Met de toename van de medische mogelijkheden en de verdergaande subspecialisatie neemt ook het aantal richtlijnen en protocollen hand over hand toe. De vraag is of de patiënt daar altijd baat bij heeft.
Peter is 11 jaar oud en klaagt al jaren over buikpijn. Soms gaat het gelukkig een paar weken wat beter (geen idee waardoor!). Soms helpt het wel als hij gaat poepen maar soms ook niet. Peters moeder heeft geen enkele aanwijzing dat het iets met het eten te maken heeft en heeft al van alles geprobeerd.
Deze patiëntencategorie komt met regelmaat bij de huisarts en daarvandaan ook bij de kinderarts. Los van de vraag waar die zorg het beste kan plaatsvinden (zie mijn vorige blog) probeer ik natuurlijk voor Peter de beste zorg te leveren en ik vraag mij af wat er met Peter aan de hand kan zijn en volg de richtlijn functionele buikpijn.
Dat neemt wel even wat tijd in beslag: zo’n 160 pagina’s met vele do’s en don’ts en meningen en adviezen en afraders en aanraders en waar eenieder wel zijn bijdrage aan lijkt te hebben gegeven. Ondanks die enorme hoeveelheid pagina’s kom ik al snel tot de conclusie dat Peter helemaal niet in die richtlijn past en eigenlijk verbaast me dat niet.
Richtlijnen en protocollen
In totaal vond ik 258 officiële richtlijnen en protocollen op de site van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde. Natuurlijk buitengewoon nuttig met name voor de beter grijpbare ziektebeelden maar moeilijk te hanteren voor al die vage klachten waarmee een groot deel van mijn spreekuur wordt gevuld. En weinig tot in het geheel geen rekening houdend met individuele wensen en systemen.
Waarom passen er toch maar zo weinig van mijn patiënten in die richtlijnen?
En waarom wordt er nergens in de richtlijn gevraagd of de patiënt en zijn familie tevreden is?
Hoezo patiëntgericht?
Kinderarts bij Zuwe Hofpoort Ziekenhuis