De Treeknormen zijn weer helemaal terug, maar dat is eigenlijk helemaal niet de bedoeling. Ze hadden namelijk vijftien jaar geleden al niet meer nodig moeten zijn.
Op de website van het ministerie van VWS wordt het jaartal 2014 genoemd bij de Treeknormen, ergens anders wordt gesproken over 2005. Maar de Treeknormen voor maximaal maatschappelijk aanvaardbare wachttijden in de zorg zijn al in 1999 door Zorgverzekeraars Nederland opgesteld. Ze bestaan dus al zo lang, dat waarschijnlijk weinig mensen nog weten waar Treek voor staat. Het is in ieder geval niet het zoveelste acroniem in de zorg. Landgoed den Treek in Leusden was een plek waar brancheorganisaties zoals NVZ, VGN, ZN, de voorlopers van Actiz en GGZ Nederland samen overlegden. Een soort SER in de zorg, zeg maar.
Nooit meer veranderd
In 2000 zijn de normen door de Treekpartijen eerst voor de cure en toen voor de care afgesproken en daarna nooit meer veranderd. Als we zo doorgaan overleven de Treeknormen het landgoed nog waar ze zijn ontstaan. Het Treekoverleg zelf bestaat in ieder geval al jaren niet meer.
En daar zit hem de crux. Want bijna niemand weet nog dat het oorspronkelijk de bedoeling was dat de Treeknormen zichzelf binnen 3 jaar, dus al in 2002(!), overbodig zouden maken omdat ze vanaf dan altijd gehaald zouden worden. Daar zouden budgetafspraken op worden aangepast en zorgprocessen voor worden verbeterd. Aangezien ze nog steeds bestaan en toegepast worden, wordt dat doel nog steeds niet bereikt.
Terug naar nu, zo’n zeventien jaar later. Begin november van dit jaar meldde staatssecretaris van Rijn dat de wachtlijsten in de langdurige zorg worden aangepakt. Dat snap ik wel, als de norm voor extramurale zorg nog steeds zes weken is en voor intramurale zorg zelfs dertien weken! Aangezien cliënten tegenwoordig gemiddeld nog maar twee jaar in een verpleeghuis verblijven, zijn dat soort normen niet meer van deze tijd.
Consequenties
Dat geldt voor anders soorten zorg waar Treeknormen voor bestaan, natuurlijk al helemaal. De gemiddelde ligduur in het ziekenhuis is sinds de start van de Treeknormen gehalveerd, maar voor een poliklinische diagnose inclusief een behandeling staat opgeteld nog steeds een termijn van tien weken. En voor Wmo zorg en wijkverpleging, toch een flink onderdeel van onze zorg, bestaat nog helemaal geen Treeknorm! Ook de NZa vond afgelopen november nog dat zorgverzekeraars beter moeten monitoren of de Treeknormen worden gehaald en daar eventueel ook consequenties aan moeten verbinden. Kortom: er moet iets gebeuren, maar eerlijk gezegd moet dat al meer dan zeventien jaar. In drie stappen kunnen we dit bereiken:
1. Vervang de Treeknormen door Streeknormen. Per instelling, plaats of regio kunnen tarief, volume, kwaliteit en wachttijden dan op maat en in samenhang afgesproken worden.
2. Maak ditmaal echt werk van het wegwerken van de Streeknormen en verkort de maximaal aanvaardbare wachttijden in 2018 met 50 procent en voeg voor 2017 Streeknormen voor nieuwe zorgsoorten zoals Wmo en wijkverpleging toe.
3. Laten we dan tenslotte meteen een termijn afspreken waarbinnen de Streeknormen niet meer nodig zijn, omdat we altijd binnen de maatschappelijk aanvaardbare wachttijden blijven (op wenswachtenden na dan).
Er is vast nog wel ergens een landgoed beschikbaar om dit gezamenlijk nog af te spreken. Liefst dit jaar nog; we hebben inmiddels lang genoeg gewacht op het overbodig worden van de Treeknormen.
Partner bij Arteria Consulting en toezichthouder in de zorg