Veel zorgverleners hebben de afgelopen weken met dankbaarheid het applaus en de bloemen van de bevolking en beleidsmakers in ontvangst genomen. Maar zij voelen ook ongemak bij al die hulde. En dat is niet zo gek. Want de zorgverleners in ziekenhuizen moesten een half jaar geleden nog een historische staking organiseren omdat hun lonen achterbleven. De werkdruk steeg almaar en de waardering schoot tekort. Kraamverzorgers, verpleegkundigen, fysiotherapeuten, jeugdzorg-medewerkers en velen anderen gingen de afgelopen jaren de straat op met hun eis voor meer waardering.
Kostenpost
Afdelingen of zelfs hele ziekenhuizen werden gesloten, tegen de wens van patiënten en zorgverleners in. De verzorgingshuizen moesten dicht. Het eigen risico en de zorgpremie schoten omhoog, de jeugdzorg werd gekort en de dagbesteding verminderd. Tegelijk kon het winstbejag door zorgcowboys gewoon doorgaan. Mensen die nu het hardst werken in onze gezondheidszorg waren in drie kabinetten Rutte vooral een kostenpost die beperkt moest worden.
Hogere lonen
Onze zorgverleners verdienen meer dan alleen het applaus van de afgelopen weken. Ze zijn pas echt geholpen met concrete veranderingen, zoals hogere lonen en betere arbeidsvoorwaarden. Meer collega’s en minder werkdruk. Meer vertrouwen in de professional en minder bureaucraten die over hun schouder meekijken. Zorgverleners spreken elkaar graag als collega en niet als concurrent. Dit terwijl het concurrentiedenken vanuit de politiek de laatste jaren fanatiek is aangemoedigd.
Nutteloos
De marktwerking in de zorg, die sinds 2006 versneld is doorgevoerd, blijkt nutteloos in deze tijd waarin onze zorg om samenwerking draait. De overheid deed een stap opzij en legde de macht bij zorgverzekeraars. Nu zien we dat de nadruk die zorgverzekeraars leggen op kostenbeheersing en efficiëntie van weinig waarde zijn.
Sterker nog, terwijl de coronacrisis nog volop woedt, blijkt plotseling dat het ook anders kan. Intensieve samenwerking tussen zorgaanbieders is nu wel mogelijk. Verzekeraars schakelen de concurrentie uit, financiering volgt op zorgbehoefte en de landelijke overheid springt bij om de samenwerking te versterken. De coronacrisis legt haarfijn bloot waar ons marktstelsel faalt. En laat tegelijk zien hoe we ná deze crisis een beter stelsel kunnen optuigen.
Actieve overheid
Voor samenwerking is een actieve overheid nodig die ook buiten crisistijd durft te investeren in het publieke belang. De SP stond in 2018 praktisch alleen in het verzet tegen de privatisering van een belangrijk publiek instituut dat vaccins ontwikkelt. Inmiddels is de privatisering van Intravacc door minister De Jonge teruggedraaid. Ook heeft de Tweede Kamer zich achter het voorstel van SP en CDA geschaard om de productie van vaccins, geneesmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen in eigen land op te starten. Een belangrijke stap om de huidige crisis en toekomstige crises het hoofd te kunnen bieden.
Andere bril
De komende jaren zullen we door een andere bril naar de bestrijding van infectieziekten moeten kijken. Niet langer is de publieke gezondheidszorg – zoals preventie en onderzoek naar vaccins – een overbodige kostenpost, maar een essentieel onderdeel van onze nationale beschermingswal tegen bekende en nog onbekende infectieziekten. We zullen afscheid moeten nemen van de afhankelijkheid van private en op winst gerichte bedrijven en het onderzoek naar vaccins en geneesmiddelen in eigen hand moeten gaan organiseren. De miljoenen die hier aan uitgegeven (hadden kunnen) worden, vallen immers in het niet bij de miljardenschade die deze pandemie veroorzaakt.
Luisteren
We zien nu dat we na de crisis niet kunnen terugkeren naar ‘business as usual’. Het is tijd om te luisteren hoe zorgverleners, van artsen tot verpleegkundigen en van de thuiszorg tot de gehandicaptenzorg, willen samenwerken in een zorgstelsel dat voor iedereen werkt en niet alleen voor zorgverzekeraars en beleidsmakers.
Laten we definitief afscheid nemen van alle bureaucratie die in deze crisistijd wordt overgeslagen. Laten we de samenwerking tot norm verheffen en de marktwerking opdoeken. Dat kan door te kiezen voor een zorgstelsel zoals het Nationaal ZorgFonds waarin geïnvesteerd wordt in preventie, professionals de ruimte krijgen hun werk te doen en waar de kwaliteit en toegang tot de zorg leidend wordt.
Maarten Hijink is Tweede Kamerlid voor de SP en woordvoerder zorg
klaar.laheij2gmail.com
Goed streven Maarten!