Ik ben elke keer weer onder de indruk van de tragische omstandigheden waarin sommige zorgverleners terecht komen. Zij hebben niet alleen de dreiging van heel veel zieke mensen te weerstaan. Ook onbegrip, woede en soms zelfs agressie van familie komt regelmatig voor. En toch staan ze er. Elke dag opnieuw. Hun veerkracht en positiviteit ontroeren mij het meest. Zorgverleners zijn zo enorm gericht op de liefde en zorg voor een ander, dat ze niet van hun stuk te brengen zijn. Daarmee zijn ze een voorbeeld en inspiratiebron voor iedereen in onze samenleving. Dat mogen we zorgverleners vaker vertellen.
Onmenselijk zwaar
Op één van de woongroepen voor mensen met dementie zijn alle tien de bewoners besmet met het coronavirus. Inmiddels zijn twee bewoners overleden. We zijn ten opzichte van de eerste coronagolf nog beter voorbereid. Iedereen doet enorm zijn best om het virus buiten te houden. En dan toch, ineens is het er. Eén van onze zorgprofessionals vertelde me daar het volgende over:
“Als ze bij ons komen wonen, dan zijn ze in de allerlaatste fase van hun leven gekomen. We weten dat de dood dichtbij is. Vaak zien we ook een moment dat ze daar aan toe zijn. Groeien ze er naar toe en is de angst minder. Maar nu is de angst bij sommigen zo groot. Zo vol levenslust en dan opeens zo ziek. Beseffen dat er mensen om je heen wegvallen en weten dat je misschien zelf de volgende bent. Al hebben bewoners dementie, ze zien het en ze voelen het.”
De dood is altijd aanwezig in de ouderenzorg. Maar deze tsunami aan zieke mensen en overlijdens maakt het soms onmenselijk zwaar voor de zorgprofessionals.
Begrip en onbegrip
Het verpleeghuis is vaak een afspiegeling van de samenleving. Tragiek, vrolijkheid, woede en plezier. Het is er allemaal. In coronatijd is dit niet anders. Op televisie zien we de agressie van actiegroepen, we zien onbegrip, maar we voelen ook de steun. Onze zorgprofessionals krijgen ook veel steun. Cadeautjes van collega’s en complimenten van familie. De familieleden springen bij waar nodig. We doen het vaak echt samen. En als familie zich slecht geïnformeerd voelt, en daarom boos is, dan begrijpen wij dat. Ook al is het soms te veel gevraagd om iedereen op tijd te woord te staan. Maar er is begrip. Iedereen staat onder druk en maakt zich zorgen.
Helaas is bij ons ook die andere kant aanwezig. Familieleden die minder begrip tonen en zich niet aan de regels willen houden. Regels die genomen zijn om andere bewoners en onze zorgprofessionals te beschermen. Deze week waren de beveiliging en vier politieagenten nodig om de zorg te beschermen. Het zijn uitzonderingen, maar het dreunt na en weegt zwaar. Het voelt voor alle tweeduizend zorgmedewerkers bij Rivas als een belemmering om te kunnen doen waar ze het beste in zijn: het zorgen voor de ander.
Alles voor die ander
Vandaag kreeg ik het volgende berichtje van een zorgprofessional die al deze ellende heeft moeten meemaken.
“Maar vandaag vieren we de kleine dingen. Trudy, die weer even uit bed komt en koffie drinkt. En zelfs weer haar eigen kopje kan vasthouden. Ze is zo ziek geweest dat we bang waren dat ze het ook niet zou redden. We vieren dat mevrouw en meneer Jansen weer even samen konden zijn. Elkaar weer even konden aanraken.”
Dat woordje ‘vieren’ trof me diep. Alle zorg, pijn en angst die zorgprofessionals hebben, laten ze niet zien aan de bewoners. In de gesprekken met de geestelijke verzorgers en in de nazorg met het team mag het eruit. Maar daarna is alles weer gericht op die ander. Die bewoner en zijn of haar familie. Om te zorgen dat zij elke dag opnieuw de kans hebben om te genieten van de kleine grote dingen.
Dus daarom:
Professionals in de ouderenzorg, bedankt voor jullie drive en liefde om elke dag weer het mooiste in de ander naar boven te halen.
Marcel van der Priem
Directeur Langdurige zorg bij ketenzorgorganisatie Rivas Zorggroep