Alle vierhonderd ouderenzorginstellingen hebben voor 2019 een gedetailleerd kwaliteitsplan opgesteld. Over de besteding van de kwaliteitsmiddelen hebben zij ieder kwartaal en over heel 2019 verantwoording afgelegd aan het zorgkantoor. Dit, aangevuld met een goede inhoudelijke dialoog tussen volwassen partijen en onderling vertrouwen moet al voldoende zekerheid geven, zou je zeggen. Niets is minder waar; de accountant moet bij een weinigzeggende rondrekening een rapport van feitelijke bevindingen verstrekken, wat bureaucratie in de hand werkt.
Extra handen aan het bed
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft de afgelopen jaren additionele gelden beschikbaar gesteld om de kwaliteit van zorg te verbeteren en meer handen aan het bed te krijgen. Voor de ouderenzorg gaat het – mede na kritische geluiden van Hugo Borst en Carin Gaemers – om een bedrag aan kwaliteitsmiddelen van 1,2 miljard euro over 2019.
De coronacrisis laat zien dat dit geld hard nodig is geweest, want de extra handen aan het bed hebben de ouderenzorginstellingen door de huidige crisis heen geholpen. Daarbij krijgt de zorgsector de komende jaren te maken met een dubbele vergrijzing, waardoor extra handen aan het bed én extra innovatiekracht en andere toedeling van budgetten aansluitend op het beleid hard nodig zijn.
Verantwoording
Gezien de omvang van de kwaliteitsmiddelen en de politieke druk is het logisch dat zorginstellingen hier een vorm van verantwoording over moeten afleggen; zij moeten aantonen dat dit daadwerkelijk heeft geleid tot ‘extra handen’ aan het bed. De vraag is alleen hoe zij dit vorm en inhoud geven.
Instellingen hebben in aansluiting op het kwaliteitskader verpleeghuiszorg een uitgebreid kwaliteitsplan opgesteld en ter goedkeuring voorgelegd aan het zorgkantoor. Over de realisatie van dit plan hebben de instellingen zich per kwartaal en over heel het jaar verantwoord richting het zorgkantoor. Het zorgkantoor heeft hiermee inzage gekregen in de realisatie van de zorginhoudelijke doelen van het kwaliteitsplan. Je zou zeggen, ‘strik eromheen’ en op naar het volgende. Dat bleek echter niet genoeg. Ondanks bezwaren van de sectorcommissie Coziek en de werkgroep COPRO is aan accountants gevraagd specifieke werkzaamheden hierop te verrichten en een rapport van feitelijke bevindingen te verstrekken.
Appels met peren vergelijken
De huidige wijze van verantwoorden vergelijkt appels met peren. De kwartaal- en jaarverantwoording van de instelling aan het zorgkantoor is gebaseerd op de fluctuatie in de omzet en het personeel in de verpleeghuiszorg (Wet langdurige zorg) in 2018 en 2019. De rondrekening, waarbij de accountant wordt gevraagd een rapport van feitelijke bevindingen te verstrekken, is gebaseerd op de beweging in de totale omzet en in al het personeel van de instelling voor diezelfde jaren.
De kwaliteitsmiddelen zien echter uitsluitend toe op de verpleeghuiszorg. Het merendeel van de instellingen zijn gemengde instellingen met verschillende zorg- en financieringsstromen. De rondrekening op instellingsniveau is dus nietszeggend, aangezien die geen inzicht geeft in alleen de extra handen aan het bed in de verpleeghuiszorg.
Rechtmatigheid
Daarnaast kunnen de zorgkantoren geen zekerheid ontlenen aan het rapport van feitelijke bevindingen; de zorgkantoren moeten dus zelf een conclusie trekken over de rechtmatigheid van de besteding van de kwaliteitsmiddelen. COPRO en Coziek hebben vooraf bij de publicatie van het controleprotocol de economische en maatschappelijke doelmatigheid van het protocol ter discussie gesteld en opgeroepen tot een meer efficiënte en effectieve verantwoording. Hieraan is echter geen gehoor gegeven.
17 miljoen aan administratieve lasten
Wij verwachten – op basis van het aantal Actiz-leden – dat de ouderensector alleen al aan accountantskosten grofweg twee miljoen euro kwijt is. Dat is nog exclusief de tijd die de zorginstellingen hebben besteed aan het schrijven van uitgebreide plannen ter besteding van de middelen en het opstellen van de kwartaal- en jaarverantwoordingen. De administratieve last die dat met zich meebrengt, zal nog eens circa vijftien miljoen euro kosten. In totaal dus grofweg zeventien miljoen euro aan administratieve lastenverzwaring die beter anders besteed had kunnen worden.
Zinvolle verantwoording over 2020
Voor 2020 is het nog de vraag op welke wijze de instelling zich moet verantwoorden over de kwaliteitsgelden en of er van accountants iets wordt verwacht. Onze angst is dat de accountantsrol verder geïntensiveerd zal worden. Alle partijen, met het ministerie van VWS voorop, hebben zich gecommitteerd aan het ‘ontregel de zorg’-programma voor lagere administratieve lasten in de brede zorgsector. Dat zou wat ons betreft hier goed kunnen met het afschaffen van het controleprotocol voor de kwaliteitsmiddelen.
Laat het zorgkantoor en de zorginstelling afspraken maken over de besteding van en verantwoording over de middelen, zonder tussenkomst van ons als accountants. En zet hierbij in op een zinvolle verantwoording, zodat geen onnodige tijd wordt besteed aan een verantwoordingscircus met een beperkte toegevoegde waarde. De ouderenzorginstellingen kunnen momenteel de tijd goed gebruiken om de effecten van de coronacrisis op te vangen.
Jeroen Gersen en Joost Gerrits, director en senior manager bij PwC