De verschillende reacties zijn vaak het gevolg van het verschil in beroep en dus perspectief van de hulpverlener. Politie, justitie en ook politici neigen naar verbieden, omdat wet- en regelgeving nu eenmaal de tool is waarmee deze instanties proberen onwenselijk gedrag te beïnvloeden en te voorkomen. Jeugdhulpverleners neigen vaker naar voorlichting, advies en opvang als mogelijke oplossing, omdat dat de instrumenten zijn waarmee zij werken.
Ernstig probleem
Dat sexting onder minderjarigen een ernstig en toenemend probleem is, staat wel vast. Het Ad meldt (04-09-18) dat in 2018 zich per dag tenminste drie slachtoffers melden van uitgelekte naaktbeelden van minderjarigen. Een toenemend aantal slachtoffers heeft psychiatrische hulp nodig (stappenplansexting.nl). EenVandaag meldt (11-02-2019) dat 44 procent van de jongeren wel eens een naaktfoto van iemand anders ontvangt. De 14-jarige Onur werd landelijk nieuws toen hij zelfmoord pleegde nadat een naaktfoto van hem was verspreid via social media. Recent (oktober 2019) werden daarvoor twee minderjarigen uit Enschede veroordeeld vanwege sexting.
Verbieden?
Moet sexting onder minderjarigen dan maar helemaal verboden worden? Joyce Gouma maakt bij het beantwoorden van deze vraag in haar Masterscriptie Jeugdrecht een afweging tussen twee soorten rechten van minderjarigen: participatierechten en beschermingsrechten. Participatierechten zijn bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting, het recht op privacy en het recht op toegang tot informatie. Beschermingsrechten zijn bijvoorbeeld het recht op bescherming tegen mishandeling en verwaarlozing en tegen seksuele exploitatie en seksueel misbruik.
Gouma houdt een pleidooi voor het eerbiedigen van de participatierechten: tieners hebben het recht zich seksueel te ontwikkelen door sexting. Sexting geeft minderjarigen de mogelijkheid om denkbeelden en een mening te vormen en te uiten over hun seksuele behoeften en identiteit. Die participatierechten kunnen ingeperkt worden indien sexting de reputatie van een tiener schaadt of een negatieve impact heeft op de ontwikkeling van een tiener, doordat de seksueel getinte berichten gepaard gaan met psychisch geweld, seksueel misbruik of seksuele exploitatie. Maar een generieke strafbaarstelling van sexting is dus volgens Gouma niet de aangewezen weg, omdat die een te grote inbreuk maakt op de participatierechten van tieners.
Excessen
Gouma betoogt dat er maar relatief weinig gevallen zijn waarin tieners ernstige risico’s lopen of schadelijke gevolgen ervaren van sexting an sich. Daar waar wel schadelijke gevolgen zijn, is dat eerder het gevolg van andere, bv psychologische of sociaaleconomische problemen: psychische geweld, seksuele dwang of intimidatie. Die excessen kunnen al strafrechtelijk worden aangepakt en daarvoor is dus geen generiek verbod op sexting onder minderjarigen nodig.
Een generiek verbod op sexting zou dus negatieve gevolgen voor minderjarigen hebben: minderjarigen zouden strafbaar gesteld kunnen worden voor sexting ook daar waar er geen (risico op) schade is. En die criminalisering zou een negatieve en stigmatiserende invloed kunnen hebben op de ontwikkeling en toekomst van een kind. Niet doen dus.
Een wat genuanceerder vraag laat Gouma onbeantwoord: als een generiek verbod op sexting onwenselijk is, zou dan een wat specifieker verbod op het delen van seksueel getinte foto’s, filmpjes en berichten met derden zinvol en haalbaar zijn? Onder het motto: als Anna iets bloots wil delen met Benno moet ze dat zelf weten, maar mag Benno het zonder toestemming van Anna delen met Christiaan? Die vraag is niet alleen juridisch ingewikkelder, maar misschien ook praktisch relevanter.
Voorlichten dan maar?
Misschien is met het versturen van een sexy foto van jezelf niet zoveel mis. Het is een normale seksuele uiting, die past bij de seksuele ontwikkeling van jongeren. Het gaat pas mis als de foto verspreid wordt en de persoon op de foto letterlijk en figuurlijk te kijk wordt gezet (shame sexting). Voor een deel gebeurt dat waarschijnlijk zonder dat minderjarigen zich vooraf realiseren welke gevolgen het doorsturen van een naaktfoto van iemand kan hebben. Bureau Halt wil jongeren daarom meer bewust maken van de mogelijke gevolgen door de campagne Respect Online. Het TV programma Spuiten en Slikken gaf al eerder het advies “als je iets deelt, hoofd buiten beeld”. Maar volgens de politie is dat inmiddels niet meer voldoende omdat onherkenbaar niet bestaat (AD, 04-09-18). Op internet worden naaktfoto’s minutieus ontleed en vergeleken met gewone foto’s voor wat betreft moedervlekken, tatoeages of omgeving. Vaak kan dan toch de identiteit achterhaald worden.
Let’s be careful out there!
Daarmee staan hulpverleners voor een dilemma: een keuze tussen a rock and a hard place. Beide oplossingen hebben nadelen. Verbieden lijkt niet de oplossing, maar voorlichting is dat evenmin. Als zowel verbieden als voorlichten mijn kind onvoldoende bescherming bieden, ben ik als ouder gedwongen om terug te vallen op het advies van sergeant Phil Esterhaus aan zijn patrouillerende agenten in de serie Hill Street Blues: Let’s be careful out there! Wat je niet deelt kan niet verder gedeeld worden.
Herm Joosten
Lector bij NCOI University en universitair docent bij Radboud Universiteit Nijmegen