De verpleeghuiszorg heeft een nieuw Kwaliteitskader. En dit kader geeft ruimte, ruimte om samen te leren en te verbeteren. Cliënten, professionals, aanbieders en verzekeraars bepalen hoe ze invulling willen geven aan kwaliteit. Afgestemd op de behoeften van de cliënten en de lokale mogelijkheden. Het stuur ligt nu in hun handen.
Het Kwaliteitskader verpleeghuiszorg legt de verantwoordelijkheid voor kwaliteit in de zorg daar waar het hoort, in het veld. Daar zijn professionals elke dag bezig om cliënten de best mogelijke zorg te geven. Cliënten die zij als geen ander kennen. Dat is niet altijd makkelijk. Het nieuwe Kwaliteitskader helpt hen daarbij, maar stelt daarbij ook duidelijke kaders. Leren en verbeteren is niet meer vrijblijvend.
Context
Eind 2016 werd het manifest van Hugo Borst terecht door de politiek omarmd. Onderdeel ervan was een vaste getalsnorm voor personeel in het verpleeghuis. Toch besloot de Kwaliteitsraad niet voor zo’n landelijk vastgestelde getalsnorm te kiezen. Zo’n norm doet geen recht aan de verschillen tussen cliënten en de context waar verpleeghuiszorg wordt geleverd. De Kwaliteitsraad koos daarom bewust en expliciet voor een contextgebonden norm.
Bij de personeelsnorm komt de radicaal andere aanpak van dit kwaliteitskader duidelijk naar voren. Eind 2018 moet de contextgebonden norm door het veld zijn vastgesteld. Maar niet met een landelijk van bovenaf vastgestelde blauwdruk. Nee, het kader geeft aan hoe het veld zelf tot een norm kan komen. Met concrete activiteiten voor verpleeghuizen, sectorpartijen en kennisnetwerken. Samen leren en verbeteren is hierbij de rode draad, met een grote rol voor de bijdrage van cliënten verzorgenden en andere zorgverleners.
Ruimte voor leren
De kwaliteitsraad wil het veld in de tussentijd niet met lege handen laten staan. Daarom stelt het kwaliteitskader een aantal tijdelijke minimale normen. Deze normen geven kaders om te komen tot voldoende en bekwaam personeel in verpleeghuizen. Ook deze tijdelijke normen laten bewust ruimte voor invulling voor de specifieke situatie waarin verpleeghuiszorg wordt geleverd. Het mag de ruimte voor leren en verbeteren niet frustreren. Dit in het belang van de cliënt, de professionals en de kwaliteit van verpleeghuiszorg.
De personeelssamenstelling is een belangrijk onderdeel van het kader, maar er is meer. Persoonsgerichte zorg, wonen & welzijn, veiligheid en kwaliteit staan centraal. Daarnaast is er aandacht voor leiderschap, bestuur, governance en de rol van hulpbronnen en informatie. Overal draait het om samen leren en verbeteren.
Dit nieuwe Kwaliteitskader geeft ruimte aan de verpleeghuizen en aan de zorgverleners die er werken. Die ruimte vergt wel leiderschap en het nemen van verantwoordelijkheid. Voor wie dat niet gewend is, is dat in het begin soms best lastig. Als het maar niet leidt tot een verlammende ruimtevrees.
Voorzitter Kwaliteitsraad van Zorginstituut Nederland