Vele jaren later maakt Nederland dankbaar gebruik van de overcapaciteit van de Duitse intensive cares. En om het stuwmeer aan operaties weg te werken is nu ook de suggestie gedaan om een beroep op de buren te doen. Geen slecht idee. Ondertussen vragen we ons af of de capaciteit van ziekenhuizen in Nederland niet te krap is geworden. Maar het structureel opvoeren van het aantal bedden lijkt me niet verstandig. Als het, gezien de krapte op de arbeidsmarkt, al mogelijk zou zijn om die bedden daadwerkelijk in te kunnen zetten.
Bittere noodzaak
Een probleem van meer capaciteit, ofwel meer aanbod, is dat deze al heel snel benut gaat worden door mensen wat laagdrempeliger op te nemen en iets langer te laten liggen. Veel zorginnovatie, die goed is voor doelmatigheid maar ook goed voor kwaliteit, komt alleen maar op gang door de bittere noodzaak om krappe capaciteit optimaal aan te wenden.
Subspecialiseren
Waar we de afgelopen tijd vooral last van hadden is niet te weinig capaciteit, maar te rigide capaciteit. Een belangrijk deel van het ziekenhuis ligt stil omdat een kleine schaarse groep gespecialiseerde medewerkers alleen voor corona-zorg ingezet kan worden. OK’s draaien op halve kracht omdat een handvol anesthesiemedewerkers moeten helpen op IC’s of acute opnameafdelingen. Het subspecialiseren, niet alleen van medisch specialisten maar ook van andere medewerkers in de zorg, maakt flexibel reageren op pieken en dalen in het zorgaanbod steeds moeilijker. Als we ook nog eens de profielen van ziekenhuizen bevriezen, zodat ieder ziekenhuis zijn fair share moet leveren in het opvangen van piekvraag, dan is de ellende compleet.
Ondernemerschap
Ik denk dat Duitse ziekenhuizen qua doelmatigheid nog altijd meer van Nederlandse kunnen leren dan omgekeerd. Maar om het Nederlandse capaciteitsprobleem op te lossen zou wat ondernemerschap als dat van Meder geen kwaad kunnen.
Hugo Keuzenkamp
Lid raad van bestuur bij Rode Kruis Ziekenhuis