Japanse ouderen die hun honderdste verjaardag vieren, kregen tot voor kort een zilveren sake-kopje uitgereikt als erkenning voor hun bijdrage aan de Japanse maatschappij. Het aardigheidje is afgeschaft omdat het simpelweg onbetaalbaar is geworden: in 2018 bereiken zo’n 38.000 Japanners deze mijlpaal.
Nederland kent een vergrijzende bevolkingsopbouw, maar Japan spant de kroon. In 2013 was één op de vier Japanners ouder dan 65 jaar (tegen 17 procent in Nederland) en dit percentage stijgt door. De combinatie van een toenemende levensverwachting en lage geboortecijfers zorgt voor grote uitdagingen, waaronder het betaalbaar houden van de Japanse zorg.
In 2013 maakte 1,9 procent van de Japanse ouderen gebruik van langdurige zorg en men verwacht dat dit in 2025 zal zijn gestegen naar 5,1 procent. De kosten voor de ouderenzorg worden voor 80 procent betaald uit belastingen en premiebetalingen door 40- tot 65-jarigen. De overige 20 procent wordt betaald door de ouderen zelf. Verhoudingsgewijs neemt het aantal werkenden af en groeit het aantal ouderen; een onhoudbare situatie.
Slim kopiëren
Japanners hebben de reputatie dat ze goed om zich heen kijken en slim kopiëren waar ze van kunnen leren. Dit geldt zeker ook voor het zoeken naar antwoorden op de vergrijzing. De hervormingen die men uitvoert zijn vaak gebaseerd op leermomenten uit andere landen, met bijzondere interesse in systemen (opzet, integratie en communicatie tussen betrokkenen), cure (verkorten ligduur, zorghotels, eerstelijnsverblijf), preventie (huisbezoeken, ondersteuning, voorzorg) en welzijn (ontmoetingsplekken, sportclubs, vrijwilligers).
Al sinds enkele jaren doet een groep Japanse wetenschappers onderzoek naar de wijze van financiering en organisatie van de ouderenzorg in Nederland, Denemarken, Duitsland en Engeland. Het onderzoek wordt gefinancierd door het Japanse ministerie van Gezondheid, Arbeid en Welzijn. Via gesprekken met deskundigen, vragenlijsten en casusbesprekingen leren de Japanners over onze wetgeving, de uitvoering daarvan en de betrokkenheid van organisaties, professionals en vrijwilligers.
Verwarrend
Tijdens hun laatste werkbezoek aan Nederland eind augustus bezochten ze onder meer het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), het LUMC, zorginstellingen Topaz en Activite en de gemeente Leiden. De Japanse delegatie was ook bij ons te gast, waarbij zij liet blijken onze huidige wetgeving voor goede zorg voor ouderen (ZVW, WLZ en WMO) ingewikkeld en verwarrend te vinden. Hun vragen onderstrepen de discussie die we in Nederland voerden voorafgaand aan de hervormingen, zoals het debat over financiering van de persoonlijke verzorging: vanuit de ZVW of WMO?
De onafhankelijke indicatiestelling en indeling in zorgzwaartepakketten in de WLZ vinden de Japanners bijzonder interessant. Het verbaast hen wel dat de indicatiestelling voor persoonlijke verzorging niet in zo’n zelfde keurslijf is gegoten en zij zijn benieuwd of de wijze van uitvoering bij eenzelfde casus kan verschillen. Dit geldt ook voor de uitvoering van de WMO. Vragen die ongetwijfeld voortkomen uit de Japanse normen en waarden gericht op gelijkheid en rechtvaardigheid.
Eigen verantwoordelijkheid
Een eye opener voor onze Japanse gasten is onze sterke focus op de eigen verantwoordelijkheid. In Japan bepaalt de overheid vooral wat goed voor je is ten aanzien van preventie en voorzorg. Het meedoen aan preventieve activiteiten is een plicht. Vanuit huisbezoeken wordt bepaald of en welke voorzieningen nodig zijn.
Ouderen in Nederland zijn zelfstandiger en laten zich niet voorschrijven of ze advies willen, blijven bewegen, zorg nodig hebben en dergelijke. Opvallend ten slotte is de bijzondere rol die de ergotherapeut in Japan vervult in de preventieve zorg, met als doel om achteruitgang te vertragen en onnodige incidenten thuis, zoals vallen, te voorkomen. In Nederland zijn ergotherapeuten nog vooral werkzaam in de intramurale ouderenzorg en is hun inzet in de thuissituatie veel minder vanzelfsprekend.
Het is interessant om te volgen welke elementen uit de Europese ouderenzorg de Japanners eruit pikken om hun eigen stelsel te verbeteren. Ook bij ons komt de situatie immers dichterbij dat het voor burgemeesters niet meer te behappen valt om bij iedere honderdjarige een taartje te komen eten.
Directeur Leyden Academy on Vitality and Ageing en ILC Nederland