De groei in de gehandicaptenzorg is groter dan de economische groei. Het is schokkend te moeten concluderen dat door ons systeem een deel van de groei niet naar de zorg van cliënten gaat, maar ten gunste van de ratio’s wordt ingezet.
Een tijdje geleden ontving ik de Jaarverslagenanalyse van Intrakoop over het jaar 2015. Uit de rapportage kan ik opmaken dat het gemiddelde weerstandsvermogen in de Gehandicaptenzorg 28,4 procent bedraagt. Ook weet ik dat als ik wil blijven voldoen aan één van de vele financiële ratio’s, namelijk ‘rendement halen op het eigen vermogen’, het weerstandsvermogen van onze organisatie (nu 34 procent) ieder jaar met, pak m beet, 1 procent zal stijgen.
Over 10 jaren zal ik dan een weerstandsvermogen moeten presenteren van ongeveer 45 procent! Twintig jaar geleden was de norm ongeveer 8 procent en waren de instellingen financieel niet minder gezond. We weten waar het naar toe gaat, maar waarom toch?
‘Winst’ op huisvesting
De eerste (belangrijke) reden is dat het hoge weerstandsvermogen voortkomt uit de ‘winsten’ die we boeken op de bekostiging van onze huisvesting, door de normatieve huisvestingscomponent (nhc). Ik schrijf hier ‘winsten’ omdat er feitelijk helemaal geen sprake hoeft te zijn van winst. De nhc is, zoals bekend, ook een bevoorschotting. Deze middelen zijn ook bestemd voor verplichtingen die we in de toekomst hebben. Helaas mogen we dit aspect in de presentatie van onze cijfers niet tot uitdrukking brengen. Zou dit wel het geval zijn, dan was er sprake van een meer genuanceerde presentatie van de weerstandsvermogens.
Dood geld
De tweede belangrijke reden van het hoge weerstandsvermogen is dat alle risico’s nu bij de instellingen liggen. Logisch dat garantiefondsen en financiers dan hogere eisen stellen dan in het verleden. De weerstandsvermogens zullen door deze systematiek (verplicht rendement op eigen vermogen), harder toenemen dan de risico’s, welke immers al maximaal bij de zorginstellingen liggen. We potten dus op voor wat? Steeds meer ‘dood geld’ op de balansen en burgers die er niets van begrijpen. Bestuurders hebben vaak al moeite om het onderscheid te maken tussen weerstandsvermogen en liquiditeit, laat staan de gemiddelde burger.
Uitruil
Kunnen we een poging doen om de verplichte groei van weerstandsvermogens te keren? Natuurlijk willen we niet terug naar de situatie waarin Vadertje staat alle risico’s voor zijn rekening neemt. Maar enige eliminatie van risico’s, of meer realistische herwaardering van de risico’s, kan leiden tot minder groei van weerstandsvermogens. Ook de toekomstige persoonsvolgende bekostiging kan hieraan bijdragen als het tarief van het Nza tenminste een leidend principe wordt en dat zorgaanbieders niet meer afhankelijk zijn van de tarieven en het volume dat het zorgkantoor wenst in te kopen.
Tegenover eliminatie van risico’s kunnen wij als zorgaanbieders de suggestie aan VWS doen om de jaarlijkse indexering deels achterwege te laten. Deze indexering wordt immers ook voor een deel ingezet ten behoeve van de wedloop naar een steeds hoger weerstandsvermogen. De groei in de gehandicaptenzorg is groter dan de economische groei. Het is schokkend te moeten concluderen dat door ons systeem een deel van de groei niet naar de zorg van cliënten gaat, maar ten gunste van de ratio’s wordt ingezet. Ik kan niet overzien in hoeverre wetswijzigingen (mondiaal) nodig zijn voor deze voorgestelde verandering, maar ik schat in dat een aantal spelregels afgesproken kan worden tussen VWS, bankwezen en brancheorganisaties.
Lid raad van bestuur Cello en voorzitter sectorbestuur HEAD Gehandicaptenzorg