Wordt de ggz beter als de Routine Outcome Measurement afschaffen? We kunnen ons beter samen met patiënten inzetten voor het ontwikkelen van een écht goed ROM-instrument.
De geestelijke gezondheidszorg ligt regelmatig onder vuur. De politiek wil meer toezicht op de behandelingen en mensen met verward gedrag sneller gedwongen opnemen. Financiers vragen zich samen met de politiek af wat er gebeurt met hun goede geld. En mensen als Jim van Os roepen vervolgens vooral over de risico’s van onverantwoord gebruik van de ggz-versie van ROM.
Hoe zit dat met onze eigen rol daarin? Houden we die negatieve beeldvorming ook zelf niet in stand? Geven wij openheid, gaan we écht in gesprek met onze patiënten zodat we kunnen leren en verbeteren? En doen we recht aan al die ggz-professionals die zich dagelijks met heel hun hart inzetten voor mensen met psychische problemen? Het wordt tijd om de cirkel te doorbreken.
Ik zie een interview met Bram Berkvens, ervaringsdeskundige bij GGz Breburg. Hij vertelt ingetogen, reflecterend en zorgvuldig over zijn ervaringen met de ggz. Geen juichend verhaal van succes, maar een verhaal vol kwetsuren opgedaan in de ggz, worstelingen met het vinden van een behandeling en aan het eind een goede uitkomst. Maar met krassen op de ziel.
Hij laat de ggz zien waar het beter kan, waar aandacht voor nodig is en wijst ook op de rol, die hijzelf daarin moest vinden. Geen enkel moment spreekt hij een verwijt uit, maar zijn verdriet over sommige gebeurtenissen is indringend voelbaar en inspireert mij om deze zorg weer te willen verbeteren.
Zichtbaarheid
Iedereen kan zich iets voorstellen bij een openhartoperatie. Mensen die het hebben ondergaan, vertellen vol trots over het resultaat en zijn zichtbaar beter geworden. Psychiatrische stoornissen en klachten zijn meestal niet zichtbaar. De behandeling is voor de meeste mensen abracadabra en patiënten schamen zich vaak voor hun klachten en praten er niet over. Ook niet als ze hersteld zijn. Terwijl we ook daarvan kunnen leren en onze successen meer zichtbaar kunnen maken.
Wanneer je een auto koopt, wil je graag weten wat de auto kan, hoelang je ermee doet en wat het kost. Zodat je een beetje kunt bepalen of de ruil deugt: geld voor toegevoegde waarde aan je dagelijks leven. Dat geldt onverminderd ook voor de ggz: patiënten, familie en financiers willen weten wie kwalitatief goede zorg levert en dit ook doet voor een acceptabele prijs.
Dat vinden we moeilijk, maar het kan wel! Eén van de middelen die we daarvoor gebruiken is Routine Outcome Measurement (ROM). Een middel om, door gewoon vragen aan de patiënt te stellen voor en na de behandeling, een idee te krijgen of de behandeling meer of minder succesvol was. Een middel dat, als je het goed gebruikt, bij kan dragen aan het verbeteren van de behandeling.
Of het huidige ROM-instrument goed genoeg is? Vast niet. De eerste computers waren ook niet goed genoeg voor de vragen, die we er tegenwoordig aan stellen. Maar wordt de ggz beter als we het afschaffen? We kunnen ons beter samen met patiënten inzetten voor het ontwikkelen van een écht goed ROM-instrument. Zodat we proberen steeds beter zichtbaar te maken welke behandelaren, welke behandelingen het meest effectief zijn in welke situaties. Niet omdat het moet van de zorgverzekeraar, maar omdat we hiermee ons werk kunnen verbeteren, successen kunnen delen en steeds beter leren samenwerken.
Verlangen naar beter
Terug naar het interview met Bram. Hij laat ons zien dat de organisatie van de ggz op veel plekken nog veel beter kan en moet. We hebben alle middelen in handen om goede, samenhangende ggz te bieden vanuit een breed netwerk om patiënten heen, maar slagen daar nog onvoldoende in. De samenleving is de schaamte over de menselijke imperfectie nog niet voorbij. De patiënt is nog te vaak lijdend voorwerp en te weinig regiehouder in een complex proces. En dat terwijl de ggz zo veel moois te bieden heeft!
We kunnen vanuit de intimiteit van de behandelrelatie nog beter samen met de patiënt de stoornis behandelen. We kunnen ook de achterliggende en instandhoudende factoren van de stoornis behandelen. We kunnen vroegtijdig ingrijpen en voorkomen, dat mensen afglijden in hun sociale rollen. We kunnen, als iemand alles kwijt is, er samen ervoor zorgen dat hij of zij weer vertrouwen in de toekomst krijgt.
Ik wil werken aan die verbetering en het zichtbaar maken, wat we kunnen en nog niet kunnen. Ik word daarbij geïnspireerd door mensen als Bram en al mijn collegae. Die natuurlijk begrijpen dat dit een zoektocht is met allerlei werkelijkheden. Alleen samen kunnen we vanuit dat verlangen de negatieve ggz-cirkel doorbreken en de toekomstige ggz vorm geven. Doen jullie mee?
Bas van Wel en Jasper Wagteveld
Directeur zorg Dimence en voorzitter cliëntenraad Dimence