Afgelopen vrijdag sprak ik op een symposium van Dichterbij, een zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking. Ik heb die uitnodiging met veel plezier aanvaard, want eerlijk gezegd kom ik veel te weinig bij organisaties in deze sector.
Dichterbij hield het symposium ter gelegenheid van het eenjarig bestaan van De Ziep in Ottersum. Daar wonen ernstig verstandelijk beperkte mensen met gedragsproblemen.
Het was één van de eerste organisaties in Nederland die ruim 20 jaar geleden cliënten van instellingsterreinen naar woningen in wijken liet verhuizen. Maar voor deze doelgroep bleek dat niet te werken. Er waren veel vrijheidsbeperkende maatregelen nodig. Nu wonen ze weliswaar weer op een terrein, daarbinnen hebben ze juist wél veel vrijheid. Ze leven in een op maat gemaakte woning, kunnen lekker naar buiten en maken contact met de samenleving op het moment dat het hén uitkomt. Ze leven in vrijheid, in een beschermde omgeving.
Burgerschapsparadigma
Ik vind dit een interessante ontwikkeling. Een goed initiatief ook. Omdat er gekeken is naar wat deze mensen nodig hebben. Henk Kouwenhoven, bestuurder bij Sherpa, vertelde me al eerder: “In de (langdurige) zorg wordt soms veel te ideologisch gedacht.” Het burgerschapsparadigma bijvoorbeeld dwong bijna tot zelfstandigheid, wonen in wijken, enzovoorts. Ideologieën en dogma’s maken ons gemakkelijk blind voor de echte zorgen van mensen. Het is goed als zorgaanbieders die zorgen centraal stellen en beschutting bood aan wie het nodig heeft.
Daar zit nog een les in: juist cliënten en patiënten, artsen, verpleegkundigen en begeleiders kunnen ons – verzekeraars, beleidsmakers, toezichthouders – vertellen wat betere zorg of begeleiding is. Met ons VGZ-programma Zinnige Zorg zijn we daarnaar op zoek: naar goede voorbeelden van zorg waarbij de mens centraal staat. Dat voorkomt ook nogal eens onnodig verblijf in het ziekenhuis, onnodig SEH-bezoek of onnodige behandelingen. ‘Saving Lives and Saving Costs’ (Obama) gaan ook hier hand in hand. In de curatieve zorg zijn hier oneindig veel voorbeelden van. Voorbeelden die we gaandeweg tot een agenda maken.
Buddy
In de gehandicaptensector zijn dergelijke voorbeelden ook te vinden. De buddy voor verstandelijk beperkten, de gezinsondersteuning als het sociale milieu zwakke plekken kent, respijtzorg voor de verstandelijk beperkte zelf of juist voor de mantelzorger zodat die op adem kan komen, de gerichte inzet van vrijwilligers, goede huisvesting en begeleiding naar werk vanuit gemeenten. Een zorgorganisatie kan bij de selectie van vrijwilligers of buddy’s selecteren op de ‘klik’ met de cliënt en zijn of haar netwerk.
Nu er zoveel veranderd is in de financiering van de zorg, is een sociale benadering van mensen met een beperking meer dan ooit nodig. Dat vergt een beter samenspel van verzekeraars, gemeenten en zorgorganisaties. Op dit moment zijn de financieringsstromen leidend voor de zorgverlening. Door die schotten weg te halen en in te zetten op wat een cliënt nodig heeft, realiseer je betere zorg én kostenbesparingen. Zorgkantoren, verzekeraars en gemeenten moeten een blijvend belang kennen om in elkaar te investeren. Waar de een kosten draagt, profiteert de ander. Alleen door niet meer met schotten te werken, maar met de mogelijkheid gezamenlijk een agenda te maken en daarvoor te betalen, is dat doodlopende pad te voorkomen. Laten we die samenwerking opzoeken en – eerst in pilots – ideeën en initiatieven uitwerken. Op die manier kunnen we op kleine schaal leren wat werkt, kennis delen en van daaruit opschalen via de contractering. VGZ doet mee. U ook?
Ab Klink
Lid rvb Coöperatie VGZ