De eerste weken van juli boden volop gelegenheid voor activiteiten die je in een normale zomer aan je voorbij laat gaan. Zo las ik het Jaaroverzicht van het College sanering zorginstellingen.
Ik ben de lezer vooraf een bekentenis verschuldigd: ik pak zo’n jaaroverzicht niet helemaal onbevooroordeeld. Dat heeft ermee te maken dat ik het College sanering een nutteloos overheidsorgaan vind. Zijn belangrijkste taak, het toezicht houden op de vervreemding van onroerende zaken, vind ik zeker in het huidig tijdsgewricht geen publieke taak. Je kunt ook een makelaar in de hand nemen. De andere taken zijn beperkt van omvang en rechtvaardigen niet een apart zelfstandig bestuursorgaan.
Vermenging
Wat bracht 2011 voor het College sanering? Allereerst lezen we het voorwoord van de voorzitter. Die besteedt aandacht aan de nut en noodzaak van het College en vindt nota bene in de oratie van Loek Winter steun voor het voortbestaan van de onroerend goedtaak van het College. Winter waarschuwt voor vermenging van publieke en private gelden bij de overgang van een zorgonderneming naar een private partij. De voorzitter acht die stelling een op een toepasbaar op de verkoop van onroerend goed. Jammer dat de voorzitter het citaat van Winter niet even heeft laten doorlopen. Volgens Loek Winter kan de accountant de waarde van het ziekenhuis wel vaststellen. Ik denk dat een accountant dat ook wel kan bij de waarde van het onroerend goed. Daar hoeven we het College sanering niet voor in de lucht te houden.
Prietpraat
Het regent nog steeds, dus we bladeren door. We komen bij een kort interview met de twee waarnemend directeuren van het College sanering. De gedachten dwalen onwillekeurig af naar het Jaaroverzicht 2010 waarin de toenmalige directeur uitgebreid aan het woord kwam over zijn hobby: het in middeleeuwse kledij rondleiden van toeristen door Amsterdam. Mijn vraag: welk serieus te nemen overheidsorgaan neemt dergelijk prietpraat op in een Jaaroverzicht? Kan een zelfstandig bestuursorgaan zo verantwoording afleggen over de besteding van belastinggeld? We keren terug in 2012 bij de twee huidige directeuren. De ervaring leert dat de instellingen aan het eind van een traject ” toch vaak tevreden zijn” over de bemoeienissen van het College sanering, zo melden de directeuren. A wrong clock is right twice a day, denk ik dan. Mij bereiken echter vooral berichten over ontevreden instellingen die de afspraken rond lunchtijd met de gemachtigde wel zat zijn.
Grenzen
Enfin, we stuiten even verder op een anekdotisch bedoeld verslag door een gemachtigde over de verkoop van een productiekeuken aan de rand van een industrieterrein. “Hoe een koe een haas vangt…” luidt de kop. Die productiekeuken kon de instelling aan de straatstenen niet kwijt en blijkt na twee jaar lang leuren verkocht te zijn aan een producent van visvoer. Een bijzondere casus volgens de gemachtigde. Inderdaad bijzonder, want het College sanering heeft helemaal niks te maken met productiekeukens. Die vallen niet onder de reikwijdte van artikel 18 WTZi. De casus bevestigt mijn vooroordeel dat het College sanering de grenzen van zijn wettelijke bevoegdheden niet scherp trekt.
Mastodonten
Onder de kop “Strijden voor het behoud van het College” komen twee gemachtigden, Martin van Rooijen en Gerrit Jan van Otterloo, aan het woord. Twee oud-politici die hun sporen in het Haagse ruimschoots verdiend hebben – mastodonten zo u wilt. Zelf noemen ze zich “de jongens en de meisjes die zorgen voor behoud van vermogen voor de zorg”. Blijkens hun beider cv’s hebben ze voor hun tijd bij het College ongeveer evenveel ervaring met de verkoop van vastgoed opgedaan als de zorgbestuurder waar ze geacht worden toezicht op te houden. Ze vertellen over hun strijd in 2007-2008 om het voortbestaan van het College. Die wonnen ze toen, maar er is opnieuw gevaar. In de Wet clientenrechten zorg gaat het College op in de NZa. Reden voor een nieuw pleidooi omtrent nut en noodzaak van een zelfstandig College sanering. Het moet gezegd, ze voelen de tijdgeest goed aan. Wie heeft immers niet zijn buik vol van de Rochdales, Vestia’s en frauderende directeuren. Van Rooijen: “In de zorgsector is er geen enkel voorbeeld van fraude met onroerende zaken. Naar mijn mening mede door de rol van de gemachtigden.” BAM zou Tofik Dibi zeggen.
Appels en peren
Zou het nou werkelijk? De woningcorporaties zijn ook ruim bedeeld met toezichthouders en meekijkers: het Centraal Fonds, het WSW, de gemeente, de minister. Zouden de parttime gemachtigden het echt beter doen dan die instituten? Of zou er wat anders aan de hand zijn? In de zorgsector was in 2011 de totale transactiewaarde EUR 88 miljoen zo lezen we in het jaaroverzicht. De Amsterdamse corporatie Stadgenoot alleen al verkocht in 2011 voor EUR 52 miljoen aan vastgoed. Appels met peren dus. Bovendien, zou de stelling van Van Rooijen waar zijn, dan moet de Kamer terug van reces om de bevoegdheden van het College ook uit te breiden naar de koop van onroerende zaken. Immers, in de corporatiewereld ging het niet zelden juist bij de koop van vastgoed mis. De jongens en de meisjes van het behoud zijn denk ik met een natte vinger te lijmen voor een nieuwe toezichttaak.
Ik heb een ander voorstel. In een tijd waarin we alle lucht uit het systeem proberen te persen, moet dit instituut voor eens en voor altijd versneld afgeschaft worden. Het levert EUR 2,5 miljoen op en de zorg zal er niets minder om worden.
Klaas Meersma
Partner bij de vakgroep Overheid en Onderneming van AKD.