Volgens Gupta een kwestie van bestuurders die urgentiegevoel omzetten in veranderkracht. Een interessante conclusie in deze tijden van krapte, die mij deed overpeinzen wat dit betekent voor de gehandicaptenzorg. Ligt de oplossing echt zo voor het grijpen?
Op dit moment verzorg ik door het hele land trendsessies naar aanleiding van het onlangs verschenen FWG Trendrapport Gehandicaptenzorg. Aan het begin van de sessie vragen we deelnemers, veelal HR-professionals of zorgmanagers, waarom zij gekomen zijn. Het terugkerende antwoord: “Er is niet aan personeel te komen en personeel loopt er zo via de achterdeur weer uit.” Organisaties zijn bezig met het verbeteren van de ‘onboarding’, meer persoonlijke aandacht door managers en het versneld opleiden van zij-instromers.
Spagaat
Aan het einde van de sessie vragen we de deelnemers om de zes trends uit ons trendrapport (een veranderende zorgvraag, krapte op de arbeidsmarkt, financiële krapte, participatie en inclusie, klimaatverandering en digitalisering) op volgorde te zetten van belangrijkheid in hun werk. Met stip op 1: de arbeidsmarkt. Met stip op de laatste plaats: technologie. “Daar zijn we te druk voor.” Het is de waan van de dag – het rondkrijgen van de roosters – versus langetermijnstrategie. De schaarste op de arbeidsmarkt bleek al in eerder onderzoek van FWG te leiden tot snelle korte-termijnacties. Ook Gupta benoemt deze spagaat tussen nu en straks in het rapport: ‘het is eenvoudiger om personeel te werven of in te huren dan om zorgprocessen aan te passen om technologie optimaal in te zetten’.
Hoe kan het dat de oplossing van Gupta zo ver af lijkt te staan van de dagelijkse realiteit van gehandicaptenzorgorganisaties? Uit ons trendrapport blijkt dat technologie in de gehandicaptenzorg op dit moment nog zelden leidt tot arbeidsbesparing. Innovaties zijn veelal gericht op het verbeteren van het welzijn of zelfstandigheid van het individu. Dat betekent maatwerk. Het nadeel is dat technologie afgestemd op een specifieke cliëntvraag veel tijd kost. En, zoals Gupta ook concludeert, is volume nodig om impact te bereiken.
Ruimte voor vakmanschap
Aan de andere kant lijkt Gupta een eenzijdig positief beeld te schetsen van technologie. Zo laat het buiten beschouwing dat de impact van technologie verder reikt dan enkel een rekensom van arbeidskrachten. Technologie biedt kansen, maar ook risico’s als het gaat om de kwaliteit van werk en daarmee behoud van medewerkers. Denk aan de impact van technologie op zaken als afwisseling in werk, hersteltijd, werkplezier, autonomie en ruimte voor vakmanschap. De Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid schrijft in zijn rapport ‘Het betere werk’, dat het nog niet duidelijk is of de kwaliteit van werk door technologie onder druk komt te staan, of juist verbetert. Zo zijn er voorbeelden waarbij technologie leidt tot meer eentonig of meer intensief werk, maar ook waarbij het juist meer ruimte geeft voor menselijke contacten. De implementatie van technologie dient daarom altijd samen te gaan met kwaliteit van werk. Want zelfs als je met technologie arbeid bespaart, zou dat effect op de arbeidsmarktsituatie weer teniet worden gedaan als de kwaliteit van het werk erdoor afneemt.
Kwaliteit van werk
Dat de gehandicaptenzorg een langetermijnvisie moet ontwikkelen op de aanpak van de arbeidsmarktkrapte, met daarin aandacht voor de rol van technologie, is evident. Dat zorgorganisaties hierin met elkaar moeten samenwerken om impact te vergroten ook. Echter, alleen wanneer de toepassing van technologie hand in hand gaat met toetsing van de effecten op de kwaliteit van werk, zal dit daadwerkelijk bijdragen aan een toekomstbestendige arbeidsmarkt.
Mieke van der Biezen
Senior onderzoeker bij Stichting FWG en auteur van het FWG Trendrapport Gehandicaptenzorg