Als er geen nieuw beleid wordt ingezet, dan zijn we voor de zorg in 2040 tweemaal zoveel geld kwijt als nu. Het RIVM berekende in haar recent verschenen Trendscenario Volksgezondheid Toekomst Verkenning dat we dan met zijn allen 174 miljard uitgeven. En…dat bedrag is gebaseerd op de prijzen van nu. Iedereen kan uitrekenen welke gevolgen dat alleen al voor de premies van zorgverzekeringen heeft. Als er geen nieuw beleid wordt ingezet…
“De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is gevraagd om begin 2018 te bekijken of de gemaakte substitutieafspraken daadwerkelijk leiden tot verplaatsing van de zorg van de tweede naar de eerste lijn.” Dit is een citaat uit het Bestuurlijk Akkoord Huisartsen. Het gaat dan om de vraag of huisartsen ook echt een deel van de zorg die medisch specialisten geven kunnen overnemen, zodat een aanzienlijke kostenbesparing wordt gerealiseerd. De huisartsen hebben van VWS een budget van 75 miljoen gekregen, om dat voor elkaar te krijgen. De minister verwacht hier tegenover een opbrengst van tenminste 75 miljoen euro.
Helaas komen paramedici (dus ook fysiotherapeuten) in die overeenkomst niet aan bod. Een gemiste kans, wat mij betreft, temeer daar huisartsen klagen over te volle wachtkamers.
Dure operaties voorkomen
In het inmiddels veelbesproken Hoofdlijnen Akkoord Paramedische Zorg – KNGF-leden stemden er met grote meerderheid mee in- staat de afspraak dat ook de paramedische sector substitutie zal stimuleren. Het is inmiddels bekend, bewezen en geaccepteerd dat fysiotherapeutische behandelingen dure operaties en ziekenhuisopnames kunnen uitstellen of zelfs geheel voorkomen.
Zo is aangetoond dat gesuperviseerde looptherapie bij patiënten met Claudicatio Intermittens dure vaatoperaties voorkomt. Dat bespaart tientallen miljoenen euro’s. Hetzelfde geldt voor artrose in heup en knie. Ook bij COPD voorkomt fysiotherapie veel leed en hoge kosten verderop in de keten. Het zijn voorbeelden uit een lange lijst van aandoeningen waarbij inzet van fysiotherapie kosten in de tweede lijn voorkomt.
Echter, het zal nog knap moeilijk worden om te bereiken dat dat potentieel duurzaam wordt ingezet. Immers, substitutie zal alleen tot stand komen als verwijzers met kennis van zaken en met het patiëntenbelang voor ogen, ook daadwerkelijk kiezen voor goedkopere en minstens zo effectieve behandelingen in de eerste lijn. Medisch specialisten wacht dus de uitdaging om objectief te bepalen of hun eigen behandeling beter is dan die van een fysiotherapeut bij een gegeven aandoening.
Oordeel van de huisarts
Een ander scharnierpunt is de huisarts. Verwijst hij direct naar de tweede lijn, of vindt hij dat de patiënt meer gebaat is bij een behandeling in de eerste lijn? Hij heeft geen financiële prikkel om voor het één of het ander te kiezen. Zijn enige en de enig juiste prikkel is om te handelen in het belang van de patiënt. Echter, het is de vraag of we de huisarts in dat oordeel alleen moeten laten. Hij moet dan eigenlijk alle kennis van de verschillende disciplines hebben en dat lijkt me even onwenselijk als onmogelijk.
Zorgverzekeraars kunnen in dit spanningsveld weliswaar financiële prikkels hanteren om –één van hun belangrijkste opdrachten- kosten te besparen, maar daarmee beïnvloeden ze onvermijdelijk de uiteindelijke keuze en gaan ze op de stoel van de verwijzer zitten. Daar zijn meer voorbeelden van en iedereen is het ermee eens dat dat ongewenst is.
Ik kan me daarom voorstellen dat medisch specialisten, huisartsen en paramedici de gezamenlijke verantwoordelijkheid krijgen om te bepalen door welke zorgverlener een aandoening behandeld moet worden. Dat werkt in de praktijk al, zoals in de multidisciplinaire richtlijn Claudicatio Intermittens is beschreven, bijvoorbeeld. En ook in de orthopedie zijn vruchtbare en succesvolle allianties tussen fysiotherapeuten en chirurgen al jarenlang operationeel.
Gelukkig streeft VWS naar een integraal Bestuurlijk Akkoord voor de zorg in 2019. Ik ben daar groot voorstander van, omdat we daarin de samenwerking tussen de verschillende disciplines eindelijk goed kunnen regelen. Substitutie komt dan vanzelf, zodat het RIVM de ramingen naar beneden kan bijstellen. Zodat fysiotherapeuten hun bewezen effectiviteit ten volle kunnen inzetten.
Voorzitter KNGF