De koelkast die aangeeft of-ie vandaag is open geweest. Een medicijndispenser die duidelijk maakt of een cliënt vandaag zijn medicatie heeft ingenomen. Een sensor op de kraan die meldt of het water vandaag al heeft gestroomd en een sensor op de deur van het toilet die aangeeft hoe vaak de bewoner naar de wc is geweest. Een bewegingssensor die het licht automatisch laat aangaan als je uit bed komt. En ga zo maar door.
Steeds meer mogelijk
De mogelijkheden van de techniek in de vvt-sector zijn enorm. Zo wordt steeds meer mogelijk. Ouderen die langer thuis blijven wonen, mantelzorgers die gerust worden gesteld, minder botbreuken en blessures. En lagere zorgkosten natuurlijk. Alleen maar voordelen dus, zou je denken. Waarom gaat al die innovatie dan toch zo traag?
Gebrek aan standaarden
Een van de problemen is het gebrek aan eenduidige standaarden voor de uitwisseling van informatie. Al die apparaten die ik net noemde, kunnen als ze van verschillende leveranciers zijn, niet met elkaar praten. Je moet als zorginstelling met elk apparaat een aparte koppeling maken. Dat kost veel tijd en geld, zowel bij de aansluiting als het onderhoud.
Dit probleem speelde ook op de consumentenmarkt, maar daar is een oplossing gevonden. Met je Apple Homekit een deurbel van Google bedienen, dat kon lange tijd niet. Maar de grote techbedrijven zagen in dat dit niet de beste manier is om je spullen aan de man te brengen, en dus zochten ze naar een oplossing. Het zogenoemde Matter-protocol, dat deze communicatie gaat regelen, wordt binnenkort operationeel.
Internet of things
Eenheid van taal, daar gaat het om. In de uitwisseling van zorginformatie wordt daar al wel aan gewerkt, maar bij het Internet of Things loopt onze sector hopeloos achter. Het is tijd dat daar iets aan gebeurt. Als de geruchten kloppen, wordt er in Den Haag hard gewerkt aan een nieuw kabinet. Wat mij betreft zou dit een mooie opdracht zijn voor de nieuwe minister van VWS.
Sander van Tilburg
Chief Technology Officer SDB Groep