein.
CDA onderkent dat nog veel gezondheidswinst is te behalen door positieve gezondheid en preventie. En schetst een plan: “Wij willen regionale preventiefondsen waarin gemeenten, zorgkantoren, verzekeraars en zorgorganisaties gezamenlijk investeren in preventie en gezond leven en vervolgens gezamenlijk delen in de opbrengsten van lagere zorgkosten.” PvdD beseft dat preventie al vroeg in het leven start: “Er komt een jaarlijkse meting naar het studentenwelzijn in het kader van preventie, vroege signalering en taboedoorbreking.” Plus: “We ontwerpen een preventieakkoord dat de gezondheid van mensen vooropstelt, niet de belangen van de voedingsindustrie” (dat krijgt steun van veel partijen). Tenslotte wil o.a. D66 de gemeenten meer verantwoordelijkheid voor preventie geven, o.a. als onderdeel van bestemmings- en bouwplannen en wil hen een financiële beloning geven voor goede preventieve ouderenzorg. D66, GL e.a. willen meer sportaanbod voor ouderen om (samen) te bewegen, want dat zorgt voor minder fysieke en mentale klachten, bevordert kwaliteit van leven en sociale contacten en het remt de zorgvraag. Dat klopt, maar het is slechts één bouwsteentje.
Preventie als hoofdmedicijn
Alle partijen noemen wel iets over preventie, maar in onze polderland van veelvormige coalities ontbreekt de moed voor grote stappen. Veel partijprogramma’s en ook de circulerende beleidsstukken over de toekomst van de zorg gaan vooral over systemen en verlaging van zorgkosten, maar veel minder over de brede maatschappelijke uitdagingen zoals preventie. Ze durven de burger niet rechtstreeks aan te spreken op de eigen verantwoordelijkheid voor gezondheid en leefstijl. Veel oplossingen liggen buiten de zorg, maar VWS-stukken haken nauwelijks andere beleidsterreinen aan. Bovendien is preventie niet alleen iets van individuen, maar zeker ook van leef- en woonmilieu, ruimtelijke ordening, publieke zaken, recreatie en onderwijs. Binnen het zorgstelsel is het al te makkelijk het af te schuiven naar “de regio”, want het systeem zelf moet anders. Veel geopperde oplossingen maken het juist complexer, precies de verkeerde kant op! Er is een paradigmashift nodig, ook in bekostiging en bij systeempartijen. Zoals ActiZ stelt: “Samenwerken en vernieuwen vraagt over eigen grenzen heen kijken, flexibiliteit en de patiënt/cliënt/bewoner/burger als vertrekpunt nemen.” Incrementele stapjes over gebaande paden lijken in verkiezingstijd een veilige route, maar daarmee redden we het niet. Preventie moet ‘Chefsache’ worden.
Robbert Huijsman
Hoogleraar management en organisatie van ouderenzorg (Erasmus Universiteit) en directeur/bestuurder van Geriant.