In het FWG-trendonderzoek signaleren we al geruime tijd de behoefte van zorgprofessionals om meer ruimte te krijgen voor hun vakmanschap. Of het nou gaat om een verpleegkundige in een ziekenhuis of een zorgverlener in de thuiszorg, zij constateren stuk voor stuk een hoge ‘protocoldichtheid’. De vele protocollen, procedures, regels en controlemechanismen zetten hun vakmanschap onder druk.
Professionals ervaren daardoor regelmatig een gebrek aan vrijheid om eigen afwegingen te maken in de zorg voor een patiënt of cliënt. Mede onder invloed van bewegingen zoals ‘Ontregel de zorg’, ‘Het roer moet om’ en ‘Minder regelgekte, meer zorg’ groeit het draagvlak voor de autonome professional die per individu afweegt wat goede zorg is. Kwaliteit van zorg krijgt vorm door maatwerk en persoonsgerichte zorg. En die zorg kunnen professionals alleen verlenen als er voldoende ruimte en aandacht is voor vakmanschap.
Een streng regime in crisistijd
En dan is er corona. In enkele weken gaat de Nederlandse maatschappij zo goed als op slot. Het doel daarvan is om het virus in te dammen en (zware) overbelasting van de ic’s te voorkomen. Ook de zorg gaat op slot: reguliere zorg in ziekenhuizen wordt amper meer geleverd, in andere zorgbranches zijn bezoekers niet meer welkom en mogen bewoners en cliënten niet meer naar de dagbesteding. De regels worden soms heel strikt en soms nog wat zoekend uitgelegd.
Bestuurder Julianne Meijers van gehandicaptenzorgorganisatie Siza vertelt dat zij een ‘nee, tenzij… bezoekersbeleid’ hebben ingesteld, met een heel beperkt ‘tenzij’. Maar Meijers heeft de indruk dat veel collega-zorgorganisaties naar een explicieter ‘nee’ opschuiven. In de Brabantse ouderenzorgorganisatie Thebe heerst een ‘militair regime’ Bestuurder Marijke Megens vertelt dat haar heldere commandostructuur rust geeft in de organisatie: “Tijden van crisis vragen daarom. Op dit moment kunnen we niet voortdurend in discussie gaan.”
‘ln tijden van crisis kunnen we niet voortdurend in discussie gaan’
Het coronavirus heeft grote impact op de context waarin zorgprofessionals werken. Om verspreiding tegen te gaan, gelden strikte maatregelen die weinig ruimte laten voor maatwerk en persoonsgerichte zorg.
Onbekendheid met het nieuwe virus, én een tekort aan beschermingsmiddelen en testcapaciteit verkleinen de ruimte nog verder. De nadruk ligt, zeker in de eerste crisisweken, vooral op veiligheid en het naleven van regels. Strakke richtlijnen zijn eenvoudiger uit te voeren: geen bezoek is geen bezoek, op slot is op slot. Een volledig ‘nee’ is veilig en duidelijk. Maar hoe verhouden deze strikte regels en strakke kaders zich tot de professionele autonomie en de ruimte voor vakmanschap.
Worstelen met verantwoordelijkheid
In alle zorgbranches doen zich nieuwe dilemma’s voor. Mag je nog knuffelen met bewoners in de gehandicaptenzorg? Mag je je als medewerker ziekmelden als je tot een risicogroep behoort, of gaat de zorg voor cliënten voor? Mag je het maximum aantal bezoekers per patiënt overschrijden, omdat een bezoeker zelf steun nodig heeft? Hoe ga je om met een besmette demente bewoner die steeds door de gangen dwaalt?
Bij deze dilemma’s moeten zorgverleners nieuwe factoren meewegen in hun handelen. Eén van deze nieuwe factoren is het risico om zelf ziek te worden of het virus mee naar huis te nemen. Longarts-intensivist Margot Scheer op de Intensive Care in Assen durfde in het begin haar kinderen thuis niet meer te knuffelen. “Voor het eerst in mijn carrière vraag ik me af: wat doe ik mijn kinderen aan?”
Kwaliteit van leven versus veiligheid
Zorgverleners maken ook complexe afwegingen binnen het belang van de cliënt. Veel medewerkers worstelen met de waarden ‘veiligheid’ en ‘welbevinden’ en hoe deze te prioriteren. Wat gaat voor: kwaliteit van leven of veiligheid? Ga je als sociaal psychiatrisch verpleegkundige in de ggz naar een cliënt toe of verleen je digitale zorg?
Specialist ouderengeneeskunde Mirjam Bezemer van ZorgSpectrum: “We konden niet om de collectieve maatregelen heen. Maar we onderzochten, overlegden en rekten de maatregelen op om meer naar de stem van cliënt en naasten te kunnen luisteren.”
Auteurs: dr. Irene van de Glind, dr. Geertje van de Ven, drs. Astrid Westerbeek
Research: Peter Andriessen, drs. ing. Jos van Rooij
Dit is een fragment uit het tweede deel van de FWG-essayreeks ‘Hoe verandert corona het werken in de zorg?’ Het volledige artikel vindt u hier.