Onlangs zag ik tijdens een boswandeling een boom met een bijzondere stam. Tenminste: ik dacht dat het een boom was. Toen ik beter keek, bleken het twéé bomen te zijn die zo dicht bij elkaar stonden, dat ze één organisme leken. De een had de kroon links, de ander rechts. En zo hadden ze samen een oplossing gevonden voor het gebrek aan ruimte en licht op die plek.
Verliezen in uitersten
De natuur lijkt het als vanzelfsprekend te doen: een nieuwe balans organiseren. Wij mensen hebben er meer moeite mee. Dus gaan we in januari en masse sporten, omdat ons gewicht weer te ver doorgeschoten is. Of we lezen zelfhulpboeken om nu toch eindelijk een gezond evenwicht tussen werk en privé te vinden. We doen ons best, maar verliezen ons vaak in uitersten. Dat zie ik ook in de maatschappij en in de zorg. Meningen staan vast, discussies polariseren.
Een praktisch voorbeeld: als wij van PFZW Datadiensten een gesprek leiden over strategische personeelsplanning, of over datagedreven werken, komen er ook altijd een aantal reacties in de categorie: ‘Maar Marcel, de zorg gaat toch om ménsen. Ik mis de mens in dit verhaal.’ Natuurlijk gaat de zorg om mensen. De vraag is ook helemaal niet wat je kiest: data of mensen. De vraag is hoe je met data mensen ondersteunt.
En die vraag is nu belangrijker dan ooit. De menskracht in de zorg staat onder enorme druk. Het systeem piept en kraakt in zijn voegen. De sector komt nu al professionals te kort. En dan hebben we het nog niet over de enorme vergrijzing en ontgroening die op ons afkomen. Het is één voor twaalf. Als er niets verandert, kunnen we de zorg straks niet bekostigen, en niet bemensen.
Anticiperen op verandering
We moeten met zijn allen anticiperen op verandering (en ja, je hebt data nodig om te weten wat er komen gaat). Het helpt ons niet verder als we blijven hangen in schijntegenstellingen zoals die tussen bedrijfsdoelstellingen en menselijk kapitaal. Die factoren kunnen elkaar juist helpen. Net zoals robots in de zorg kunnen helpen, en slimme luiers, 365 graden-camera’s of medewerkers die géén hbo-V gedaan hebben.
Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om samen op zoek te gaan naar een nieuwe balans. Dat begint met nadenken over de vraag: als het zo niet kan, hoe dan wél? Waaruit bestaat het beste alternatief? Die gesprekken voer je in de hele organisatie – van werkvloer tot bestuur – en over de grenzen van organisaties heen. Want dit probleem is sectorbreed. Dat los je in je eentje niet op. En in die gesprekken over balans is het zaak om alles mee te wegen. Ook de factoren die je misschien minder goed passen, waar je minder warm voor loopt, maar die wel een hoger doel dienen. Of het nu over techniek, geld of mantelzorg gaat.
Uit de groef
De dialoog over balans voer je niet zomaar tussen de soep en de aardappelen door. Het vraagt tijd en ruimte. En het goede nieuws is: als je die neemt, en je bent bereid uit je eigen groef te stappen, ontstaan er de eerste oplossingsrichtingen. Dat zien we bijvoorbeeld in de lerende netwerken die we in verschillende regio’s in Nederland opgezet hebben. Daarin kijken HR-professionals en bijvoorbeeld financieel specialisten van verschillende organisaties naar hun uitdagingen op het gebied van strategische personeelsplanning. Samen maken ze plannen, bijvoorbeeld voor het werven en behouden van personeel in de regio. Schijnbaar als één organisatie. Net als die prachtige bomen die ik zag.
Marcel Haverkamp
Senior HR Consultant bij PFZW Datadiensten