Beschikking over patiëntgegevens zou geen probleem moeten zijn in het huidige informatietijdperk.
Bankzaken, belastingaangifte en zelfs boodschappen doen we tegenwoordig via internet, maar werkers en bezoekers in de zorg gebruiken nog steeds technieken uit de vorige eeuw in hun onderlinge communicatie. Patiënten die worden overgeplaatst naar een ander expertisecentrum, krijgen een geprinte brief mee die weer moet worden gescand om in het lokale dossier terecht te komen. Familieleden die willen weten hoe het hun dierbare ‘s nachts in het ziekenhuis is vergaan, moeten de afdeling bellen, met alle wachttijden en doorverbinden van dien. Omslachtig, inefficiënt en incompleet.
Om goede zorg te leveren, is het essentieel om over informatie te beschikken. Dat moet toch geen probleem zijn in het huidige informatietijdperk? Achtergrondkennis is ruim bereikbaar voor de medische sector, zeker nu steeds meer tijdschriften ‘open access’ beschikbaar zijn. Mijn kinderen kunnen zich geen wereld meer voorstellen zonder computers, internet en Wikipedia. Toch is beschikking over patiëntendata nog steeds niet vanzelfsprekend.
In bekende ziekenhuizen wordt inmiddels gewerkt met redelijk complete medische dossiers. Maar connectie met de huisartsnotities is niet zo vanzelfsprekend en connectie met andere ziekenhuizen al helemaal niet!
Problemen
Vooral op de spoedeisende hulp (SEH) levert dit problemen op. Vanwege concentratie van complexe acute zorg, zoals aneurysma chirurgie en intensive care, komen patiënten terecht bij een andere SEH dan die van het eigen ziekenhuis. Maar basale achtergrondkennis over de patiënt is daar niet beschikbaar, noch voor de ambulance medewerkers, noch voor specialisten zoals de SEH-artsen, chirurgen, intensivisten.
Artsen die op de SEH patiënten zien die niet in dat ziekenhuis bekend zijn, hebben dus een cruciale kennisachterstand. Met als gevolg, bijvoorbeeld, reanimaties bij patiënten met een niet-reanimeren wens. Een ander voorbeeld: onduidelijkheden over ‘oude afwijkingen’ op thoraxfoto’s die een juiste diagnose en behandeling in de weg staan.
Maar eureka! Deze academici sturen elkaar per Whatsapp een fotootje van een röntgenfoto, een ECG of een wond om te verifiëren of er een overeenkomst is met eerdere waarneming en om met collegae te overleggen. Een schamele oplossing voor een veel groter probleem: namelijk de afwezige kennisdeling tussen zorginstellingen. Veiligheid, privacy en concurrentie zijn sleutelbegrippen in de verklaringen hiervoor.
Al zouden patiënten willen, ze hebben geen toegang tot hun eigen dossier. Ze kunnen de voor hen nieuwe dokters dus ook geen toegang tot noodzakelijke kennis verlenen. Informeert de arts bij het andere ziekenhuis naar een oude foto of eerdere ECG, dan moet dat eerst via beveiligde kanalen georganiseerd worden. De spoedeisende patiënt kan daarop niet wachten. Dan maar even een Whatsapp-je naar een vaak bekende collega. We kunnen dit de artsen verbieden maar daarmee komen we niet dichter bij een oplossing. Beter zou een sluitend systeem van informatie-uitwisseling zijn, het liefst met de patiënt in control en met een ingebouwde noodgreep voor spoedsituaties.
Armoede én rijkdom
Gelukkig is er wel enige vooruitgang. Er zijn experimenten met online toegang tot actuele informatie over ziekenhuispatiënten voor naasten en familieleden. En met informatie over (thuis)medicatie is het nu redelijk geregeld tussen apotheek en ziekenhuis. En artsen? Ze proberen hun thuis-technieken ook in het werk omdat de zorg(organisatie) niet snel genoeg innoveert. Dat is enerzijds armoede en anderzijds een te waarderen rijkdom.
Hoogleraar Healthcare bij TIAS