Voor de wijkverpleging is het even wennen geweest om sinds 2015 niet langer te maken te hebben met één zorgkantoor, maar met een zorgverzekeraar en vanaf 2016 met een reeks zorgverzekeraars. Een zorgkantoor werd in meer of mindere mate gezien als partner. Zorgverzekeraars voeren daarentegen scherpe onderhandelingen en soms gaat dat hard tegen hard.
Kleinere zorgaanbieders in de wijkverpleging worden vaak geconfronteerd met een aanbod waarover niet onderhandeld kan worden. Grote zorgaanbieders worden formeel in de gelegenheid gesteld te praten, maar voelen zich veelal niet gehoord en dit leidt tot de klacht dat er weinig te onderhandelen valt. De toezichthouders in de zorg vinden het prima dat zorgverzekeraars een krachtige positie hebben, want dat zou de consument ten goede komen. Zorgaanbieders ervaren dat veelal anders.
Echte onderhandelingen kunnen plaatsvinden als sprake is van een level playing field. Dat wil zeggen dat er voor beide partijen een alternatief moet zijn om niet te contracteren. In de wijkverpleging is dat alternatief er vaak niet.
Spelregels
Om in dit ongelijke speelveld enige orde te scheppen, zijn de afgelopen jaren geleden good contracting practices opgesteld. Ook is er aan gewerkt om het zorginkoopproces te stroomlijnen. In de praktijk komt dat erop neer dat in het eerste kwartaal van het jaar door verzekeraars inkoopbeleid wordt vastgesteld, in het tweede kwartaal de inkoopdocumenten gereed worden gemaakt en in het derde kwartaal de overeenkomsten worden aangeboden, teneinde bij voorkeur voor 19 november de onderhandelingen over contracten te hebben afgerond. Dat is globaal de tijdlijn van een contracteerronde.
Per 1 januari jongstleden heeft de NZa in een beleidsregel verplicht gesteld dat zorgverzekeraars het zorginkoopbeleid en de procedure van de zorginkoop uiterlijk op 1 april voorafgaand aan het kalenderjaar of de kalenderjaren waarvoor de zorginkoop zal plaatsvinden bekendmaken. Deze informatie betreft onder meer het kwaliteitsbeleid dat de zorgverzekeraar hanteert, de minimumeisen waaraan zorgaanbieders moeten voldoen en de mate waarin de zorgverzekeraar ruimte biedt voor innovatief zorgaanbod.
Wat dat betekent, wordt in de praktijk vaak onderschat. Veelal omdat men er nog niet aan gewend is maar ook omdat verzekeraars in hun zorginkoopbeleid vooral wollige taal gebruiken met algemene intenties en open normen. Toch is het van belang. Want het zorginkoopbeleid kan wel degelijk elementen bevatten waar later een beroep op kan worden gedaan. Bijvoorbeeld als een verzekeraar opeens een koerswijziging inzet. Dat kan niet door de beugel. Verder geeft zorginkoopbeleid een indicatie van de onderwerpen die bij de totstandkoming van de zorginkoopdocumenten voor 1 juli als onderhandelingspunt aan de orde moeten komen.
Goede argumenten
Gek genoeg zijn de maanden januari en februari van elk jaar voor het inkoopproces een belangrijke periode. Want dan is het moment aangebroken om de contracteerronde van het voorgaande jaar te evalueren en bij de zorgverzekeraars neer te leggen waar men tegenaan is gelopen, wat beter kan en wat de zorgverzekeraar volgens zorgaanbieders zou moeten meenemen in het contracteerbeleid voor het komende jaar. Verzekeraars zijn niet doof voor goede argumenten en nemen soms ook aangedragen zaken mee. Als een verzekeraar niet weet dat er iets speelt, dan kan een verzekeraar daar ook weinig mee doen.
Voor de wijkverpleging zijn diverse onderwerpen denkbaar die aan de orde gesteld zouden kunnen worden. Denk aan volgbeleid, een uniforme procedure voor S1 en S2, hoe om te gaan met tariefdifferentiatie, verschil tussen en maatwerk voor grote en kleine aanbieders, welke prestaties wel en niet worden ingekocht en wat dat betekent, omzetplafonds bij onvoorziene ontwikkelingen, doorleverplicht, bonus-malusregelingen en vooral de enorm toenemende bureaucratie vanwege het verval van de representatie, waardoor aanbieders feitelijk op cliëntniveau per verzekeraar moeten bijhouden of nog ruimte bestaat binnen de contracteerruimte.
Gezamenlijk optrekken
Het is best mogelijk dat in regionaal verband klachten worden opgehaald en collectief worden gecommuniceerd met een verzekeraar. Dat is heel wat anders dan het gezamenlijk optrekken van concurrenten. Input neerleggen bij een verzekeraar benadrukt met welke onderwerpen en klachten de verzekeraar er verstandig aan doet om rekening mee te houden.
Het is van groot belang om juist in de eerste twee maanden van het jaar wensen en klachten bij de verzekeraars neer te leggen zodat deze meegenomen kunnen worden bij het vaststellen van het inkoopbeleid voor het komende jaar. Want daar ligt de basis voor de komende contracteerronde. Stilzitten betekent afwachten wat je aangeboden wordt. Wie geen plan maakt voor zijn eigen leven, wordt onderdeel van andermans plannen. Proactief optreden is veel beter.
Partner bij Eldermans|Geerts