Je bent sinds oktober 2022 bestuurslid bij GGZ Rivierduinen. Eerder werkte je ook al in de geestelijke gezondheidszorg. Wat spreekt jou daarin aan?
Ons brein is kwetsbaar en iedereen, zonder uitzondering, kan dat ervaren. Tegelijkertijd is het nog altijd ingewikkeld om over die kwetsbaarheid te praten. Raak je met sporten geblesseerd aan je knie, dan zeg je dat zonder gêne op een verjaardag en krijg je waarschijnlijk tips voor de beste orthopeed. Maar vertellen dat je erg neerslachtig bent, of stemmen hoort, dat doe je niet snel.
Ook vanuit wetenschappelijk oogpunt blijven de raadsels van ons brein me boeien. Ondanks al het onderzoek weten we heel veel niet. Lang lag de focus op een biologische benadering, nu is er meer aandacht voor preventie en de raakvlakken met het sociale domein: schuldhulpverlening, opleiding, mensen aan een baan helpen. Het is een breed en dynamisch werkterrein.
De leiderschapsstijlen volgen elkaar in hoog tempo op. Is er een specifieke stijl die jou aanspreekt?
Ik ben daar heel nuchter in geworden. Als leiders vinden we onszelf erg belangrijk en dat wordt aangemoedigd door talloze trends in leiderschapsstijlen. Daar profiteren consultants vooral van. Laten we de illusie wegnemen dat wij het licht komen brengen. Sterk leiderschap betekent in mijn ogen: je goed verhouden tot wat er speelt. Dus nabij zijn, écht in contact zijn met de groep ménsen die jouw organisatie vormt. Tegelijk moet je je voegen naar wat de organisatie als bedrijf en de maatschappij nodig hebben.
Het bestuur van Rivierduinen zetelde lange tijd in Kasteel Endegeest op dit terrein. Nu in een van de zorglocaties. Is dat veranderd vanwege jouw kijk op leiderschap?
Die verhuizing was voor mijn tijd, maar het is een goede zet geweest. We zitten nu waar we thuishoren: tussen de hulpverleners, daar waar de behandelingen plaatsvinden. Ik ben het liefst zo min mogelijk in mijn bestuurskamer en probeer eens in de twee weken in de organisatie mee te werken. Medewerkers, cliënten en familieleden voeden me over wat er goed gaat en wat er beter kan.
Hecht je veel waarde aan het sociale aspect van zorgtransformatie?
Zeker, we staan voor een enorm vraagstuk: hoe kunnen we met minder mensen goede zorg blijven verlenen? Dan moet je anders kijken naar je personeelssamenstelling, opleidingseisen en de huidige diplomadruk. Kennis is uiteraard belangrijk, maar misschien is een hoge opleiding niet altijd echt nodig.
Sociale innovatie begint bij vertrouwen en belangstelling. Ik roep niet afwachtend dat mijn deur altijd open staat, ik ga naar medewerkers toe. Ik wil weten wat ze van mij nodig hebben om gemotiveerd en goed hun werk te kunnen doen. De antwoorden komen meestal neer op: meer mogelijkheden om verantwoordelijkheden op te pakken en zich te kunnen ontplooien. Voor de zorgtransformatie is het dus essentieel om te weten dat die factoren belangrijker zijn dan alleen een hoog salaris.
En hoe zie je de rol van techniek bij zorgtransformatie?
Ook technische innovatie kan niet zonder sociale innovatie. We kunnen prachtige producten ontwikkelen, apps of games, maar in de GGZ heerst een hardnekkige angst voor het werken met digitale hulpmiddelen. Alleen als we dat onder ogen zien en investeren in die sociale kant van de vooruitgang, kunnen we technische mogelijkheden volledige gaan benutten.
De GGZ zit in zwaar weer. Is dit een fase van transformatie waar we doorheen moeten?
In vergelijking met de ziekenhuiszorg, gehandicaptenzorg en ouderenzorg heeft de GGZ het verreweg het moeilijkst. Niet alleen in financieel opzicht, ook maatschappelijk ligt er veel op ons bord. Sommige problemen hebben voornamelijk te maken met tegenslagen die mensen in hun leven meemaken: ontslag, schulden, relatieproblemen. Dat kan de GGZ niet allemaal bolwerken, dus moeten we er als samenleving anders mee omgaan.
Tegelijk is de waardering voor GGZ-zorg laag, zowel onder de bevolking als onder zorgverzekeraars. We zullen nog meer onze ivoren toren moeten verlaten om nauw te gaan samenwerken met andere partijen. De opkomst van netwerkpsychiatrie is een mooi voorbeeld. Daarin stimuleren we de eigen regie van cliënten, samen met naasten en in samenwerking met het sociaal domein.
Wat is jouw vergezicht?
Dat ligt in het verlengde van wat ik net schetste. Op dit moment is er een teugelloze vraag om GGZ-zorg. Of zoals Damiaan Denys (hoogleraar psychiatrie – red.) het noemde: een ongebreidelde behoefte om behandeld te worden. Dat is niet nodig en ook niet houdbaar. Ik zou het mooi vinden als het lukt om deze sector te verkleinen doordat we anders omgaan met mensen die een deukje of krasje hebben opgelopen.
Dat is geen eenvoudige missie in een tijd waarin de maatschappij alsmaar onbarmhartiger lijkt te worden.
Dat realiseer ik me. We willen een inclusieve samenleving, maar voor veel mensen is vrijwel geen plaats meer. Voor iemand met een laag IQ, die vroeger eenvoudig werk kon doen, is zelfs het vakkenvullen bij een supermarkt niet meer mogelijk. Daar moet je tegenwoordig behoorlijk digitaal vaardig voor zijn. De kloof tussen de haves en de have-nots wordt groter en de GGZ is vaak een last resort voor problemen die op andere terreinen zijn ontstaan. En te voorkomen waren.
Waar haal je je inspiratie vandaan?
Ik ben graag daar waar debat wordt gevoerd, waar mensen een mening hebben. Daarom vind ik het leuk om college te geven. Nu voor het vak Bedrijfsvoering aan klinisch psychologen in opleiding.
Op dit moment verbreed ik mijn blik ook via mijn werk voor JINC Haaglanden (organisatie die zich inzet voor gelijke kansen voor kinderen en jongeren – red.). Ik spreek daar ouders met een migratie-achtgrond die onvoorstelbaar hard moeten werken om in de Nederlandse maatschappij mee te kunnen doen. Dat geeft leerzame inzichten.
Welke grote les heb je geleerd in je carrière tot nu toe?
Nederigheid. Als bestuurder moet je accepteren dat je rol beperkt is en de waardering vaak nog minder. Het relativeert ook om te weten dat ik een bestuurder ben in een lange reeks voorgangers die ruim honderd jaar omspant. Dat betekent dat ik me voeg naar de organisatie en de mogelijkheden van dit moment. Tegelijkertijd moet ik dingen voorleven, het voortouw nemen en doorpakken. Ik voel me prettig in dat spanningsveld.
Over deze serie
Organisatiecultuur, arbeidsmarkt en zorgtransformatie; iedere manager of bestuurder heeft ermee te maken. Hoe krijg je je organisatie in beweging en waar wil je naartoe? Welke mensen heb je daarvoor nodig? Maarten Reuchlin, directeur van StayBright, nodigt voor zijn serie columns zorgleiders uit voor een openhartig interview. Wandelend door wisselende landschappen overdenken ze ambities, acties, en geleerde lessen op het snijvlak van zorg, leiderschap en verandering. De columns zijn geschreven door Ruth Wouters.