Er zijn evenzoveel redenen om de systeemdiscussie juist nu wel aan te gaan! Henk Nies pleitte op basis van internationaal onderzoek al voor een bredere evaluatie en duurzame verandering van de ouderenzorg. Hij staat daar niet alleen in. Er wordt ook door anderen gepleit voor een duurzame verandering van de zorg, op diverse ‘domeinen’, juist ook om die domeinoverstijgend aan te pakken (denk aan de inzet van Jan Rotmans e.a., of Beweging 2025, van Koplopers in de Zorg). Maar waar steken we op in en wat is een begaanbare weg? Toch naar een ander zorgsysteem?
Het knelt
Het is geen eufemisme om vast te stellen dat het knelt in de zorg. De vele nota’s vliegen je om de oren om de bestaande knelpunten in de GGZ, Jeugdzorg, sociaal domein en welzijn of langdurige zorg aan te pakken. De zorg is ook niet simpel. Het gaat om een complex ‘systeem’, of beter: een complexiteit aan systemen. Caris en Poiesz maken dit nog eens stevig duidelijk wanneer het om de marktwerking in de zorg gaat: niet om die op te heffen, maar om daar methodischer en inhoudelijker naar te kijken (Caris, J. & T. Poiesz, (2020). Visies op zorg. Amsterdam: SWP). Een internationale vergelijking van de zorg maakt inzichtelijk dat er veel varianten mogelijk zijn, met allen hun eigen pro’s en con’s, gegeven de nationale cultuur van elk land. Vooralsnog wordt er in ons land knelpuntengestuurd gewerkt, wat leidt tot een veelheid van actieplannen die tot op heden nog weinig opzienbarende resultaten hebben laten zien.
Geen ad hoc systeemverandering
We hebben al wat ervaring in het veranderen van het zorgsysteem. Niet de meest gelukkige. Meestal komen die top down over ons heen en kenmerken zich door onvoldoende doordenking op de uitvoerbaarheid en duurzaamheid (waar hebben we dat eerder gezien?). Niemand zit daarop te wachten, vandaar de instemmende geluiden om het systeem grosso modo te laten voor wat het is. Je houdt een beetje je hart vast wanneer je alle politieke partijen hoort pleiten voor een verandering van de zorg: het neoliberale marktdenken moeten we achter ons laten toch?
Nee, zeker geen ad hoc verandering! Maar wat dan wel? Het moet mogelijk zijn om op een andere wijze naar de organisatie van de zorg – in de volle breedte – toe te werken. Ik stel het volgende voor: werk vanuit de inhoud, niet in een keer alles omgooien en betrek de burger.
Levensloop
Een inhoudelijk aangrijpingspunt voor het organiseren van zorg is de levensloopbenadering. We weten van alle levensfasen uiteraard al enorm veel. Evenwel ontbreekt het ons nog aan een verbindend perspectief in zorg en welzijn: we hebben nu juist alle fasen netjes van elkaar gescheiden. We zouden winst kunnen boeken door zorg en welzijn vanaf het begin tot het einde van het leven meer verbindend te organiseren.
Zo weten we wat de eerste 1000 dagen betekenen en wat de invloed is van ACES op het leven, of sociale achterstandsituaties of de impact van werkloosheid: zorgvragen komen niet uit de lucht vallen. Tegelijkertijd verwachten ‘we’ veel van gezinnen, mantelzorgers en buurt of wijk wanneer het om zorgvragen gaat op allerlei levensdomeinen en levensmomenten. Vanuit de wetenschap is er voor een levensloopbenadering al een goede basis gelegd in de levenslooppsychologie. Een bruikbare aanziet zien we in een levensloopbenadering gericht op een specifieke zorgvraag, zoals autisme.
Wat vraagt dit voor het denken over zorg en welzijn? Een integraler denken en doen buiten je eigen kaders. Het vraagt verbinden van ontwikkellijnen over leeftijden heen, het verbinden van levensdomeinen als mentaal, sociaal en fysiek welbevinden, van sociaal-economische perspectieven met pedagogische kennis en welzijnsthema’s, van arbeidssituaties met gezondheid en familie, van het verbinden met cultuur en sport met zorg en welzijn.
Dat doorbreekt de huidige wijze waarop de overheid de zorg heeft georganiseerd in domeinen en ook zichzelf zo heeft ingericht. De samenhang tussen zorg, welzijn, onderwijs, cultuur, werkgelegenheid of justitie die bijdraagt aan een verbetering van dezelfde thema’s is cruciaal lijkt me. Een enkele keer zien we een interdepartementaal onderzoek, zoals dat naar licht verstandelijke beperking (LVB), iets dat structureel aan de orde zou moeten zijn, of je richt de departementen ‘gewoon’ anders in. En wellicht dat hier de wetenschappelijke wereld nog eens goed naar zichzelf kan kijken: hoe integraal samenhangend wordt er naar de maatschappelijke opgave van de zorg gekeken en wordt daar het onderzoek op afgestemd?
Stap voor stap
Dan ook geen ad hoc verandering! Willen we echt een verbetering van zorg en welzijn, van een andere wijze van zorg, die verder gaat dan het oplossen van knelpunten, dan is een herinrichting noodzakelijk, maar: stap voor stap en first things first. Geen inrichting zonder richting. Het zal gaan om veranderjaren om jaren vooruit te kunnen!
We beginnen ook niet helemaal from scratch. Vandaar dat het me zinnig lijkt om kennis, know how en ervaringen bij elkaar te brengen en de breinstorm over wat we weten en nog niet weten op te pakken. Veranderprocessen zijn als het goed gaat pittig, maar ook uitdagend en energie gevend. Het hoeft in dit geval ook niet morgen klaar.
Ergo: we gaan aan de slag met een verandering van het zorgsysteem en wat we al kunnen realiseren, dat doen we dan! Overigens blijkt bij dit soort processen dat er vaak al meer gebeurd dan we wisten. Een eerste stap is de onderkenning van deze noodzakelijke verandering en het er over hebben.
Meerstemmig denken
Het betrekken van burgers is een logische inzet om tot duurzame veranderingen te komen. Niet alleen in het politieke, maar ook in het maatschappelijke speelveld (Hurenkamp, M. & E. Tonkes (2021). De tegenmacht, dat ben je zelf. In: NRC, 10-11 april 2021). De zorg is bij uitstek een maatschappelijk speelveld. Te doen: realiseer ‘the whole room’ met alle betrokkenen. Dat betekent niet alleen patiënten of zorgvragers, hulpverleners, wetenschappers, beleidsmakers en verantwoordelijk bestuurders, maar ook burgers die de samenleving vorm geven.
En het kan! Er zijn zoveel creatieve denkers en werkers binnen alle werkvelden, van kunst tot management. Een prachtig voorbeeld is de inclusieve manier van denken en doen in ‘Jam cultures’ van Jitske Kramer (Kramer, J. (2019). JAM cultures. Over inclusie: meedoen, meepraten, meebeslissen. Amsterdam: Boom). Ook het Rijnlands denken kan hierbij helpend zijn. Citaat: ‘Wil de gemeentelijke transformatie slagen, dan moet de ambtelijke wereld zich meer vervlechten met de leefwereld van burgers.’(Peters, J., Brouwer, JJ., Jansen H. & M. Weggeman (2020). Rijnlands organiseren. Amsterdam: Boom, p. 43.). Het gaat om dit soort denken gezamenlijk toe leren passen.
Met de kennis van nu pleit ik voor een meerstemmig lerend zorgsysteem.
Jac de Bruijn
Adviseur zorg en samenleven