De dood is keurig geregeld in Nederland. Is de dood nabij, dan prikt men ‘het momentum’. Van wilsverklaringen, tot de plek van overlijden, euthanasie en palliatieve sedatie – alles is vastgelegd in verzekeringen en wetgeving. En wie verhuist naar een verpleeghuis krijgt direct de grote vraag: wilt u wel of niet worden gereanimeerd als uw hart ermee stopt?
De dood is geprotocolleerd. In de politiek en in de media gaan de discussies over ‘voltooid leven’ en het zelf bepalen van je levenseinde. Met deze tendens doen we onszelf en onze dierbaren tekort. Daarom in deze open brief een tegengeluid.
Meer dan een momentum
De dood is meer dan een momentum. De dood is onderdeel van het leven, een onmisbare levensfase.
Bovendien, de meeste mensen sterven gewoon in bed. Onverwacht, zonder dokter, zonder euthanasie, zonder regels. Gewoon omdat het leven op is, de geest op is, het lichaam op is. Iemand stopt met ademen of zijn hart staat stil. Hij gaat doodgewoon dood. Daar komt geen protocol aan te pas.
Met alle regels en wetten probeert Nederland grip te krijgen op het sterven. In die hang naar grip op het ongrijpbare, vergeten we te leven. Terwijl die laatste levensfase zo waardevol is. Een periode om terug te blikken, in het reine te komen met jezelf, goede gesprekken te voeren met je naasten, of gewoon simpelweg samen te zijn. In de verpleeghuizen van Viattence sterven wekelijks zeven tot tien bewoners. En meestal wordt hun dood verwelkomd. Men is eraan toe, het hoort bij het leven.
De fase van afscheid nemen en waken wordt als dierbaar gezien door de familie, vanwege de diepgaande gesprekken en het intensieve contact met elkaar.
‘Laten we leven tot het einde’
Wij pleiten er dan ook voor dat de dood een plek krijgt. In de maatschappij en in de verpleeghuizen. Wuif opmerkingen van mensen die weten dat hun afscheid nadert, niet weg. Geen ‘ach welnee, u ziet er nog zo goed uit, u wordt wel honderd’, maar een oprecht ‘vertel, wat houdt u bezig?’ Laten we het gesprek over de dood openen. Onderling, als vrienden en familie én in de verpleeghuizen.
Het contact van mens tot mens, het goede gesprek, dát geeft meerwaarde aan het leven en het gevoel dat we ertoe doen. Laten we léven tot het einde – en dan – doodgewoon doodgaan.